Gemeente Groningen

dinsdag 2 september:
Samenwerking Groningse instellingen geestelijke gezondheidszorg loont

Het college van B&W van Groningen heeft kennis genomen van het jaarverslag van het Openbare Geestelijke gezondheidszorg (OGGz) samenwerkingsverband. Het jaarverslag geeft een beeld dat de samenwerking tussen een aantal Groningse zorginstellingen is verbeterd. Waardoor cliënten sneller en beter geholpen worden. Afgelopen jaar zijn er 437 meldingen geweest en in behandeling genomen. De meldingen betroffen vooral meervoudige problemen over huisvesting, sociaal functioneren, psychiatrie en verslaving. Van de 437 meldingen hadden 332 al een hulpverleningscontact binnen of buiten de samenwerkende organisaties of zijn hierheen verwezen. Van de 437 meldingen waren 135 al in behandeling bij één van de samenwerkende organisaties. Waarvan het grootste gedeelte is doorverwezen naar de MJD en de GGZ. Er zijn 40 cliënten in zorg bij overige hulpverleningsinstellingen, zoals o.a. de Stichting Reclassering Nederland of de Giska. Het aantal lopende contacten van het OGGz team bedraagt 105.
Het samenwerkingsverband OGGz bestaat uit de AVG (Ambulante Verslavingszorg Groningen), GGz (Geestelijke Gezondheidsszorg), MJD (Maatschappelijke en Juridische Dienstverlening), Kuno van Dijkstichting (Verslavingskliniek) en de GGD (Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst). Het samenwerkingsverband is een project van drie jaar en heeft als doel langdurige zorgafhankelijke personen met complexe problemen en vaak zonder expliciete hulpvraag beter te helpen; niet alleen de groep die als lastig wordt ervaren, maar ook mensen met stille problematiek. Het afgelopen jaar heeft het samenwerkingsverband veel van haar gestelde doelen gehaald. Waaronder nieuwe samenwerkingsafspraken en heldere procedure afspraken. Het komende jaar zal er meer geïnvesteerd worden in de samenwerking met de diverse samenwerkende organisaties. Daarnaast zal het OGGz team meer voorlichting gaan geven aan samenwerkende instellingen, verdere implementatie van de methodiek en het continueren van de onderlinge samenwerking.