Het Nationaal Archief


Geen grondwet, geen bestuur

Den Haag, 22 augustus 2003
Voor Haagse ambtenaren is het nog belangrijker dan een pluim van de minister. Wetsvoorstellen mogen er niet mee in strijd zijn. En dit jaar diende een havo-scholiere een klacht in omdat ze geacht werd het te kennen: Artikel 1 van de Nederlandse grondwet. Dit en uiteraard de andere artikelen van onze grondwet vormen de basis van onze parlementaire democratie en de rechtsstaat. Aan wie heeft Nederland dit te danken? Aan de weinig aansprekende staatsman Johan Rudolf Thorbecke, die in 1848 de grondigste herziening van ons wetstelsel heeft uitgedacht en uitgevoerd.

Ommekeer
De grondwetsherziening van 1848 staat in alle geschiedenisboekjes. Net als de naam van Thorbecke, die zelfs in deze tijd bij de meeste Nederlanders nog wel een flikkering van herkenning veroorzaakt. Maar dat is, over het algemeen genomen, alle kennis over deze intrigerende tijd en de meest invloedrijke politicus uit de Nederlandse geschiedenis die we paraat hebben. Toch was de grondwet van Thorbecke een ommekeer in de Vaderlandse geschiedenis. En Thorbecke zelf was zeker niet de zure, saaie professor die ons vanaf de officiële portretten aankijkt.

Interview
Gerard Hooykaas kan het weten. In het augustusnummer van het Nationaal Archief Magazine kunt u een interview lezen met deze historicus die liefst 32 jaar (!) lang heeft gewerkt aan een 7-delige publicatie van Thorbeckes correspondentie. Hooykaas licht in het Nationaal Archief Magazine een tipje van de sluier op en laat de mens achter de geschiedenis spreken. En mocht u het zich afvragen, ook dit komt aan bod: wat staat er nu eigenlijk in artikel 1 van de grondwet?

Om het augustusnummer te verkrijgen kunt u contact opnemen met Suzanne Barbier van de afdeling Communicatie, 070 - 331 54 55 of suzanne.barbier@nationaalarchief.nl.