BVE RAAD

Flinke stijging in deelnemersaantal opleidingen gezondheidszorg en welzijn

Leerlingenaantal in mbo stijgt fors

Leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs blijven langer op school. Dat blijkt uit de leerlingenaantallen van het schooljaar 2002/2003. Margo Vliegenthart, voorzitter van de Bve Raad, de brancheorganisatie voor scholen in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie, spreekt haar bezorgdheid hierover uit tijdens de opening van het schooljaar die vandaag gevierd wordt in Theater De Flint te Amersfoort.

Het mbo telt in 2002/2003 bijna 450.000 deelnemers ten opzichte van 430.000 in 2001/2002. Dat is een stijging van gemiddeld 4%. De sterkste stijging doet zich voor in de zorg en welzijnsberoepen. Ongeveer 10% meer jongeren dan het jaar ervoor volgde in 2002/2003 een opleiding in de gezondheidszorg of welzijnssector. Ten opzichte van 1998 is dat een groei van maar liefst ruim 20%.

Door de stijging van het aantal leerlingen in het mbo zullen scholen straks aan hun limiet zitten van de opnamecapaciteit. Daarnaast zal de vraag naar stageplaatsen en leerwerktrajecten stijgen door het groeiende leerlingenaantal en de bezuinigingen op de fiscale scholingsfaciliteiten die het kabinet van plan is om uit te voeren. Wanneer met name de opleidingen in de gezondheidszorg getroffen worden door een tekort aan stageplaatsen en leerwerkplekken, dan is dat funest voor de waarde van de opleiding. 'Zonder praktijkervaring is de opleiding geen euro meer waard omdat leerlingen geen diploma kunnen halen. Dit geldt trouwens voor alle beroepsopleidingen. Dit is een volstrekt ongewenste ontwikkeling in het licht van de stijgende jeugdwerkloosheid', aldus Vliegenthart.

Staatssecretaris Annette Nijs van Onderwijs reikt aan 45 Mbo-uitblinkers de Bve-prijs Mbo-uitblinkers 2003 uit. De 'mbo-uitblinkers' zijn 45 deelnemers die door hun roc, aoc en vakschool zijn uitgekozen uit honderden kandidaten omdat ze tijdens hun stage of in hun werk bij een leerbedrijf een fantastische prestatie hebben neergezet. Zij vielen bij hun leerbedrijf op door hun inzet, motivatie, creativiteit en vakmanschap.

Noot redactie:

Toespraak Margo Vliegenthart is hieronder bijgevoegd. Meer informatie over de uitblinkers vindt u op www.bveraad.nl/uitblinkers2003. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frans Visée, hoofd Communicatie en Public Affairs, telefoon (030)-22 19 810 of 06-502 72 669; e-mail: f.visee@bveraad.nl.

Als landelijke branche- en werkgeversorganisatie van alle onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (bve), behartigt de Bve Raad de belangen van de aangesloten onderwijsinstellingen. De bve-sector telt 650.000 deelnemers en 46.000 werknemers. Ongeveer veertig procent van de Nederlandse beroepsbevolking is opgeleid in het middelbaar beroepsonderwijs. Daarmee is het middelbaar beroepsonderwijs het meest voorkomende opleidingsniveau op de arbeidsmarkt.

Speech Margo Vliegenthart, voorzitter Bve Raad, bij de opening van het schooljaar 2003-2004, vrijdag 29 augustus 2003 in De Flint te Amersfoort.

Dames en heren,

Graag heet ik u allen bijzonder welkom op de opening van het schooljaar 2003-2004 en een heel bijzonder welkom aan de MBO uitblinkers. Ik wil jullie alvast van harte feliciteren met jullie uitverkiezing.

Het is vandaag een feestelijke dag en dat moet het ook vooral blijven, maar ik kan er niet om heen om wat te zeggen over de actualiteit. Met name over het bericht dat het kabinet een prestatiebeurs wil invoeren voor deelnemers boven de 18 van niveau 3 en 4 in het mbo om op deze manier extra te kunnen bezuinigen. Met ontstemming heb ik kennisgenomen van dit bericht. Met de invoering van deze maatregel wordt een drempel opgeworpen voor jongeren om met een mbo-opleiding te beginnen of in het mbo door te leren. Veel jongeren en ouders zullen het financiële risico niet aandurven, zeker niet in tijden waarin het slecht gaat. En met de huidige situatie van jeugdwerkloosheid, nu er te weinig plek is op de arbeidsmarkt, zou het heel erg goed zijn als jongeren langer doorleren om op die manier nog beter gekwalificeerd aan de slag te kunnen als er weer plek is. En dat wordt dus een stuk moeilijker gemaakt. Dat staat dus haaks op wat nodig is en haaks op de doorstroomagenda. Het kabinet ondergraaft hiermee zijn eigen beleid.

Omdat de economische vooruitzichten somber zijn, blijven deelnemers namelijk langer op school. Dat blijkt ook uit de deelnemersaantallen van het schooljaar 2002/2003, die een stijging laten zien van gemiddeld 4% ten opzichte van het jaar daarvoor. Het mbo telt in 2002/2003 bijna 450.000 deelnemers ten opzichte van de 430.000 in 2001/2002. De sterkste stijging doet zich voor in de zorg en welzijnsberoepen.
Als deze stijging van het aantal deelnemers doorzet, en er is geen reden om aan te nemen dat dat niet zo zou zijn, dan krijgen de instellingen daar een zware dobber aan.
Doordat de financiering van scholen gebaseerd is op het deelnemersaantal van twee jaar geleden, blijft de financiering dus achter bij de stijging van de kosten als gevolg van de stijging van het deelnemersaantal. Wanneer het aantal deelnemers de komende jaren zo hard blijft stijgen, komen de grenzen in zicht van wat scholen aan nieuwe instroom kunnen opnemen. De Bve Raad heeft aan het ministerie van OCW voorgesteld om hier afspraken over te maken.

Wat mij verder zorgen baart is dat het aantal stageplaatsen en leerwerkplaatsen onder druk staat door bezuinigingen in het bedrijfsleven en de gezondheidszorg. Vooral in de laatste branche is dit zorgwekkend omdat het aantal deelnemers dat voor deze branche kiest, toeneemt. Ongeveer 10% meer jongeren dan het jaar ervoor volgde in 2002/2003 een opleiding in de gezondheidszorg of welzijnssector. Ten opzichte van 1998 is dat een groei van maar liefst ruim 20%. De grote behoefte aan personeel in de zorg maakt het aantrekkelijk voor deelnemers om voor deze sector te kiezen. Willen deze jongeren opgeleid worden tot goed gekwalificeerde verpleegkundigen en verzorgenden, dan zullen zij de mogelijkheid moeten hebben om praktijkervaring op te doen. Zonder deze ervaring is hun opleiding geen euro meer waard, omdat ze geen diploma kunnen halen! Dat geldt trouwens voor alle andere beroepsopleidingen. Toch merken we dat het niet eenvoudig is om voor al die jongeren die graag een opleiding in deze sectoren willen volgen een stageplaats of een leerwerkplaats te vinden. Terwijl werkgevers toch zitten te springen om personeel.

Jammer genoeg worden de bezuinigingen op stage- en leerwerkplaatsen nog eens aangewakkerd door de regering die de fiscale faciliteiten wil afbouwen voor ondernemers en instellingen die
praktijkervaringsplaatsen beschikbaar willen stellen. Op die manier wordt het middelbaar beroepsonderwijs de middelen uit handen genomen om goed onderwijs te geven én een belangrijke rol te spelen bij het bestrijden van de jeugdwerkloosheid.

Waar het vooral op aankomt, is dat alle betrokken partijen - sociale partners, kabinet en beroepsonderwijs - hun verantwoordelijkheid nemen en tot een gezamenlijke aanpak komen. Alleen dan kan de jeugdwerkloosheid effectief bestreden worden.
Een gezamenlijke aanpak is nodig omdat de maatregelen van bedrijven, overheid en onderwijs elkaar beïnvloeden. Zo kunnen we voorkomen dat bepaalde maatregelen elkaar onderling tegenwerken en bereiken we dat maatregelen elkaar juist versterken. Dat hebben we geleerd uit de jaren tachtig toen de overheid en sociale partners erkenden dat het bestrijden van de jeugdwerkloosheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. De Bve Raad heeft zich de afgelopen maanden dan ook achter de schermen in het overleg met de ministeries van OCW en sociale zaken zeer druk gemaakt over een effectieve aanpak.

In de jaren 80 en 90 had het middelbaar beroepsonderwijs onvoldoende middelen en mogelijkheden om uiteenlopende groepen jongeren op te vangen. Ondernemers bezuinigden noodgedwongen op scholing, wat vaak de eerste post is als men moet bezuinigen. De rekening kwam later. Toen de economie aantrok, waren goed opgeleide vakmensen nauwelijks te krijgen. Dat is iets wat we deze keer moeten zien te voorkomen en zeker als we de ambitie hebben om tot de meest innovatieve landen van Europa te behoren.

Dames en heren,

Om de jeugdwerkloosheid een halt toe te roepen zijn er snelle oplossingen nodig, niet alleen gericht op voldoende stage-en leerwerkplaatsen, maar ook op het bestrijden van de uitval uit het beroepsonderwijs van vooral kwetsbare jongeren als de risicojongeren. De Bve Raad denkt daarbij aan maatwerk en flexibiliteit in het onderwijsaanbod en begeleiding van de kwetsbare groepen op stage- en leerwerkplaatsen.

Hoe kunnen we bereiken dat bedrijven meer stage- en leerwerkplaatsen aanbieden? De overheid kan hieraan bijdragen door de fiscale faciliteiten, zoals de Scholingsaftrek in tact te laten. Verder moet de regering voldoende investeren in het versterken van het beroepsonderwijs (vmbo, mbo en hbo), dus ook door doorstromingsmogelijkheden te bevorderen en te investeren in uitvalbestrijding. Het is aan de sector om het beroepsonderwijs te vernieuwen en daarmee een bijdrage te leveren aan de realisatie van die doelstellingen.

Genoeg over de zorgen, nu over naar het feestelijke karakter van deze middag.
Want vanmiddag laten de deelnemers u zien wat de kracht is van het beroepsonderwijs. Door de combinatie van onderwijs en de werkervaring zijn mbo'ers niet alleen vakmensen, maar kennen zij de praktijk van hun beroep en weten zij daardoor wat werkgevers van hen verlangen. Vijfenveertig uitblinkers nemen straks de kroon op hun werk in de vorm van de Bve-prijs Mbo-uitblinkers 2003 in ontvangst uit handen van Annette Nijs, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Backstage Bikkels hebben ervoor gezorgd dat deze locatie op en top is aangekleed. De dansers van het Nova College en Dario Fo College laten zien dat het mbo veel creativiteit in huis heeft.

Ik wens u een sprankelende middag toe.

29 aug 03 12:18