Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

http://www.minbzk.nl

MINBZK: Vernieuwing en verbetering in financieel krappe tijd

Ontwerp-begroting Binnenlandse Zaken 2004:
Vernieuwing en verbetering in financieel krappe tijd

Meer veiligheid, een eigentijds overheidswerkgeverschap, bestuurlijke vernieuwing en modernisering van de overheid. Dat zijn de vier thema's in de ontwerp-begroting Binnenlandse Zaken voor 2004 van de ministers Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en De Graaf (Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties). Financieel kenmerkt deze begroting zich door bezuinigingsmaatregelen die voor veel mensen soms ingrijpende gevolgen hebben: minder ambtenaren, sobere inkomensontwikkeling, aanzienlijk minder budget voor arbeidsmarktbeleid, efficiëntere inkoop en minder inhuur van externen. De politie moet efficiënter werken en het ziekteverzuim verder terugdringen. Ook gemeenten en provincies ontkomen niet aan de nieuwe financieel moeilijke periode.

Veiligheid

Het huidige kabinet zal het programma 'Naar een veiliger samenleving' uitvoeren en aanvullen, in de overtuiging dat de veiligheid gebaat is bij de concrete doelstellingen, afspraken en prestaties die hierin genoemd zijn. De hoofddoelstelling van het Veiligheidsprogramma is dat een vermindering met circa 20 à 25 procent van criminaliteit en overlast in de openbare ruimte vanaf 2006 in het vizier komt.

Het accent zal liggen op het versterken en verbeteren van de opsporing, vervolging, berechting en sanctietoepassing. Daarvoor is extra geld gereserveerd, oplopend tot 350 miljoen euro in 2007. Voor de politie is hiervan een bedrag van 22,5 miljoen euro in 2004, oplopend tot structureel 52,5 miljoen euro vanaf 2007, gereserveerd voor het oplossen van knelpunten bij de politie Tegenover het extra geld voor de politie staan bezuinigingen. Het gaat hierbij om bijna 32 miljoen euro in 2004, een bedrag dat oploopt tot ruim 57 miljoen structureel vanaf 2007. Deze bezuinigingen kunnen behaald worden door het verbeteren van de efficiency en door het terugdringen van het ziekteverzuim, en gaan dus niet ten koste van de prestaties van de politie of van uitbreiding van het aantal politiemensen. De efficiency en effectiviteit kunnen omhoog door concentratie op kerntaken van de politie, door grootschalige politie-inzet bij commerciële manifestaties terug te dringen, door minder bureaucratische belasting van de politie door een flexibeler inzet van de politie en door eenvoudiger regels voor burgers en bedrijven om aangifte te doen.

De politie heeft in een landelijk prestatieconvenant afgesproken om de komende jaren extra rechtbankzaken aan te brengen bij het openbaar ministerie, oplopend tot 40.000 in 2006. Ook het toezicht in de openbare ruimte zal geïntensiveerd worden: 180.000 boetes en transacties extra uit staandehoudingen ten opzichte van 2002. Deze inspanningen leggen een druk op de verdere strafrechtketen. Daarom wordt er ook extra geïnvesteerd in het openbaar ministerie, de rechterlijke macht en het gevangeniswezen. Dit is terug te vinden op de ontwerp-begroting voor Justitie.

Minister Remkes neemt nadrukkelijker direct de verantwoordelijkheid voor het beheer van de politiekorpsen. Een wijziging van de Politiewet moet er voor zorgen dat de sturing van de korpsen door de minister van BZK wordt versterkt. Begin 2004 wordt het wetsvoorstel Samenwerkingsvoorzieningen Politie bij de Tweede Kamer ingediend op basis waarvan korpsen een voorziening tot samenwerking kunnen treffen; waar nodig kan de minister samenwerking tussen de korpsen ook zelf opleggen.

De politie blijft gebruik maken van de hulp van burgers om misdaad terug te dringen. De proef met de kliklijn 'Meld misdaad anoniem' in vijf politieregio's gaat in 2004 door.

Met de dertig grote steden worden in het kader van het grotestedenbeleid voor de periode 2005-2009 concrete resultaatsafspraken gemaakt om (de groei van) de subjectieve en objectieve onveiligheid tegen te gaan. Het gaat daarbij om de aanpak van de overlast en onveiligheid die wordt veroorzaakt door (jeugdige) veelplegers, dak- en thuislozen, drugsgebruikers en van andere overlastgevers. Daarnaast worden afspraken gemaakt over preventieve maatregelen zoals het keurmerk Veilig Wonen, het keurmerk Veilig Ondernemen, de kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan, de ontwikkeling van Regionale Platforms Criminaliteitsbeheersing en een fietsenregistratiesysteem.

Terrorisme vormt een ernstige en structurele dreiging voor de westerse samenlevingen. Ook Nederland kan doelwit zijn van terroristen of kan als logistiek knooppunt in Europa de springplank zijn voor aanslagen elders. Zolang er een reëel risico bestaat van een grootschalige terroristische aanslag, blijft het tijdig onderkennen daarvan en vervolgens voorkomen in 2004 eerste prioriteit. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) geeft daarbij aandacht aan bijvoorbeeld financieringsstromen, werkwijzen van terroristische groeperingen, radicaliseringsprocessen, migratiestromen en beschikbaarheid van non-conventionele wapens.

Preventie van criminaliteit is geen zaak voor de overheid alleen. Om maatschappelijke organisaties, bedrijven en particulieren te helpen bij hun inspanning om criminaliteit te voorkomen, komt er een Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Daarnaast voeren de ministeries van Justitie, BZK en EZ en het bedrijfsleven samen een programma 'Bestrijding criminaliteit tegen het bedrijfsleven' uit. Het gaat hierbij om diverse maatregelen gericht op een bepaald bedrijf, op een bepaalde branche of op een bepaald winkelgebied of bedrijfsterrein. Urgente knelpunten worden het eerst aangepakt, zoals de criminaliteit in de detailhandel en de overvallen op en ramkraken bij juweliers. De horeca en de transportsector zijn twee andere branches die extra aandacht krijgen.

Ook op het terrein van de rampenbestrijding verwacht het kabinet een bijdrage van burgers en bedrijven. Om het veiligheidsbewustzijn bij alle partners te vergroten en om een gedeeld besef van waarden en normen te creëren, wordt een veiligheidsbewustzijnsprogramma uitgevoerd dat aanknopingspunten biedt voor een verstandiger en bewustere omgang met veiligheid en risico's. Het uiteindelijke doel is het bereiken van een 'nalevingscultuur' gebaseerd op het bewustzijn van iedereen om ook zelf hun veiligheid te vergroten. In 2004 wordt het wetsvoorstel Kwaliteitsbevordering rampenbestrijding
- waarvan de parlementaire behandeling naar verwachting in de loop van 2003 wordt afgerond - op alle bestuurlijke niveaus ingevoerd. De gemeentelijke rampenplannen en de rampbestrijdingsplannen moeten per 1 januari 2005 zijn geactualiseerd. Ook komen er provinciale risicokaarten, die per provincies de aanwezige risico's aangeven. In 2004 zal een gelijke gebiedsindeling voor alle hulpverleningsdiensten tot stand komen volgens de huidige indeling van de 25 politieregio's. Uiteindelijk moeten er geïntegreerde veiligheidsregio's ontstaan.

In 2004 zal een nieuw stelsel van bewaking en beveiliging verder worden ingevoerd, dat aansluit op de aanbevelingen van de commissie-Van den Haak. In dit nieuwe stelsel wordt niet volstaan met het reageren op concrete dreigingen, maar zal een bredere analyse van mogelijke dreigingen en risico's plaatsvinden. Hiervoor is in 2004 15 miljoen euro extra beschikbaar op de BZK-begrotiing, en vanaf 2005 structureel 18 miljoen euro per jaar. Ook de ministeries van Defensie en Justitie stellen hier samen nog ongeveer drie miljoen voor beschikbaar.

Modernisering overheid

De overheid wordt vaak gezien als een groot, log, ondoorzichtig, verkokerd en bureaucratisch geheel. Dit beeld gaat niet altijd op, maar soms wel degelijk. In ieder geval komt het wel vaak op het netvlies. Mensen zijn aanmerkelijk mondiger dan vroeger: ze hebben vaak geen overdreven verwachtingen van de overheid, maar vragen wél dat die haar werk doet, dat de dienstverlening van de overheid goed en efficiënt is. Dat betekent dat de overheid kritisch naar zichzelf moet kijken. Naar haar organisatie, het te voeren beleid en de uitvoering daarvan. Een goede dienstverlening voor mensen staat daarbij voorop. Minister De Graaf start een overheidsbrede operatie modernisering overheid. Bij deze operatie worden alle ministeries, uitvoeringsorganisaties en mede-overheden betrokken. Dit moet een toegankelijke, dienstverlenende en efficiënte overheid opleveren. Niet alleen door het verbeteren van de relaties tussen overheid en samenleving, maar ook de relaties tussen rijksoverheid en mede-overheden en door de verbetering van de organisatie en werkwijze van de rijksoverheid.

Om de overheid te moderniseren zullen op korte termijn een aantal activiteiten worden gestart, zoals de eenmalige gegevensverstrekking en het bevorderen van prestatievergelijking binnen de overheid. De Consumentenbond heeft onlangs een prestatievergelijking van gemeenten uitgevoerd. Het meten van prestaties behoort in het bedrijfsleven tot de dagelijkse praktijk. De meting en waardering van overheidsprestaties is veel complexer, maar daarmee niet minder urgent. De mensen willen immers niet alleen van bedrijven, maar ook van de overheid waar voor hun geld. Zij stellen terecht eisen aan doeltreffendheid, doelmatigheid en democratisch functioneren van de overheid. Waar de markt ontbreekt, kan prestatie-vergelijking aanzetten tot prestatieverbetering.

ICT is een belangrijk hulpmiddel om de overheid toegankelijker te maken en haar dienstverlening te verbeteren. Alle relevante overheidsinformatie en -diensten moeten op termijn voor burgers en bedrijven beschikbaar te zijn via het Internet. De vragen en wensen van burgers staan centraal. Het is de bedoeling om in 2004 minimaal 45 procent van de publieke dienstverlening elektronisch beschikbaar te hebben. Ook staat eind 2004 80 procent van de democratische basisinformatie op het Internet.
Burgers willen niet op allerlei overheidsformulieren steeds opnieuw hun basisgegevens invullen. Daarom wil het kabinet de administratieve lasten voor burgers in kaart brengen en kijken of het minder kan. Het is de bedoeling om de administratieve lasten van alle ministeries met 25 procent te verminderen. Ook voor het bedrijfsleven wordt een project vermindering administratieve lasten opgezet.

Om de overheid te moderniseren start in 2004 een aantal concrete projecten. Onder andere om de uitgaven voor het inhuren van externen te verminderen, om de organisatie en werkwijze van de rijksdienst door te lichten, om de departementale verkokering tegen te gaan en om de politieke sturing te verbeteren. Ook de taken, werkwijze en omvang van zelfstandige bestuursorganen, gedeconcentreerde rijksdiensten en het stelsel van adviesraden zullen onderzocht worden. Een uitgewerkt plan over modernisering van de overheid volgt dit najaar.

Het kabinet staat voor de uitdaging om de overheid te moderniseren, onder andere door eigentijds werkgeverschap, terwijl de economische situatie in ons land meerjarige en substantiële bezuinigingen in de publieke sector noodzakelijk maakt. Daarom ligt de kabinetsbijdrage aan de arbeidskostenontwikkeling in de collectieve sector de komende jaren één procentpunt onder de middellangetermijn-raming van het Centraal Plan Bureau.
De cao's in alle kabinetssectoren (rijk, onderwijs, defensie, politie en rechterlijke macht) lopen af per 31 december 2003. De speerpunten voor de komende cao-onderhandelingen zijn: loonmatiging, het bestrijden van ziekteverzuim, het versoberen van bovenwettelijke sociale regelingen en de sociale zekerheid.

Er komt een wettelijke regeling om inkomens in de (semi-)publieke sector openbaar te maken die hoger zijn dan het inkomen van een minister. Mocht op basis van de verkregen gegevens blijken dat er sprake is van bovenmatige stijgingen van topsalarissen, dan zullen deze met passende maatregelen worden tegengegaan. Een onafhankelijke adviescommissie (de commissie-Dijkstal) zal over de beloning en rechtspositie van de ambtelijke en politieke top in 2004 een advies uitbrengen.

Eigentijds werkgeverschap leidt ook tot de vraag naar het nut en de wenselijkheid van de bestaande arbeidsrechtelijke verschillen tussen ambtenaren en andere werknemers. In 2004 wordt onderzocht of de ambtelijke status moet en kan worden opgeheven.

Het kabinet wil de waarden en normen die horen bij het vak van ambtenaar opnieuw en versterkt onder de aandacht brengen. Als onderdeel daarvan wordt in de Ambtenarenwet een aantal kernbeginselen van integriteit opgenomen, de verplichting van (mede)overheden tot het opstellen van een gedragscode en het voeren van een integriteitsbeleid en het afleggen van verantwoordelijkheid hierover aan de medezeggenschap en het politiek vertegenwoordigend orgaan.

Bestuurlijke vernieuwing

De modernisering van de overheid moet gepaard gaan met democratische en bestuurlijke vernieuwing. Aan de ene kant moet het bestuur worden aangepast aan de veranderende omgeving, aan de andere kant moet bekeken worden wat de waarde is van bestaande instituties, gebruiken en regels en of deze gemist kunnen worden. Directe aanleiding zijn de lage opkomsten bij verkiezingen, de slinkende ledenaantallen van politieke partijen en de beperkte betrokkenheid van burgers bij 'hun' bestuur.

Om de binding tussen burgers en hun parlementaire vertegenwoordigers te versterken zal het kabinet een voorstel doen om het kiesstelsel te wijzigen.
Uitgangspunt van de verandering is een sterkere nadruk op het individuele mandaat van de volksvertegenwoordigers. Dit kan door een deel van de leden van de Tweede Kamer per district te laten kiezen, zodat ze stemmen krijgen op basis van hun regionale of plaatselijke bekendheid. Omdat daardoor een nauwere band ontstaat tussen kiezer en gekozene zullen de mensen 'hun' vertegenwoordigers makkelijke aanspreken en is de parlementariër beter op de hoogte van de situatie in 'zijn' regio. Het nieuwe kiesstelsel blijft een stelsel van evenredige vertegenwoordiging en het aantal kamerzetels blijft 150. Nog deze kabinetsperiode zal het nieuwe stelsel worden ingevoerd; voor het zomerreces van 2004 wordt een wetsvoorstel naar de Raad van State gestuurd.

Om de lokale democratie en de kracht van het lokale bestuur te versterken, kiest het kabinet voor de invoering van de direct gekozen burgemeester. Voor veel mensen is de burgemeester immers nu al het gezicht van het lokale bestuur. Maar de burger heeft nu vrijwel geen bemoeienis met de benoeming van deze belangrijke bestuurder. Ook komen zijn feitelijke bevoegdheden en rol binnen het gemeentebestuur niet overeen met het verwachtingspatroon van burgers. De burgemeester is in de huidige verhoudingen vooral een teamleider die slechts een beperkte invloed heeft op de inhoud van het gemeentebestuur. In het najaar zal het kabinet een notitie naar de Kamer sturen met zijn visie op de gekozen burgemeester: een 'zware' burgemeester binnen de grenzen van de grondwet. Er moeten verschillende vragen beantwoord worden. Bijvoorbeeld of de burgemeester de rol van formateur krijgt na gemeenteraadsverkiezingen, of hij wethouders mag voordragen en of hij richtlijnen mag geven.
Het is de bedoeling om in juni 2004 een wetsvoorstel over de invoering van de rechtstreeks gekozen burgemeester naar de Raad van State te sturen.

Naast de wijziging van het kiesstelsel en de invoering van een direct gekozen burgemeester zijn er meer mogelijkheden voor het vergroten van de burgerparticipatie.
De tijdelijke referendumwet blijft bestaan tot de in de wet opgenomen einddatum van 1 januari 2005. Het oordeel van beide Kamers in tweede lezing over het correctief wetgevingsreferendum wordt afgewacht.

Om te zorgen dat overheden minder tijd kwijt zijn aan elkaar moet het aantal onderlinge regels worden verminderd. Bijvoorbeeld de specifieke uitkeringen. Dit is geld dat de gemeenten en provincies krijgen voor speciale activiteiten, buiten het gemeente- en provinciefonds om. Minister De Graaf wil bekijken welke specifieke uitkeringen kunnen worden gebundeld en welke naar het gemeente- of provinciefonds overgeheveld kunnen worden. Op deze manier kan meer autonomie voor gemeenten en een beperktere controlelast voor de rijksoverheid ontstaan.

Binnen het grotestedenbeleid zal tussen 2005 en 2009 een belangrijke stap worden gezet naar minder bureaucratie en meer tastbare resultaten in de steden en wijken. Zo zal de grote verscheidenheid aan beleidskaders en -doelstellingen waaraan de grote steden moeten voldoen, worden vereenvoudigd en geïntegreerd in een gezamenlijk GSB-beleidskader.
Verder zullen de rijksbijdragen voor het grotestedenbeleid worden gebundeld in brede doeluitkeringen met meer bestedings- en beleidsruimte voor de steden, zodat zij meer resultaatgericht te werk kunnen gaan.

Een tabel met financiële gegevens is beschikbaar op www.minbzk.nl

Ontwikkeling gemeente- en provinciefonds

Het pakket ombuigingen van deze zomer heeft ook gevolgen voor de gemeenten en provincies. Via kortingen op het gemeentefonds en het provinciefonds zullen zij bijna 270 miljoen euro inleveren. Het uiteindelijke ombuigingsbedrag zal uitkomen op ongeveer 220 miljoen euro, omdat het kabinet heeft besloten 50 miljoen euro ter beschikking te stellen voor een aantal knelpunten, zoals de kosten van de dualisering. De besteding daarvan zal in het overleg over een bestuursakkoord met gemeenten en provincies aan de orde komen. Het groeipercentage van de fondsen ligt tot 2007 op gemiddeld 1 procent boven de inflatie. Maar doordat de bevolking groeit, komen de gemeenten en provincies per bewoner uit op de nul-lijn.

16 sep 03 16:30