Ministerie van Justitie

Persbericht

Justitiebegroting 2004: Aanscherping verantwoordelijkheid ouders 16 september 2003

Ouders moeten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid als opvoeders. Daarom zal vanaf 2004 worden geïnvesteerd in onderzoek naar en het beschikbaar stellen van intensieve vormen van opvoedingsondersteuning aan ouders. Het gaat om gezinnen die in aanraking komen met de politie vanwege een strafbaar feit van hun kind. Daarnaast is er ook een groep gezinnen die niet om deze reden met de politie in aanraking zijn gekomen, maar wel in beeld zijn bij de politie, bijvoorbeeld bij meldingen van huiselijk geweld of overlastgevende jeugd.

Ook is het redelijk van ouders een geldelijke bijdrage te vragen in de kosten die de overheid maakt in verband met maatregelen of sancties die worden opgelegd. In het najaar van 2003 wordt bekeken of en hoe ouderbijdragen kunnen worden ingevoerd bij
jeugdbeschermingsmaatregelen, Halt-afdoeningen en jeugdsancties. Justitie verwacht hiermee vier miljoen euro in 2004 te bezuinigen, oplopend tot acht miljoen in 2007.

Dit schrijft minister Donner van Justitie in de toelichting op zijn begroting voor 2004.

Naast het aanscherpen van de verantwoordelijkheid van de ouders blijven preventieve maatregelen, sancties en resocialisatie voor jongeren van groot belang. Op basis van het aantal opgemaakte processen-verbaal en de zwaarte van de gepleegde delicten is de groep criminele jongeren in te delen naar: first-offenders, lichtcriminele jongeren, veelplegers en harde-kernjongeren. Deze diversiteit leidt tot maatwerk zoals is uitgewerkt in het programma Jeugd Terecht (TK, 28741,nr.1). Het doel is eerste delicten te voorkomen en recidive terugdringen. Belangrijk in het programma Jeugd Terecht is de samenwerking van de ketenpartners. Samenwerking vindt bij voorbeeld plaats in het in 2003 ingevoerde casusoverleg tussen de Raad voor de Kinderbescherming, Openbaar Ministerie, politie en eventueel andere betrokken partners. In dit casusoverleg wordt de aanpak van individuele jeugdzaken afgestemd, waarbij wordt uitgegaan van 25.000 zaken in het jaar 2004. Omdat de privacywetgeving bij samenwerking nog vaak wordt ervaren als een complicerende factor zal een helpdesk privacy worden ingericht om de lokale partijen snel de juiste informatie te geven. Daarnaast zullen de richtlijnen voor Halt verder worden aangescherpt. In 2004 wordt aan circa 20.000 jongeren een Halt-afdoening aangeboden, waardoor ze buiten het strafcircuit kunnen blijven. Voor kinderen onder de 12 jaar zal het bereik van de Stop-reactie worden vergroot, als mogelijkheid om normoverschrijdend gedrag vroegtijdig bij te sturen.

Veelplegers

Veelplegers is een apart te onderscheiden groep binnen de jeugdcriminaliteit. De samenleving heeft bijzonder last van jongeren die vaak delicten plegen. De aanpak van deze zogenaamde veelplegers wordt geïntensiveerd. Vanaf 2004 komen hiervoor structureel extra middelen uit het Veilgheidprogramma beschikbaar. De intensivering sluit aan op initiatieven die lokaal, met name in de grote steden, reeds zijn getroffen. Op die manier wordt een effectieve aanpak van jeugdige veelplegers in gang gezet. Ook worden sanctiemodaliteiten die gericht zijn op resocialisatie, waaronder Den Engh, Glen Mills en nachtdetentie uitgebreid. De capaciteit voor jeugdige veelplegers wordt uitgebreid met 36 plaatsen. Daarnaast komen er ruim 130 plaatsen extra plaatsen voor jeugdigen in de justitiële jeugdinrichtingen.

Gedragsgestoorde jongeren

Als onderdeel van de Forensisch Psychiatrische Dienst (FPD) komen er volgend jaar vijf centra voor specialistisch forensisch onderzoek naar gedragsgestoorde jongeren. Dit nieuwe systeem van forensische diagnostiek is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de forensische rapportage over jongeren. De rapporten zullen zowel bij straf als civiele zaken worden gebruikt.

Jeugdreclassering

De capaciteit van de jeugdreclassering wordt geleidelijk vergroot. Uit de jeugdenveloppe komt onder meer voor jeugdreclassering in 2004 4,5 miljoen euro beschikbaar. Nazorg voor jongeren die met het strafrecht in aanraking zijn gekomen is van belang om de resocialisatie in goede banen te leiden en om opnieuw afglijden te voorkomen. Dit betekent een toename van het beroep door deze jongeren op de jeugdreclassering. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat de jeugdreclassering met de huidige werklast onvoldoende tijd beschikbaar heeft om intensief in te zetten op de zwaardere jeugddelinquenten, terwijl 20 tot 25 procent van de jongeren die jeugdreclassering opgelegd krijgen in deze categorie vallen. De intensivering zal op deze twee aandachtspunten worden ingezet.