Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 90801 2509 LV Den Haag Binnenhof 1A Anna van Hannoverstraat 4 2513 AA 's-Gravenhage Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
- ASEA\LIV\68780

Onderwerp Datum Richtinggevende koppeling 16 september 2003

De huidige verslechterde economische situatie vraagt om krachtige maatregelen om de oplopende werkloosheid te keren en om een verantwoorde loonontwikkeling. Een belangrijke rol hierbij is weggelegd voor de invulling die wordt gegeven aan de koppeling, die regelt dat het wettelijk minimumloon (WML) en de daaraan gerelateerde uitkeringen meestijgen met de contractlonen in de marktsector en bij de overheid. In het Hoofdlijnenakkoord is daarover al vastgelegd dat de ontwikkeling van de uitkeringen gelijk op zal lopen met de contractloonstijging van de ambtenaren. Met deze brief wil ik u nader informeren over hoe invulling wordt gegeven aan de systematiek van een dergelijke richtinggevende koppeling in deze kabinetsperiode.

Huidige systematiek
Het beleid ten aanzien van de koppeling beoogt twee doelen te bereiken. In de eerste plaats degenen die niet kunnen participeren in het arbeidsproces te laten delen in de welvaartstijging. Daardoor vormt de koppeling een anker voor een solidaire inkomensontwikkeling van minimumloners en uitkeringsgerechtigden. In de tweede plaats een bijdrage leveren aan een gezond economisch fundament door de toepassing van de koppeling niet onder alle economische omstandigheden een automatisme te laten zijn. Dit betekent voor de komende periode dat van het beleid ten aanzien van de koppeling een richtinggevende werking moet uitgaan op de loonvorming in de marktsector. Loonstijgingen zullen niet automatisch worden doorgegeven via het mechanisme van de koppeling als tegelijkertijd sprake is van een fors oplopende werkloosheid. Als bij volgehouden matiging van de contractlonen zich een structurele verbetering van de economische omstandigheden aftekent, dan moet echter ook weer een reëel perspectief worden geboden op de volledige toepassing van de koppeling. Dit zijn de uitgangspunten voor de invulling die het kabinet aan de koppeling wil geven.

De kentering op de arbeidsmarkt komt tot uiting in een snelle verslechtering van de verhouding tussen het aantal Inactieven en Actieven (de I/A-ratio). Dit verhoudingsgetal is maatgevend voor de toepassing van de koppeling. De I/A-ratio loopt op van 66,3 procent in 2002 via naar verwachting 69¾ procent in 2003 tot 72½ procent in 2004. Bij de Memorie van Toelichting van de Wet koppeling met afwijkingsmogelijkheid (WKA) uit 1991 is




---

gesteld dat zo lang de waarde van de I/A-ratio onder de normwaarde van 82,6 procent1 blijft, de koppeling wordt toegepast. Bij een hogere verwachte waarde kan (deels) worden gekoppeld of worden ontkoppeld. Volgens genoemde Memorie van Toelichting is het wenselijk de normwaarde voor de I/A-ratio per kabinetsperiode aan te passen.

Nieuwe systematiek
Met het oog op de werkgelegenheidssituatie is een aanzienlijke matiging van de lonen geboden en aanscherping van de huidige koppelingssystematiek vereist. Bij de herziening van de normwaarde staat het bieden van een reëel perspectief op volledig herstel van de koppeling voorop. In de komende vier jaar beweegt het verwachte verloop van de I/A-ratio zich 1 à 2 procentpunten boven de waarde van 70 procent (zie figuur). Ter illustratie van wat een reëel perspectief op volledige koppeling zou kunnen zijn, geeft de onderbroken lijn in de figuur het verloop van de I/A-ratio weer bij een loonmatiging van 1¼ procent per jaar ten opzichte van de huidige raming. De I/A-ratio daalt dan in 2006 naar verwachting tot vlak onder 70 procent. Op deze wijze biedt de I/A-norm van 70 procent een anker voor volledig herstel van de koppeling.2 Een dergelijke verlaging van de normwaarde is in lijn met de in de Memorie van Toelichting bij de wet neergelegde doelstelling een substantiële verbetering van deze verhouding te bereiken en deze daarom per kabinetsperiode te actualiseren.

Figuur: Ontwikkeling I/A-ratio
73
72
71
70
I/A-ratio 69
68
67