Ingezonden persbericht


Apeldoorn Oktober 2002

Persbericht Werveling

Beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden in de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap

Rijksbegroting VWS 2004; Mooie plannen, geen realistische onderbouwing

Inleiding

De beroepsvereniging Werveling heeft met aandacht de rijksbegroting 2004 gelezen. Na de efficiency korting die de sector onlangs is opgelegd was de stemming ten aanzien van de rijksbegroting al niet te optimistisch. Helaas is na het lezen van de rijksbegroting deze niet omgeslagen. Ondanks de vele goede initiatieven van de minister nemen de zorgen bij het bestuur en leden van Werveling over de toekomstige kwaliteit van zorg aan mensen met een verstandelijke handicap toe. Werveling maakt zich met name zorgen over de financiële onderbouwing van het vooraanstaande beleid van de minister.

Doelmatigheid en arbeidsproductiviteit

Na jaren van nieuwe mogelijkheden met (beperkte) financiële dekking komt nu (weer) de tijd van innovaties zonder financiële dekking. De toverwoorden zijn efficiency en doelmatigheid. Als vanzelfsprekend van groot belang wil er in de gezondheidszorg met beperkte middelen toch goede zorg verleend worden. De ICT wordt door het kabinet gezien als een belangrijke oplossing. De ervaring leert echter dat het lange en dure trajecten zijn. Wat heeft b.v. het NICTIZ opgeleverd?.

Een andere oplossing is dat best practices sneller navolging moeten vinden. Hierover is Werveling zeer positief. Dit zal de kwaliteit van zorg en arbeid ten goede komen. Al enige tijd is Werveling op zoek naar financiering voor het beschrijven van best practice door verpleegkundigen en verzorgenden. We hopen dan ook dat er geïnvesteerd wordt in het beschrijven en implementeren van best practice . Op papier lijkt efficiëntie en doelmatigheid het ei van Columbus maar de wijze waarop dit in de praktijk wordt ingevoerd heeft in het verleden al laten zien waar dit toe kan leiden. Toename van werkdruk op de werkvloer waardoor frustratie ontstaat doordat men niet de zorg kan geven die men nodig acht. Dit leidt dan tot onnodige uitstroom, ziekteverzuim en dure imago campagnes. Dit terwijl er niets mis is met ons vak en imago. Het probleem zit hem in de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden. Wil het kabinet invulling geven aan kwaliteit van zorg, efficiency en doelmatigheid zal men moeten investeren in de kwaliteit van de medewerkers. Werveling hoopt dat er nu echt aandacht komt voor samenhang in beleid en invloed voor de beroepsbeoefenaren in de verstandelijk gehandicaptenzorg om de invulling te geven aan de plannen van het kabinet. Gebeurt dit niet dan is het alleen een herhaling van zetten met als gevolg verslechtering van leefomstandigheden van verstandelijke gehandicapten en kapitaalvernietiging door ziekteverzuim, onnodige uitstroom. Begrippen als efficiency en doelmatigheid hebben een beperkte houdbaarheidsdatum als ze niet van de juiste inhoud worden voorzien.

Vermaatschappeling van zorg

De rijksbegroting staat bol van de vermaatschappeling van zorg als zou dit de oplossing moeten zijn binnen de verstandelijk gehandicapten zorg. Gewoon waar kan en speciaal waar moet is het motto. Kleine wooneenheden in de woonwijk, toegankelijkheid van gebouwen en voorzieningen moeten er voor zorgen dat de gescheiden leefsituatie (lees niet volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij) wordt opgeheven. Om het gewone leven mogelijk te maken voor mensen met een verstandelijke handicap moeten er echter veel bijzondere voorzieningen worden getroffen. Werveling ziet hier weinig van terug in de rijksbegroting. Toegankelijkheid van het openbaar vervoer zal niet eerder dan in 2030 gerealiseerd zijn. Het zoveel mogelijk gebruik maken van reguliere voorzieningen wordt gezien als een belangrijk onderdeel. De minister noemt als voorbeeld huisartsen terwijl een ieder weet dat deze er te weinig zijn en zeker te weinig kennis hebben als het gaat om mensen met een verstandelijk handicap. In het recente verleden zijn er een aantal voorbeelden te noemen van huisartsen die weigeren mensen met een verstandelijke beperking op te nemen in hun praktijk. Het is ook maar de vraag of dat wenselijk is. De Arts Verstandelijk Gehandicapten is niet voor niets sinds kot een nieuw specialisme. Spreekt de minister zich zelf niet erg tegen in haar beleidsvoering?

Integratie van mensen met een verstandelijke handicap in het onderwijs en de arbeidsmarkt verloopt moeizaam, toegankelijkheid van gebouwen, huizen en straten is veelal nog niet gerealiseerd. Hoewel het rapport bol staat van goede voornemens en samenwerking met andere ministeries is de verwachting niet hoog, immers overal wordt bezuinigd.

Aan de hand van praktijkervaringen zijn bij extramuralisatie-projecten alleen al 41 knelpunten gesignaleerd. De minister stelt dat er naar wordt gestreefd dit terug te brengen. Echter een duidelijke doelstelling wordt niet genoemd. Oplossingen worden gezocht in de sfeer van wetgeving en beleidsregels. De ervaring is dat dit in de uitvoering hoge kosten met zich meebrengt. De begroting leert dat budgetten gelijk blijven of afnemen. Daar waar een toename van financiën is te vinden, en dat is zeer beperkt, betreft dit voornamelijk loon- en prijsontwikkelingen. Het is dus niet verwonderlijk dat Werveling sceptisch is ten aanzien van het realiseren van al deze mogelijkheden als de financiële onderbouwing hierbij ver achter blijft. Daar waar het de verpleegkundigen en verzorgenden betreft wil Werveling zeker mee denken in oplossingen die een positieve bijdrage leveren aan de knelpunten en de kwaliteit van zorg/ leven. Zo zouden er verpleegkundige consultatie centra kunnen komen die geraadpleegd kunnen worden door zorgverleners buiten de sector. Gebruik maken van reguliere zorgvoorzieningen door verstandelijk gehandicapten komt hier door mogelijk een stap dichter bij.

Kleinschaligheid

Kleinschaligheid onderschrijft Werveling van harte, zij is al jaren een voorstander van Zorg op maat, uitgaande van de behoefte van de zorgvrager. Echter dan moet het beleid hier wel op worden toegespitst. In dat kader is Werveling verheugd over het feit dat het dogma van elke verstandelijk gehandicapte buiten het instellingsterrein door de minister is losgelaten. Hiermee ontstaat er echt een keuze vrijheid ten aan zien van wonen en zorg. Daarbij maken we ons wel zorgen over de doelstelling. Vanaf 2003 tot en met 2006 kunnen minimaal 1000 cliënten per jaar naar kleinschalige woonvormen buiten het instellingsterrein. Dat is maar 3000 cliënten voor deze kabinetsperiode! Een magere doelstelling voor een minister die kleinschalige wooneenheden ziet als een mogelijkheid om vermaatschappeling van zorg/ leven in de samenleving vorm te geven. Ongeloofwaardig wordt de minister als de financiële onderbouwing wordt gepresenteerd. In 2004 wordt er al meer dan de helft bezuinigd op de gelden die beschikbaar komen voor het opheffen van gescheiden leefsituatie. In de jaren daarna wordt dit bedrag nog eens verlaagd met 90%!!! Ook de gelden voor het stimuleren van aanbod zorgvoorzieningen worden tot 2008 stelselmatig teruggebracht tot 55% van de begroting 2003.

De rol van verpleegkundigen en verzorgenden

De verpleegkundigen en verzorgenden worden door de minister terecht erkend als kernberoepen in de zorg. In de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap is de afgelopen 5 jaar het aantal verpleegkundigen en verzorgende gedaald van 70% naar 30% van de totale beroepsgroep. Een ontwikkeling die niet zonder consequenties is gebleven. In 2002 schrijft Prof.dr. Evenhuis al in haar achtergrondstudie voor de RVZ dat de gezondheidszorg bij een groot deel van de mensen met een verstandelijke handicap slechte kwaliteit heeft. Zij spreekt zelfs van een achterstandsgroep. Dit gegeven is een bedreiging voor de vermaatschappelijking van zorg. Prof.dr. Evenhuis geeft in dat zelfde rapport aan dat voor de kwaliteit van hulpverleners meer dan ooit extra aandacht moeten zijn. Het onderzoek in opdracht van Werveling en het (toenmalig) LCVV over de rol van de verpleegkundige (2002) bevestigt dit. Werveling pleit al jaren voor verbetering van de opleiding van verpleegkundigen waarin alle aspecten van het vak (weer) voldoende aandacht krijgen. Het rapport Opleidingscontinuüm en Taakherschikking, waar naar verwezen wordt in de rijksbegroting, richt zich met name op de medische/ verpleegtechnische aspecten binnen de zorgverlening en biedt, voor de verstandelijk gehandicapten sector, onvoldoende oplossingen. Werveling is samen met de AVVV dan ook begonnen om allereerst de competenties te beschrijven van verpleegkundige in de verstandelijk gehandicapten zorg. We willen hiermee een bijdrage leveren aan de samenhang tussen beroepspraktijk en opleidingen zoals beleidsartikel 30.2.2 in de rijksbegroting VWS stelt. Het kabinet kan dit ondersteunen door de V&V beroepsverenigingen (AVVV) te voorzien van voldoende middelen. Hiermee kan de magere invulling van professionalisering van V&V beroepen in de rijksbegroting meer body krijgen.


---

Noot voor de redactie;

De auteur is H.J. Oudshoorn, Vice-voorzitter van de beroepsvereniging Werveling

Te bereiken op 055-3696185 of 06-29547617

Website; www.werveling.nl

Thema site; www.werveling.nl/rol