CDA Rotterdam


Actueel

Rotterdam, 27 augustus 2003 CDA geeft reactie op nota opvoedingsondersteuning

Opvoedingsondersteuning is een belangrijk onderwerp voor het CDA. In 1999 hebben wij het initiatief genomen om te komen met een Rotterdams gezinsbeleid en met steun van de Raad heeft dat geleid tot discussies over opvoedingsondersteuning. Wij vinden de opvoeding van kinderen tot actieve burgers in onze samenleving ontzettend belangrijk voor de toekomst van de stad. Het stimuleren van kinderen, het bijbrengen van goed gedrag, van verantwoordelijkheidsgevoel, van orde en gezag: het gebeurt allemaal in het gezin. Als we het levensverhaal van jongeren die de mist in gaan ontrafelen, dan merk je dat veel ellende in de vroege jeugd al voorspelbaar was. Iedereen weet bij sommige kinderen dat het zonder ingrijpen echt fout gaat. Maar ingrijpen doen we niet, dat kunnen we niet, dat mogen we niet. Maar als we problemen echt bij de wortel willen aanpakken, dan moeten we bij de opvoeding beginnen. Ik kan nu beginnen met een uitvoerig verhaal over waarden en normen, want uiteindelijk gaat het daar om, maar ik zal me nu beperken tot enkele opmerkingen over opvoedingsondersteuning. Voor het CDA is het wel cruciaal dat we als stad, als samenleving, kinderen en de gezinnen waaruit zij komen ontzettend belangrijk vinden. Opvoedingsondersteuning is belangrijk, maar welzijnswerk, onderwijs, sociaal cultureel werk, speelplekken en speelplaatsen zijn minstens zo belangrijk. De wereld buiten het gezin moet de opvoeding van ouders zoveel als mogelijk ondersteunen.

De CDA-fractie is tevreden over uitwerking van de motie over opvoedingsondersteuning. Het heeft even geduurd, maar de tijd is goed benut. Ik ben met name tevreden over het proces van totstandkoming van deze nota, maar ook over het draagvlak onder betrokken partijen zoals Justitie en de stadsregio en ook ben ik tevreden over de inhoud. De CDA-fractie legt op enkele punten andere accenten da de schrijvers van de nota en deze wil ik inbrengen in deze commissievergadering.

De CDA-fractie schreef voordat de nota verscheen een eigen nota om voor ons zelf helder te krijgen wat we nu eigenlijk willen. We dele deze nota vanmiddag uit. Ik zal deze niet uitvoerig bespreken, maar ik wil wel enkele uitgangspunten aanstippen:

- Opvoedingsondersteuning op maat

- Basisvoorziening noodzakelijk, opbouw van licht naar zwaar
- Dagelijke breng-haalcontacten

- Laagdrempelige hulp, informatieverstrekking, kennisuitwisseling
- Hoogwaardige opvoedingsondersteuning bij zwaardere problemen
- Vrijwillige gezinsinterventies en gezinscoaching
- Verplichte interventies

- Opvoedingsondersteuning laagdrempelig organiseren
- Opvoedingsondersteuning in een keten organiseren

Als we dan kijken naar deze nota, dan hebben we daar wel enkele inhoudelijke opmerkingen over te maken.

a.Het consultatiebureau en de school, dat zijn de kernpunten in de opvoedingsondersteuning, daar komen ouders en kinderen. Investeren in schoolmaatschappelijk werk is noodzakelijk, maar werkers op het consultatiebureau en leerkrachten moeten ook opvoedingsvragen kunnen beantwoorden. Ook hier moet meer aandacht voor komen. Voorkom dubbelingen tussen schoolmaatschappelijk werk en de jeugdgezondheidszorg.

b.Aandacht voor schoolmaatschappelijk werk. Het schoolmaatschappelijk werk moet zoveel mogelijk problemen zelf kunnen oplossen en zo weinig mogelijk moeten doorverwijzen naar de Jeugdzorg. Dit vergt extra middelen.

c.Vrijwillegerswerk en maatschappelijke organisaties zijn essentieel. Dit is in de nota nog onvoldoende uitgewerkt.

d.Ook een Rotterdamse variant van gezinscoaching is essentieel. De nota is nogal vaag over positionering gezinscoaching. Voor het CDA moet de gezinscoach geen bureaucraat zijn, 80% van zijn werktijd moet beschikbaar zijn voor gezinnen, hij moet beperkt doorverwijzen naar andere instanties, hij moet flexibel zijn qua inzet, maatgevend voor de inzet in het gezin is de behoefte van het gezin.

e.De CDA-fractie heeft zorgen om de aansluiting in de keten van de Jeugdzorg. Met name door capaciteitsproblemen bij het bureau Jeugdzorg is het nodig dat er zo weinig mogelijk wordt doorverwezen. Investeren in het einde van de keten is noodzakelijk.

f.Is voldoende duidelijk waar de tekorten zijn in de keten van zorg? Kunnen we de feitelijke behoefte kwantificeren?

g.Het CDA is voorstander van een voorfase op de ondertoezichtstelling (OTS). Het is wenselijk dat dit snel in een pilot wordt uitgewerkt

Ook nog even een financiele opmerking: Er is veel geld nodig voor uitbreiding van de keten van de jeugdzorg. Ondanks het lastig financieel tij moeten we nu investeren om niet de (maatschappelijke) rekening over 10 jaar gepresenteerd te krijgen. Het is essentieel om nu te investeren!