Ingezonden persbericht


Persbericht

Datum: 12 september 2003
Nummer: 2003-24

WLTO verwijt provincie tegenstrijdigheid in beleidsvoornemen

Streekplan Zuid-Holland-Oost funest voor agrarische sector

De Westelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (WLTO) heeft de provincie Zuid-Holland vanmiddag opgeroepen het streekplan Zuid-Holland-Oost op een aantal punten ingrijpend te wijzigen. Met de vertoning van de video 'Ruimte voor de land- en tuinbouw' aan de commissie Ruimte en Wonen wilde de WLTO laten zien dat bedrijfsontwikkeling én agrarisch natuurbeheer door het streekplan vrijwel onmogelijk wordt gemaakt. De actuele discussie over waterberging kwam tijdens de gedachtewisseling met statenleden ook aan bod.

Enerzijds hecht de provincie veel waarde aan de economisch zeer belangrijke sectoren als boomteelt en glastuinbouw. Anderzijds stelt ze onvoldoende middelen ter beschikking voor herstructurering en ruimte voor hervestiging. Het steekt leden van de WLTO in dit gebied, waaronder veehouders, dat grote arealen van hun gronden met agrarische bestemming zijn aangewezen als nieuwe natuur. Hierdoor wordt de ontwikkelingsruimte voor agrarisch ondernemers beperkt en daarmee wordt het afsluiten van nieuwe contracten voor agrarisch natuurbeheer onmogelijk. Daarbij mogen er volgens het conceptstreekplan, geen grootschalige (nieuwe stal) of kleinschalige (egaliseren grasland) ingrepen meer worden uitgevoerd. De provincie meent het belang te onderkennen van grondgebonden veehouderij als drager van natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden. Toch wordt de sector met dit streekplan opgezadeld. De veehouderij verwacht vooral belemmeringen ten aanzien van:
- een niet-agrarisch waterpeil in delen die zijn aangewezen als 'veen+';
- langdurige ontheffingsprocedures voor bouwblokvergroting;
- een verbod op slootdempingen en bedrijfsverplaatsingen.

De WLTO wil benadrukken dat natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden juist zijn ontstaan dankzij de inspanningen van agrariërs en die waarden gaan door de functiewijzigingen van de provincie verloren. Het agrarisch cultuurlandschap in het Groene Hart kan alleen behouden blijven met een economisch gezonde landbouw die ruimte krijgt om zich te ontwikkelen. De WLTO wil dat de belemmeringen uit het streekplan worden gehaald om agrarische structuurversterking te bevorderen.

Waterberging
Tijdens de gedachtewisseling werd er veel tijd ingeruimd voor de waterbergingsdiscussie. Meer en meer statenleden lijken overtuigd dat extra locaties voor waterberging in Zuid-Holland-Oost voor tijden van droogte geen zoden aan de dijk zet. Het IJsselmeer en het Haringvliet vormen tezamen meer dan voldoende voorraadberging, zo pleit de WLTO. Wel zouden de waterverbindingen van en naar deze wateren verbeterd moeten worden.

Dierlijke sectoren
De varkens- en pluimveebedrijven worden door het nieuwe streekplan belemmerd in hun ontwikkeling. De bedrijven kunnen hierdoor niet meer voldoen aan dierenwelzijn-, milieu- en maatschappelijke eisen. Bestaande bedrijven in Zuid-Holland hebben namelijk 50% meer ruimte nodig, aldus de WLTO, om op die eisen in te kunnen spelen en een boterham te kunnen blijven verdienen voor hun gezinsbedrijven..

Enkele statenleden worden op hun verzoek nader geïnformeerd over bovengenoemde knelpunten. Bij de openbare werkvergaderingen op 9 en 27 oktober bespreken de statenleden of de door de WLTO gewenste wijzigingen worden doorgevoerd. Het streekplan wordt naar verwachting 12 november vastgesteld.


---
Noot voor de redactie (