Gemeente Dordrecht

vreemde ogen

---

Dordrecht: 'Verdeling van budget te onwillekeurig'

Vincent Brinkhof
Vorige week stuurde het Dordtse college van Burgemeester en Wethouders een brandbrief aan de leden van de Tweede Kamer om erop aan te dringen om deze week een kritisch oordeel te hebben over het onderdeel `objectief verdeelmodel' uit het Wetsvoorstel Wet Werk en Bijstand (WWB).
Als het aan deze Wet ligt, krijgt Dordrecht vanaf 2004 te maken met een oplopend jaarlijks tekort van EUR 9 miljoen ofwel 18% op het budget voor Bijstand-suitkeringen. Dordrecht liet onderzoeken hoe het komt dat het verdeelmodel tot zulke grote tekorten leidt voor de stad. De eerste resultaten zijn bekend en zijn met spoed aan de Tweede Kamer gestuurd. Dordrecht is overigens niet de enige `nadeelgemeente', ook steden als Rotterdam en Gouda behoren daartoe.

De eerste onderzoeksresultaten maken duidelijk dat Dordrecht qua grootstedelijke problematiek in veel opzichten meer lijkt op de G4 (Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht) dan op de G-20. Enkele factoren van invloed: Dordrecht heeft relatief veel eerste generatie niet-westerse allochtonen en laagopgeleiden. Deze mensen hebben de grootste afstand tot de arbeidsmarkt, waardoor de kans dat zij afhankelijk worden van een bijstandsuitkering relatief groot is. Het verdeelmodel houdt hiermee geen rekening.
Daarnaast heeft Dordrecht relatief veel goedkope woningen, waardoor de stad een gunstige vestigingsplaats is voor personen met een lage inkomenspositie zoals bijstandsontvangers.
Studentensteden profiteren van het verdeelmodel, omdat zij relatief veel inwoners hebben met een lage inkomens en relatief veel eenpersoonshuishoudens. Daarvoor wordt geld toegekend, terwijl studenten geen beroep doen op de bijstand. Dordrecht is hier in het nadeel.

Wethouder Sociale Zaken J.W. Spigt: "Dordrecht heeft relatief zware grootstedelijke problemen op te lossen, ook voor omliggende regiogemeenten, maar krijgt hiervoor niet het benodigde budget. Het verdeelmodel lijkt daardoor enigszins op een tombola dat rijke steden rijker maakt en onvoldoende de problemen erkent van steden die het geld echt nodig hebben. Wij hebben de Tweede Kamer daarom vandaag een vervolgbrief gestuurd".