Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Geus: nieuw stelsel arbeidsongeschiktheid gericht op werk

Het nieuwe stelsel voor arbeidsongeschiktheid is gericht op werk. De nadruk ligt op arbeidsgeschiktheid in plaats van arbeidsongeschiktheid. Alleen mensen die geen enkel uitzicht hebben op werkhervatting krijgen recht op een uitkering op grond van een nieuwe regeling voor volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Gedeeltelijk arbeidsgeschikten krijgen te maken met een regeling gericht op werkhervatting, waarin de uitkeringsgerechtigde er financieel op vooruit gaat als hij of zij (meer) werkt. Voor mensen die (deels) arbeidsongeschikt raken als gevolg van een arbeidsongeval of beroepsziekte komt er een Extra Garantieregeling Beroepsrisico's.

Dat staat in een brief over het nieuwe stelsel voor arbeidsongeschiktheid die minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De brief omschrijft de hoofdlijnen van het nieuwe arbeidsongeschiktheidsstelsel dat op 1 januari 2006 moet ingaan.

Met het nieuwe stelsel wil het kabinet bereiken dat werknemers ondanks gezondheidsproblemen toch zo veel mogelijk aan de slag gaan of blijven. Hoewel ziekteverzuim en WAO-instroom momenteel dalen, blijft een ingrijpende stelselherziening nodig. Door de vergrijzing neemt het risico op arbeidsongeschiktheid fors toe. Bovendien is de huidige gunstige trend conjunctuurgevoelig. Bij economische neergang daalt het ziekteverzuim, dit neemt weer toe als de economie aantrekt.

Volgens ramingen zal het aantal WAO'ers onder het nieuwe stelsel uitkomen op zo'n 675.000 mensen. Dit is ruim 300.000 minder zijn dan bij ongewijzigd beleid het geval zou zijn. De stelselwijziging leidt tot een structurele besparing van ruim twee miljard euro.

Het kabinet neemt het voorstel van de SER over om de uitkeringen te verhogen en de Wet Pemba af te schaffen in overweging wanneer blijkt dat de instroom in de regeling voor volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid zich stabiliseert op een niveau van ten hoogste 25.000 mensen per jaar.

De eerste twee jaren van verzuim

Werkgevers gaan niet één jaar, maar twee jaar het loon doorbetalen van zieke werknemers. Dit stimuleert werkgevers om extra hun best te doen om hen weer aan de slag te helpen. Aanvullingen op het loon moeten vervallen. Het kabinet vindt dit cruciaal omdat het werknemers stimuleert om snel weer aan het werk te gaan. Alleen zieke werknemers die in het tweede ziektejaar 70 procent betaald krijgen, komen na afloop in aanmerking voor een uitkering.

Het UWV beoordeelt na twee ziektejaren of werkgever en werknemer zich voldoende hebben ingespannen. Zo niet dan wordt de periode van loondoorbetaling verlengd. Als de werknemer zich niet houdt aan zijn verplichtingen, kan de loondoorbetaling worden stopgezet of kan hij, in uiterste instantie, na twee jaar worden ontslagen. De verlenging van de loondoorbetalingsverplichting tot twee jaar moet vanaf 1 januari 2004 ingaan, zodat de eerste instroom in de nieuwe regelingen na twee jaren van ziekte plaatsvindt vanaf 1 januari 2006.

De keuring

Als de inspanningen tijdens de ziekteperiode niet hebben geleid tot volledige werkhervatting volgt een keuring. Hierbij kijkt het UWV eerst naar wat iemand nog kan. Alleen bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid bestaat er recht op een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten. De hoogte en duur van de uitkering wijzigen niet ten opzichte van het huidige WAO-regime. Naar verwachting komen jaarlijks hooguit 20.000 tot 25.000 mensen hiervoor in aanmerking.

Het kabinet gaat de medische keuring voor het recht op een uitkering verbeteren. Er komt een lijst van ziekten die binnen twee jaar na aanvang van de ziekte te genezen zijn of een ziekte waarmee iemand nog wel kan werken. Als iemand iets heeft dat voorkomt op deze lijst, dan is er in beginsel geen recht op een uitkering voor volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. De regels voor de arbeidskundige keuring, het zogeheten 'Schattingsbesluit', worden per 1 juli 2004 aangescherpt. De arbeidskundige moet nog steeds drie functies aangeven die iemand kan vervullen, maar hij kan volstaan met een beschikbare arbeidsplaats per passende functie te vinden in plaats van tien zoals nu het geval is. Daarnaast zal iemand die in deeltijd werkte, ook worden gekeurd op voltijdbanen.

Deze maatregelen komen in de plaats van de herkeuringen volgens nieuwe criteria van mensen tot 45 jaar, zoals afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord. Voor de herbeoordeling van bestaande gevallen vanaf 1 juli 2004 krijgt het UWV de ruimte zich te richten op degenen die de meeste kans hebben om weer aan de slag te komen. Voor de begeleiding van uitkeringsgerechtigden naar werk trekt het kabinet deze kabinetsperiode 100 miljoen euro extra uit.

Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten

Er komt één regeling, de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten, voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten waarin alle rechten en plichten worden vastgelegd. Deze geldt voor werkenden als niet-werkenden. Of iemand gedeeltelijk arbeidsgeschikt is, wordt beoordeeld door het loon dat iemand nog kan verdienen. Als het loonverlies ten minste 35 procent is, is de betrokkene gedeeltelijk arbeidsgeschikt en kan hij in aanmerking komen voor de nieuwe werkhervattingsregeling. Deze heeft als uitgangspunt dat (meer) werken moet lonen.

Als iemand minder dan 35 procent loonverlies heeft, blijft hij of zij in beginsel in dienst van de werkgever. Werkgever en werknemer moeten samen alles doen om de werknemer aan het werk te houden. Lukt dat niet dan bestaat eventueel recht op WW of bijstand.

Gedeeltelijk arbeidsgeschikten die werkloos zijn en voldoen aan de algemene WW-eisen hebben recht op WW. Daarna kunnen zij zo nodig een beroep doen op de IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers). Volgens deze regeling wordt het inkomen van de partner van de uitkering afgetrokken ('partnertoets'), maar blijft het eigen vermogen ongemoeid.

Gedeeltelijk arbeidsgeschikten die werken hebben recht op een

loonaanvulling. Deze is 70 procent van het verschil tussen het laatstverdiende loon en het nieuwe loon. Daardoor is hun inkomen altijd hoger dan de uitkering voor mensen die niet werken.

Met private verzekeraars en het UWV zijn nog gesprekken gaande over de private dan wel publieke uitvoering van de regeling. Het kabinet zal hierover later besluiten.

Regeling voor beroepsrisico's

In het nieuwe stelsel acht het kabinet een zogeheten Extra Garantieregeling Beroepsrisico's gewenst en noodzakelijk. Werkgevers worden verplicht om een private verzekering af te sluiten voor hun werknemers. Deze dekt de inkomens- en andere schade door een arbeidsongeval of beroepsziekte. Deze regeling maakt een eind aan langdurige civiele procedures en het risico van het ontbreken van verhaalsmogelijkheden als een werkgever failliet gaat. Daarnaast is Nederland door een internationaal verdrag gebonden om een permanente dekking te bieden voor werknemers die door het beroepsrisico (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn geworden.

Overgangsrecht

Degenen die op 1 januari 2006 recht hebben op een WAO-uitkering komen geleidelijk onder het nieuwe stelsel.

In de periode van 2006 tot 2016 zullen alle WAO'ers in het nieuwe stelsel worden ondergebracht. Ze krijgen steeds vijf jaar de tijd om zich in te stellen op het nieuwe stelsel.


---