Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2003-217

Den Haag, 16 september 2003

Levensloopregeling: combinatie werk en tijd voor andere doelen

Staatssecretaris Wijn van Financiën heeft vandaag, als onderdeel van het fiscale pakket 2004, het wetsvoorstel levensloopregeling naar de Tweede Kamer gestuurd.

De levensloop van mensen is de afgelopen decennia veranderd. Opleiding, werk, gezinsvorming en zorg variëren veel en zijn minder voorspelbaar opgebouwd dan in het verleden. Er bestaat een toenemende behoefte aan mogelijkheden om werk en tijd voor andere doelen te combineren en meer over de levensloop te spreiden. Om het vinden van een juist evenwicht tussen verschillende taken mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat tijd en inkomen op de juiste momenten beschikbaar zijn, wordt een levensloopregeling geïntroduceerd.

De huidige verlofspaarregeling vormt de basis van de levensloopregeling. De huidige verlofspaarregeling is een regeling die de mogelijkheid biedt om een inkomensvoorziening (loonvervanging) op te bouwen voor een periode van (gedeeltelijk) onbetaald verlof. Het sparen kan plaatsvinden in tijd of in geld. Er wordt uit het brutoloon gespaard, de loonbelastingheffing wordt uitgesteld tot het moment van opname. De verlofspaarregeling zal vanaf 1 januari 2004 opgaan in de levensloopregeling. Door de levensloopregeling zal de huidige regeling op een aantal punten aantrekkelijker worden gemaakt:

De huidige praktijk laat zien dat de verlofspaarregeling moeilijk overdraagbaar is bij wisseling van werkgever. Niet iedere werkgever biedt namelijk een verlofspaarregeling aan. De deelname aan de levensloopregeling wordt daarom vormgegeven als een wettelijk recht voor alle werknemers. De levensloopregeling wordt zodanig geflexibiliseerd dat in de twee jaar voorafgaand aan de ingang van het ouderdomspensioen de voorziening kan worden gebruikt voor deeltijdpensioen van maximaal 50% van de gebruikelijke individuele arbeidsduur. In de verlofspaarregeling kan verlof niet worden opgenomen binnen een jaar voorafgaand aan de ingang van een ouderdomspensioen. De systematiek van de premieheffing wordt gewijzigd ten opzichte van de premieheffing bij de verlofspaarregeling: net als bij de loonbelastingheffing wordt de aanspraak vrijgesteld van het loon voor de premieheffing, over de levensloopuitkeringen worden geen premies werknemersverzekeringen geheven. Bij de levensloopregeling wordt het jaarlijkse opbouwpercentage opgehoogd naar 12% van het loon. De verlofspaarregeling biedt de mogelijkheid om totaal (op enig moment) een jaar aan verloffinanciering op te bouwen. Binnen de levensloopregeling wordt deze periode uitgebreid naar anderhalf jaar zodat een langere verlofperiode gefinancierd kan worden. Binnen de verlofspaarregeling kunnen alleen bankproducten worden aangeboden. In de levensloopregeling kunnen ook verzekeraars als aanbieder van een levensloopregeling optreden.

De voorziening kan (zoals nu ook in de verlofspaarregeling) worden gebruikt ten behoeve van elke vorm van verlof, zoals: zorgverlof, sabbatical, palliatief verlof, ouderschapsverlof, educatief verlof.

Een werknemer kan jaarlijks kiezen tussen storten in de spaarloonregeling of opbouwen binnen de levensloopregeling. Om dit te bereiken is een anti-cumulatiebepaling opgenomen.

In samenhang met de levensloopregeling wordt een (tijdelijke) heffingskorting ingevoerd voor werknemers die gebruik maken van hun wettelijk recht op ouderschapsverlof. De ouderschapsverlofkorting is bedoeld voor werknemers die gebruik maken van de levensloopregeling en ouderschapsverlof opnemen. De levensloopregeling biedt op termijn de mogelijkheid voor deze werknemers om zelf een inkomensvoorziening op te bouwen tijdens een periode van ouderschapsverlof. In de eerste vier jaar waarin de levensloopregeling bestaat biedt de ouderschapsverlofkorting een inkomensaanvulling ter hoogte van 50% van het wettelijk minimum loon.

De maatregelen in dit wetsvoorstel kosten de schatkist in 2004 ¤ 100 miljoen en oplopend naar ¤ 195 miljoen in 2007. Het budgettaire beslag voor de huidige verlofspaarregeling wordt ook ingezet voor de Levensloopregeling. De extra uitvoeringskosten van de Belastingdienst bedragen in 2004 ¤ 1,75 miljoen. Deze kosten nemen jaarlijks af en vanaf 2008 bedragen de extra uitvoeringskosten ¤ 0,25 miljoen structureel.

Het wetsvoorstel is te vinden op www.minfin.nl/wdb03-391.doc