EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport
http://www.evo.nl

Den Haag laat Brabant vallen

Naast de begroting van Verkeer en Waterstaat heeft het kabinet op Prinsjesdag het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport projectenboek 2004 (MIT) gepresenteerd. Hierin staan de plannen voor aanleg en uitbreiding van weginfrastructuur.

De plannen van Verkeer en Waterstaat voor 2004 en verder worden gepresenteerd onder het motto ?Houden voor bouwen?. De prioriteit wordt in de beleidsagenda gegeven aan het inhalen van achterstallig onderhoud van infrastructuur en voor een gerichte aanpak van files. Voortvarend aanpakken van het aanleggen van reeds geplande nieuwe wegen ziet de regering blijkbaar niet als een gerichte file aanpak. Dat blijkt onder andere uit de vertraging met één jaar van de oplevering van de verbreedde randwegen rond Eindhoven. Een studie naar de mogelijkheden om de bereikbaarheidsproblemen op de N266 tussen Veghel en Den Bosch op te lossen is zelfs helemaal uit het MIT verdwenen. Opvallend is wel dat projecten waar derden financiële betrokkenheid tonen in het MIT geen averij oplopen. Aan de plannen voor de omleiding Halsteren als onderdeel van de A4 zuid van Dinteloord naar Bergen op Zoom en voor de A59 Den Bosch Geffen wordt vooralsnog niet getornd. In beide gevallen worden de meeste initiatieven niet door Den Haag maar door de Provincie ontplooid.

Daar waar derden zich sterk maken om invulling te geven aan projecten die eigenlijk onder verantwoordelijkheid van Den Haag vallen gaat het voorspoedig. Omgekeerd valt er van Den Haag weinig steun te verwachten voor grote projecten met een regionaal karakter. De voor de Tilburgse bereikbaarheid essentiële aanleg van de Noordwestelijke randweg is op de lange baan geschoven. Datzelfde geldt voor de planstudie Bereikbaarheid Oostelijke stadsregio Eindhoven.

EVO en Transport en Logistiek Nederland (TLN) trekken de conclusie dat economische argumenten bij het stellen van prioriteiten op het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een ondergeschikte rol hebben gespeeld. EVO en TLN vinden dat zeer te betreuren omdat juist nu de economie de impulsen zo hard nodig heeft. Investeren in Brabant, één van de sterkste economische regio´s van Nederland, had hoger op de agenda moeten staan.

Positief is het wel te constateren dat het Ministerie oog heeft voor de toenemende importantie van de binnenvaart. Zo wordt tot 2010 ? 700 miljoen uit het kwartje van Kok overgeheveld naar onderhoudswerkzaamheden van vaarwegen. Ondanks het feit dat verschillende projecten voor de binnenvaart geringe vertragingen oplopen is het positief te constateren dat het Ministerie de knelpunten goed in kaart heeft gebracht en dat de geplande activiteiten niet op de lange baan worden geschoven. Daarmee is in elk geval het klimaat geschapen om de kwaliteit van de Brabantse vaarwegen tot 2010 daadwerkelijk te verbeteren.