Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2003-218

Den Haag, 16 september 2003

EU richtlijn energiebelastingen omgezet in Nederlandse wetgeving Staatssecretaris Wijn van Financiën heeft vandaag een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd waarmee een Europese richtlijn wordt omgezet in Nederlandse wetgeving. Dit wetsvoorstel maakt deel uit van het Belastingpakket 2004.

De richtlijn heeft tot doel om de energiebelastingen in de EU meer met elkaar in lijn te brengen. De richtlijn stelt eisen aan belastingen op energie die worden ingezet voor verwarming en elektriciteit alsmede aan brandstoffen die worden ingezet in het wegverkeer. De belastingen die vallen onder de richtlijn zijn de regulerende energiebelasting (REB), de brandstoffenbelasting (BSB) en de accijns. De richtlijn zal naar verwachting in het najaar aanvaard worden en dient door de lidstaten met ingang van 1 januari 2004 geïmplementeerd te zijn.

Nederland voldoet al in grote mate aan de eisen die worden gesteld in de richtlijn. Op enkele punten moet de wetgeving echter aangepast worden. De belangrijkste wijzigingen die worden voorgesteld zijn:

een extra tariefschijf ter hoogte van het Europese minimumtarief in de REB voor elektriciteitsverbruik van grootverbruikers boven 10 mln kWh voor zakelijk en niet-zakelijk verbruik (tarieven zijn resp. ¤ 0,0005 en ¤ 0,0010 per kWh); een (tijdelijke) vrijstellingsregeling voor het elektriciteitsverbruik in de extra tariefschijf, dat wil zeggen boven 10 mln kWh, voor energie-intensieve bedrijven die deelnemen aan het Convenant Benchmarking of aan een Meerjarenafspraak. Voor de definitie van energie-intensief kunnen tot en met 2006 volgens de richtlijn bestaande nationale definities worden gebruikt; het invlechten van de brandstoffenbelasting in respectievelijk de regulerende energiebelasting en de accijns voorzover deze wordt geheven van gas en minerale oliën, waarmee de naam van de regulerende energiebelasting wijzigt in Energiebelasting. Aanpassen van het resulterende tarief voor niet-zakelijk verbruik boven de 10 mln m3 tot het minimumtarief uit de richtlijn (tarief wordt daarmee ¤ 0,0106 per m3).

Bestaande vrijstellingen ­ thans van toepassing in de BSB ­ worden gehandhaafd bij invlechting van de BSB in de REB en accijns.

Per saldo zal de wetswijziging niet leiden tot wijzigingen in de lastendruk en een lichte afname betekenen in de administratieve lastendruk.

Het wetsvoorstel is te vinden op www.minfin.nl/wv03-266.doc