D66

Kamer moet inzage krijgen in informatie Irak-oorlog

Buitenland

Bert Bakker

28-08-2003 - D66 wil dat de Tweede Kamer inzicht krijgt in de informatie die de Nederlandse regering van de Britse en Amerikaanse overheid heeft ontvangen, op basis waarvan politieke steun is uitgesproken voor de oorlog tegen het regime van Saddam Hoessein. Het is belangrijk dat er duidelijkheid komt over de kwaliteit van de informatie van onze partners en over de wijze waarop de regering het Parlement en het Nederlandse volk heeft geïnformeerd aan de vooravond van de aanval op Irak, aldus kamerlid Bert Bakker.

D66 heeft in het debat verzocht om de informatie van de MIVD en de AIVD waarop de regering de steun voor de aanval op Irak heeft gebaseerd vertrouwelijk ter inzage te geven aan de kamercommissie Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Bakker: Alleen dan kan de Tweede Kamer haar wettelijke taak, namelijk het controleren van de regering, naar behoren uitoefenen. Ik begrijp dat deze informatie gevoelig ligt, maar de regering kan niet zomaar over het grote belang van dit onderwerp heen stappen.

Volgens D66 heeft de situatie in Irak op dit moment echter nog hogere prioriteit dan de reconstructie van het verleden. Bakker: De situatie in Irak verslechtert dagelijks. Het herstellen van de orde en veiligheid wordt stelselmatig gesaboteerd door aanslagen en nog altijd functioneren de publieke diensten niet. Het ontbreken van de instemming van de wereldgemeenschap bij de aanval op Irak wreekt zich nu: de bezetters ontbreekt het aan gezag in Irak. Om het vertrouwen van de Irakzen te winnen ziet D66 het als noodzakelijke voorwaarde, dat de Verenigde Naties een grotere rol krijgen in de wederopbouw van Irak.

Het is een zegening voor de wereld dat Saddam Hussein is verdreven. Daar is iedereen het over eens. Het probleem is nu dat Bush en Blair - en ook de Nederlandse regering - de oorlog tegen Irak niet hebben verkocht als een mensenrechtenoperatie, maar als een preventieve aanval tegen een acute bedreiging van de wereldvrede. Het bewijs van die acute dreiging blijkt achteraf sterk overdreven. De massavernietigingswapens van Saddam Hussein vormden geen bedreiging voor de westerse wereld. D66 heeft de preventieve oorlog nooit gesteund, omdat wij de gevaren van het regime-Hoessein wel onderkenden, maar wapeninspecties de juiste weg voorwaarts vonden.