Universiteit van Utrecht

Persbericht van de Universiteit Utrecht

12 september 2003

Universiteit en gemeente dragen bij aan exploitatie

Stralende toekomst voor Utrechtse Sterrenwacht

De Universiteit Utrecht, de gemeente Utrecht en de K.F.Hein Monumentenstichting gaan bijdragen aan de exploitatie van Museum Sterrenwacht Sonnenborgh. De bedrijfsvoering komt in handen van het Utrechts Universiteitsmuseum maar de Sterrenwacht blijft wel een zelfstandige locatie. De museumfunctie zal worden uitgebreid, onder meer met de toevoeging van de historische collectie weerkundige objecten van het KNMI aan de vaste presentaties. Op maandag 15 september, precies 150 jaar na de eerste steenlegging door koning Willem III in 1853, wordt de nieuwe fase van de Sterrenwacht ingeluid door de in gebruikname van de nieuw ingerichte Meridiaanzaal en de installatie van het nieuwe bestuur.

In de nieuw ingerichte Meridiaanzaal staat onder meer de meridiaankijker uit 1824. Deze meridiaankijker was het eerste instrument dat in 1853 in de sterrenwacht was opgesteld en werd gebruikt voor tijdsbepaling door metingen aan sterren.
Het nieuwe bestuur bestaat uit de volgende personen: Edward Peter van den Heuvel, voorzitter; Willem Hendrik Gispen, namens de Universiteit Utrecht;Mathias Drummen, namens Stichting De Koepel; Peter Hoyng, namens het Sterrenkundig Instituut van de Universiteit Utrecht; Edwin Mathlener, namens de Groep Vrijwilligers van het Museum Sterrenwacht Sonnenborgh; Joost de Jong, namens het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en Nicolaas Janssen, namens de K.F. Hein Monumentenstichting.

Het initiatief om op Sonnenborgh een sterrenwacht en een weerkundig instituut te vestigen kwam van Buys Ballot. Al vanaf 1848 werden er meteorologische waarnemingen gedaan op het bastion, dat toen nog aan de rand van de stad lag. Het KNMI begon in 1854 haar werkzaamheden op Sonnenborgh totdat de meteorologen in 1897 naar De Bilt verhuisden. De belangrijkste instrumentele uitbreiding kwam met de aanstelling van Marcel Minnaert als directeur. Bij zijn benoeming in 1936 stelde hij als eis dat de Sterrenwacht werd uitgebreid met de zonnespectrograaf. Met de komst van dit instrument begon een ongekende bloeiperiode van de Utrechtse Sterrenwacht. De Utrechtse astronomen verwierven wereldfaam als zonneonderzoekers. In 1987 verlieten de sterrenkundigen het bolwerk en verhuisde het Sterrenkundig Instituut naar de Uithof.

Vanaf die tijd kreeg de Sterrenwacht een museum- en publieksfunctie en zorgt daarmee voor de popularisering van weer- en sterrenkunde op regionaal en nationaal niveau. Bij de publiekssterrenwacht kan het publiek onder meer met historische instrumenten en met moderne telescopen een blik op het heelal werpen. Met financiële ondersteuning door de EU, de gemeente Utrecht en het K.F.Hein Monumentenfonds is de afgelopen jaren een renovatie uitgevoerd waarmee de basis werd gelegd voor een uniek sterrenkundig en weerkundig museum. De exploitatie van de Sterrenwacht bleek financieel echter lastig te zijn. Met de nieuwe constructie is de exploitatie wel haalbaar en in ieder geval voor de komende drie jaar verzekerd.

Naast de vaste tentoonstellingen vinden in de Sterrenwacht ook wisseltentoonstellingen plaats. De eerste daarvan wordt geopend in december 2003 en heeft de Nederlandse Venusovergang expeditie van 1874 als onderwerp. Tijdens een Venusovergang staat Venus precies tussen de zon en de aarde in en is dan te zien als zwart stipje tegen de zonneschijf. Venusovergangen zijn erg zeldzaam, de laatste was in 1882. Ook in 2004 is er weer een overgang die vanuit Nederland kan worden waargenomen. Door vanaf zoveel mogelijk plaatsen waarnemingen te doen tijdens een Venusovergang probeerde men de afstand tussen de zon en de aarde zo nauwkeurig mogelijk te bepalen.

Voorlichter Johan Vlasblom (030) 253 4073, j.vlasblom@csc.uu.nl