TROS

TROS blijft trouw aan het publiek

Afdeling Communicatie
Hilversum, 21 augustus 2003

Presentatie seizoen 2003/2004
Statement TROS-voorzitter Karel van Doodewaerd

'TROS BLIJFT TROUW AAN HET PUBLIEK'

Tijdens de jaarlijkse perspresentatie van de TROS werden Karel van Doodewaerd en Huib Boermans door RADAR-presentatrice Antoinette Hertsenberg aan de tand gevoeld over de positie van de TROS in het publieke bestel.
Directie-voorzitter Karel van Doodewaerd gaf zijn visie op de Publieke Omroep en de stevige rol die de TROS daarin speelt.

Van Doodewaerd:
' Na bijna 40 jaar is TROS een gekende en uitgekristalliseerde organisatie. TROS heeft verschillende gezichten. Als voorzitter hecht
ik aan drie gezichten van TROS: profiel, consistentie en dynamiek. Het profiel van TROS als Grootste Familie van Nederland ligt mij na aan het hart. TROS is een laagdrempelige omroep voor iedereen. TROS is een sterk merk dat, zo blijkt uit onderzoek, door het publiek
wordt herkend. Wij willen dat dit zo blijft en zullen niet meewerken
aan pogingen van de Raad van Bestuur van de Publieke Omroep om de herkenbaarheid van de omroepen ondergeschikt te maken aan die van de zendernetten, bijvoorbeeld door de logo's van de uitzendende omroep van het scherm te willen halen.

TROS is consistent en blijft trouw aan zichzelf en het publiek. De belangrijkste karakteristieken van TROS - gezellig, voor iedereen - zijn al sinds onze oprichting dezelfde. Wij hebben geen last van identiteitscrises. Continuiteit is een belangrijk kenmerk van ons programmabeleid. Wij doen niet aan verandering om de verandering.
TROS heeft veel succesvolle, langlopende programmaformules die jaarlijks op onderdelen worden geactualiseerd, maar in essentie dezelfde
blijven. Toen een door ons gewaardeerde collega van een andere omroep verleden jaar zei dat de tijd helemaal rijp was voor moodtelevisie,
en hij zijn programmering daarop had ingesteld, waren wij blij verrast
met
dit 'nieuwe' woord. Het is een goede aanduiding voor wat TROS al bijna
40 jaar met plezier doet en waaraan het publiek veel plezier beleeft.

TROS hecht aan dynamiek en ondernemerschap. TROS heeft moeite met overheidsbeleid dat de publieke omroep in een stolp probeert te plaatsen. De stapeling van mediawettelijke geboden en verboden werkt verambtelijking in de hand: fouten vermijden wordt dan belangrijker dan risico's nemen. Er is teveel angst voor een sterke publieke omroep, terwijl uit onderzoek blijkt dat een sterke
publieke omroep een enorme bijdrage levert aan de kwaliteit van het totale televisie-aanbod, omdat ook de commerciële omroep gedwongen wordt een zo goed mogelijk aanbod te verzorgen. Het publiek spint daar garen bij. En daar gaat het wat ons betreft om. Er komen flinke bezuinigingen op ons af. Deze zullen TROS er niet van kunnen weerhouden om in 2004 een groot aantal programmatische ambities te koesteren en waar te maken.

Wat in elk geval blijft, zijn de ledenreizen. De afgelopen jaren heeft
TROS succesvolle ledenreizen georganiseerd naar onder andere de sneeuw in Oostenrijk en de zon in het Caribisch gebied (Miami en Curacao). In 2004 zullen wederom ledenreizen worden georganiseerd naar de sneeuw en naar de zon, en waarschijnlijk ook naar Canada.

In 2004 bestaat TROS 40 jaar. Bezuinigingen zullen ons er ook niet van weerhouden om dit op grote schaal te vieren. Wij hopen volgend jaar een groot muziekevenement te organiseren in de Arena, dat voor TROS-leden gratis toegankelijk zal zijn. '

Een meer uitgebreid standpunt van de TROS over de bezuinigingen vindt u hieronder.

De publieke omroep moet het volgend jaar 40 mln Euro bezuinigen,
oplopend naar 80 mln Euro in 2007. Bovendien worden extra bezuinigingen voorgesteld om financiële ruimte te krijgen voor de ontwikkeling van nieuw televisiedrama en programma's die meer
jongeren en minderheden trekken.
Het gaat dus om aanzienlijke bedragen. Bezuinigingen zonder de programma's aan te tasten, zijn voor TROS echter nauwelijks realiseerbaar. De indirecte kosten van TROS bedragen slechts 5,5% van de totale kosten. Dat is het laagste in de publieke omroep.
Verlaging van dit percentage is vrijwel onmogelijk, zonder te kunnen
blijven voldoen aan alle wettelijke verplichtingen. Het is wel mogelijk
om minder budget aan te wenden voor doelstellingen, waar TROS nu ruimschoots aan voldoet. Zo zendt TROS op jaarbasis 1400 uur televisie uit. Dat is meer dan het dubbele van het wettelijke minimum van 650 uur. De TROS realiseerde het afgelopen halfjaar in het tijdvak 18.00 - 24.00 uur een marktaandeel van 16,7%. Dat is
veel meer dan de andere omroepverenigingen en ook ruim boven hetgeen is afgesproken in TV2-verband. TROS draagt op jaarbasis ruim 2 mln Euro bij aan de aankoop van de voetbalrechten door de
NOS. Zonder de bijdrage van TROS zouden deze voor de publieke omroep verloren gaan. En de vereniging TROS draagt voor het komend jaar 7 mln Euro aan de programmakosten van TROS. Naar verwachting zullen de bezuinigingen voor TROS leiden tot meer herhalingen en tot de beëindiging van een aantal programma's in dagtelevisie. Ook zal de medewerking worden gestopt op Radio 747AM.

'McKinsey' en 'bezuinigingen'. Dat waren
sleutelbegrippen in de
publieke omroep in het afgelopen halfjaar. En het leidde tot een golf
van publiciteit: 'Omroep kan tientallen miljoenen bezuinigen' en 'hoog budget publieke omroep een schande' kopte De Telegraaf. In het betreffende artikel werd vervolgens met behulp
van een tabel aangeduid dat de Nederlandse publieke omroep de duurste was in Europa. Vermakelijk was echter dat de tabel precies het
omgekeerde indiceerde. Deze had namelijk betrekking op de programmakosten als percentage van de totale kosten. En die zijn voor de Nederlandse publieke omroep inderdaad het hoogst in Europa, namelijk 88%. Het betekent dus dat de Nederlandse publieke omroep het laagste percentage niet-programmagebonden kosten heeft, namelijk slechts 12%. Conclusie: de Nederlandse publieke omroep heeft de laagste overheadkosten in Europa. Bovendien beschikt de Nederlandse publieke omroep in vergelijking met omringende landen over een laag budget. Met andere woorden: uit de feiten blijkt dat de publieke omroep efficiënt en effectief is en
dat de Nederlandse burger/belastingbetaler voor een dubbeltje op de eerste rang zit. En dat is dan ook wat McKinsey heeft vastgesteld.

Ook NRC-Handelsblad, d.d.18 augustus j.l., geeft een onjuiste betekenis aan uitgelekte, ongecorrigeerde cijfers uit een eerdere versie van het McKinsey-rapport. In het artikel staat bijvoorbeeld dat
TROS-medewerkers gemiddeld 30 m2 werkplek hebben. Iedereen die weleens in het TROS-gebouw is geweest, weet dat dit niet mogelijk is. Waarschijnlijk is de totale kantoorruimte van het TROS-gebouw, inclusief parkeergarage en bedrijfskelder, gedeeld door het aantal vaste TROS-medewerkers, zonder daarbij de medewerkers te tellen, die zitten in de verhuurde verdiepingen. In werkelijkheid hebben TROS-medewerkers gemiddeld 16 m2 tot hun beschikking.
Ook staat bijvoorbeeld in het betreffende NRC-artikel dat de TROS 'een zware top'heeft, die bestaat uit 26,9% van de medewerkers.
Iedereen die iets weet van TROS, kan zich bedenken dat het onzinnig is te beweren dat TROS 56 topfunctionarissen heeft op een fte-bestand van 208. De werkelijkheid is dat TROS een directie heeft
die bestaat uit twee personen. Het wekelijkse managementoverleg bestaat uit negen personen, inclusief de directie. Mogelijk doelt NRC-Handelsblad op het totale aantal ondersteunende medewerkers van TROS, zoals administratie, automatisering, huishoudelijke dienst, personeelszaken, juridische zaken, communicatie, documentatie ed. Ook dan is het percentage onjuist. Het gaat om 44 ondersteunende medewerkers. Dat is 21% van het totaal.

Politiek Den Haag heeft besloten dat de Nederlandse omroep moet bezuinigen op de niet-programmatische kosten. Dit is mogelijk als eerst wordt gekeken de oorzaak van de niet-programmatische kosten. TROS is van mening dat die in belangrijke mate het gevolg is van de regelgeving die de overheid zelf oplegt aan de omroepinstellingen. Naast de kosten van uitvoering van de sociale en fiscale wetgeving, die geldt voor alle bedrijven, zijn er de uitvoeringskosten van de mediawetgeving. Deze hebben onder andere betrekking op de administratieve verantwoording, het programma-aanbod, de betrekkingen tussen de omroepinstellingen en het coördinatie-orgaan (de vroegere NOS). Enkele voorbeelden ter verduidelijking. De reclame- en sponsorregelgeving biedt, ten laste van de omroepbegroting, werk aan veel niet-programmatische medewerkers, waaronder juristen, die alle programma's toetsen
aan de regels, zowel bij de omroepinstellingen als het Commissariaat voor de Media. Het volledig programmavoorschrift leidt ertoe dat elk uit te zenden programma afzonderlijk dient te worden gerubriceerd en van een code wordt voorzien. Dat kost menskracht en komt ten laste van de omroepbegroting. McKinsey heeft vastgesteld dat de efficiëntie-voorsprong van de Nederlandse publieke omroep ten opzichte van buitenlandse publieke omroepinstellingen in vergelijking met 1996 is afgenomen. Ook dat is verklaarbaar uit het overheidsbeleid. Politiek Den Haag heeft na 1998 een centralisatiebeweging in gang gezet die ertoe leidde dat het coördinatie-orgaan (de vroegere NOS) onder het motto van BBC-under construction, veel nieuwe medewerkers heeft aangenomen. Die zijn niet belast met het produceren van programma's, maar met coördinatie, e.d.. Een voorbeeld is de
toename van de kosten met betrekking tot het management van de televisienetten en de radiozenders. Met andere woorden: het is paradoxaal dat de overheid heeft gekozen voor een gecentraliseerde, dure vorm van publieke omroep en deze vervolgens opzadelt met bezuinigingen op (niet-programmatische) kosten, waarvan de overheid zelf de oorzaak is.

De toename van indirecte kosten geldt trouwens niet alleen voor de publieke omroep. Het lijkt wel of politiek Den Haag bij het wetgevingsproces geen oog heeft voor de kosten die het gevolg zijn van de uitvoering van nieuwe regels. Het midden- en kleinbedrijf klaagt steen en been over de toenemende kosten die voortvloeien uit de almaar uitdijende en complexer wordende wetgeving, die overigens ook nogal een s tegenstrijdigheden bevat. Evenmin blijft de burger gespaard. Recente publikaties wijzen erop dat de nieuwe Wet Inkomstenbelasting zo ingewikkeld is steeds meer burgers het aangifteformulier niet ingevuld krijgen zonder hulp van een professional. Kortom: als de overheid wil dat instellingen bezuinigen
op niet-programmatische, cq indirecte kosten dan zou zij zelf een grote bijdrage kunnen leveren door wetten en regels op grote schaal te vereenvoudigen, c.q. te elimineren. De publieke omroep zou daarmee in vergelijking met omringende landen nog efficiënter worden.

21 aug 03 16:41