Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Kant over artsenbezoekers (2020314220).
---
Wat is uw mening over het verkennende onderzoek van DGV, het Nederlands instituut voor
verantwoord medicijngebruik, naar de informatievoorziening door artsenbezoekers? Juicht u
verder onderzoek toe?
---
Onderzoek naar en monitoring van de marketingpraktijken van de farmaceutische industrie is
van groot belang. Het behoort tot de taken van de Stichting DGV om de doelmatige
geneesmiddelenvoorziening te bevorderen.
De resultaten van dit onderzoek zijn vooralsnog voorlopig van karakter. In november
aanstaande verwacht ik de eindrapportage op dit terrein van de Stichting DGV.
---
Bent u van mening dat niet gesproken kan worden van objectieve informatievoorziening
indien blijkt dat bijwerkingen, contra-indicaties en interacties met andere geneesmiddelen
slechts in de helft van de bezoeken worden gemeld?
---
Van objectieve informatieverstrekking is naar mijn opvatting pas sprake indien alle voor- en
nadelen op gelijke wijze aan bod komen. Ik begrijp dat dit in de praktijk soms lastig kan zijn.
Om dit enigszins te kunnen ondervangen is dan ook in het Reclamebesluit geneesmiddelen
de verplichting voor de artsenbezoeker opgenomen om te allen tijde de IB tekst van het
desbetreffende geneesmiddel beschikbaar te hebben.
---
Wat is uw mening over het feit dat artsenbezoekers naar het oordeel van de artsen wel
meer kennis dan de artsen hebben over het eigen product maar minder dan artsen als het
gaat om andere middelen, onderzoekstechnische kennis en standaardtherapie?
---
Het betreft een vraag naar de inschatting van artsen over het kennisniveau van het eigen
middel. De kennis van de artsenbezoeker over dit onderwerp wordt vergeleken met de arts
hoger ingeschat.
Ik acht dit getuigen van een realistische kijk van de kant van de huisartsen. Over
vergelijkbare middelen schat de arts de kennis van de artsenbezoeker in meer dan de helft
van de gevallen even hoog in als dat van de arts. Op het terrein van de
onderzoekstechnische kennis en standaardtherapie blijft de artsenbezoeker in kennis achter.
Gezien het verschil in opleidingsniveau wekt dat bij mij als zodanig geen verbazing.
---
Erkent u dat uit onderzoeken blijkt dat artsen zich door artsenbezoekers laten beïnvloeden
ook al denken de meeste artsen van niet?
---
Uit een aantal onderzoeken is dat inderdaad gebleken.
---
---
Wat is uw mening over de inbreng van de farmaceutische industrie in het FTO?
---
Het FTO is er mijns inziens bij gebaat zoveel mogelijk gebruik te maken van onafhankelijke
informatiebronnen. In sommige gevallen kan ik mij voorstellen, vanwege de nieuwheid van
het desbetreffende product, dat er rechtstreeks, objectieve informatie wordt gegeven door
de farmaceutische industrie.
Uit de FTO-peiling 2002 van de Stichting DGV blijkt dat de helft van de FTO-groepen
minstens eenmaal per jaar gebruik maakt van ondersteuning door de farmaceutische
industrie. Doorslaggevend is dat de objectieve besluitvorming in FTO-verband afdoende is
gewaarborgd. De Stichting DGV heeft het initiatief genomen tot certificering van FTO-
groepen. Objectieve besluitvorming vormt een onderdeel van deze certificering.
---
Hoe denkt u over het geven van cadeaus? Denkt u ook dat de tendens om minder cadeaus
te geven te maken heeft met het strenge optreden van de Inspectie voor het
Reclametoezicht? Zo ja, hoe denkt u over de rol van de Inspectie in de toekomst?
---
Ik ben verheugd te constateren dat uit de voorlopige resultaten van het rapport de tendens
blijkt dat er minder cadeaus gegeven worden en de cadeaus die gegeven worden van
geringere waarde zijn. Het optreden van de Inspectie zal zeker een rol hebben gespeeld bij
het ontstaan van deze tendens.
In de nabije toekomst zal de Inspectie de wijze waarop de zelfregulering functioneert
nauwgezet monitoren en daarvan verslag uitbrengen.
7 en 8
Wat gaat u doen met de signalen uit het onderzoek dat nu meer de weg wordt gezocht van
seeding-trials (vergoedingen van epidemiologisch onderzoek)?
Klopt het dat er zelfs artsenbezoekers zijn die artsen of apothekers proberen om te kopen?
Zo ja, kunt u de Kamer hierover informeren en wat gaat u hieraan doen?
7 en 8
Uit de mij thans beschikbare voorlopige resultaten van het onderzoek heb ik noch genoemd
signaal noch de conclusie dat artsenbezoekers artsen of apothekers proberen om te kopen
kunnen traceren.
---
Erkent u dat uit deze eerste verkenning blijkt dat de artsenbezoekers gekleurde en partijdige
gesprekspartners zijn die eerder verkoopgericht dan informatiegericht bezig zijn? Zo ja, baart
het feit dat de meeste artsen in dit onderzoek denken dat de artsenbezoeker
informatiegericht was u dan geen zorgen?
---
Met de kanttekening dat de resultaten thans nog voorlopig van karakter zijn, geven zij wat
de artsenbezoekers betreft reden tot enige aanpassing van de inhoud van de opleiding.
Het zou mijns inziens een goede zaak zijn indien aan de uiteindelijke resultaten van dit
onderzoek aandacht wordt besteed in het FTO dan wel in de nascholing van de huisarts.
Zodra het definitieve rapport beschikbaar is en daartoe uiteraard nog voldoende aanleiding
bestaat, zal ik dit opnemen van de LHV.
---
10
Bent u bereid bij te dragen aan objectieve informatievoorziening aan artsen zo nodig in de
vorm van onafhankelijke artsenbezoekers?
10
Ik acht het geen taak van de overheid om onafhankelijke artsenbezoekers aan te stellen.
De overheid ondersteunt wel op een andere wijze de objectieve informatievoorziening, zoals
via het Farmacotherapeutische Kompas van het College voor Zorgverzekeringen en de
protocollen en richtlijnen van wetenschappelijke verenigingen.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport