Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan deEersteKamerderStaten-Generaal

Binnenhof22

Den Haag


---

Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 16 september 2003

Behandeld


- Govert Jan Bijl de Vroe


Kenmerk


- DIE-527/03

Telefoon


- 070-348 5005


Blad


- 1/5

Fax


- 070- 348 6381


Bijlage(n)


- - gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl


Betreft


- Verslag van de informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen ("Gymnich") van 5-6 september 2003

Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Europese Zaken, het verslag van de informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen ("Gymnich") van 5 en 6 september jl. aan te bieden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Verslag van de informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen ("Gymnich")van 5 en 6 september 2003 Tijdens de informele RAZEB van 5 en 6 september ("Gymnich") in Riva del Garda kwamen de volgende onderwerpen aan bod: de IGC, de situatie in het Midden-Oosten en in Irak, de EU-veiligheidsstrategie en de relaties met de Middellandse Zee-regio.IGC Voorafgaand aan het "Gymnich"-overleg vond een Benelux-overleg plaats over de IGC. Het gesprek ging ook over de procedurele voorstellen, die tevoren door het EU-voorzitterschap aan EU-partners waren voorgelegd. De Benelux-partners waren het eens dat de beslissing om niet deel te nemen aan de bijeenkomst van 'gelijkgezinde' landen in Praag (1 september) de juiste was geweest. Het was een signaal geweest dat de landen van de Benelux het Conventieresultaat zoveel mogelijk wilden handhaven en, voor wat de gewenste verbeteringen betrof, constructief met alle partijen wilden werken. Benelux-partners waren het ook eens dat openbreken van het Conventieresultaat op hoofdpunten voorkomen moest worden. Dat nam niet weg dat wel degelijk wensen resteerden die ingebracht dienden te worden. De Ministers spraken voorts over de vraag hoe het voorzitterschap van de raden geregeld moest worden. Verschillende opties passeerden de revue, zonder dat een duidelijke voorkeur werd uitgesproken.

Tijdens het Gymnich-overleg zelf vond discussie plaats over procedure-voorstellen van het Italiaanse Voorzitterschap. Daarbij bleek dat diverse lidstaten veel inhoudelijke bezwaren hebben tegen de inhoud van het Conventie-resultaat. Daar stond tegenover dat een aantal andere partners krachtig stelling nam tegen het ter discussie stellen van belangrijke elementen van het Conventie-resultaat, dat als evenwichtig compromis werd gezien. Nederland heeft in deze discussie aangegeven verbeteringswensen te hebben. Tegelijk onderschreef Nederland de waarschuwing tegen heropening van teveel kwesties.

Naar aanleiding van de discussie stelde het voorzitterschap vast dat diverse lidstaten wensen voor verbetering hebben. Het voorzitterschap was bereid in dat licht in overweging te nemen andere onderwerpen toe te voegen aan de reeds geagendeerde onderwerpen, zoals de Wetgevende Raad, de samenstelling van de Commissie en de eisen voor goedkeuring van toekomstige verdragswijzigingen. Dat neemt niet weg dat het voorzitterschap de regel wil hanteren dat als in de IGC over een aan de orde gestelde kwestie geen compromis kan worden bereikt (beter of anders dan het Conventie-resultaat), iedereen in dat geval is gehouden de Conventie-tekst op het desbetreffende punt te aanvaarden.

Midden-Oosten Tijdens de discussie over de recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten kwam het bericht binnen dat premier Abbas zou aftreden. Dit onderstreepte nog eens de ernst van de huidige situatie, waarover HV Solana en Ministers hun diepe bezorgdheid uitspraken. Met het oplaaiende geweld en de onderlinge verdeeldheid onder de Palestijnen - bv. over de controle over de veiligheidstroepen - kwam het vredesproces onder grote druk te staan. Indien niet de weg van het politieke proces zou worden gevolgd, zoals uitgezet in de Roadmap, was voortduring van het wederzijdse geweld het onvermijdelijke gevolg. In het kader van de strijd tegen het terrorisme en bevordering van het vredesproces bestond consensus over plaatsing van de politieke tak van Hamas op de EU-lijst van terroristische organisaties waarvan de tegoeden worden bevroren. Zowel Israel en de Palestijnse Autoriteit werden opgeroepen zich in woord en daad in te zetten voor de uitvoering van de Roadmap. Van de Palestijnen wordt daartoe verwacht dat ze zo snel mogelijk een nieuwe regering vormen, de veiligheids-diensten reorganiseren (en de controle daarover bij de nieuwe premier onderbrengen), de openbare orde handhaven en zichtbare stappen zetten om terroristische organisaties te ontmantelen. Tevens wordt van de Palestijnen verwacht dat ze de politieke hervormingen voortzetten en eerlijke en open verkiezingen houden. Israel wordt opgeroepen om het leger terug te trekken tot de posities van 28 september 2000, het liquidatiebeleid te beëindigen, alle wegversperringen en andere beperkingen voor Palestijnen op te heffen, het nederzettingenbeleid te bevriezen en de bouw van de "veiligheidsmuur" stop te zetten.

Daarin gesteund door anderen heb ik het belang benadrukt van een herhaalde boodschap naar beide partijen, dat uitsluitend een politiek proces een uitweg biedt uit deze situatie. Ik heb gepleit voor plaatsing op de lijst van de politieke tak van Hamas en gewezen op de noodzaak dat Israeli's en Palestijnen actief uitvoering geven aan de in de Roadmap voorziene stappen. Verder heb ik gesteld Arafat te beschouwen als zowel deel van het probleem als van de oplossing. Derhalve moesten de contacten met hem niet geheel worden verbroken; ik stelde te vrezen voor zeer negatieve consequenties van een evt. uitzetting van Arafat door Israel. Het Kwartet - dat later deze maand zal bijeenkomen - moest krachtig oproepen tot implementatie van de Roadmap, waarvoor geen alternatief bestond; via het Kwartet diende ook Washington volledig en actief betrokken te blijven bij het vredesproces.

Irak

De situatie in Irak werd mede in het licht van de indiening van een nieuwe concept-VNVR-resolutie besproken. Verbetering van de veiligheidssituatie en van de levensomstandigheden in Irak werden alom gezien als de voornaamste prioriteiten van de internationale gemeenschap, alsook een goede samenwerking tussen de "Coalition Provisional Authority" (CPA) en de VN. Veel lidstaten pleitten voor een grotere VN-rol in Irak en meer nadruk op de overdracht van bevoegdheden aan de Iraki's. Dit laatste zou onder andere tot uiting moeten komen in een nauwe omschrijving in de resolutie van het transitieproces richting de installatie van een representatieve regering in Irak. Alleen door een groeiende rol aan de Iraki's zelf toe te kennen, bijgestaan door de VN en de buurlanden, zou voldoende vertrouwen gewonnen kunnen worden en het geweld beperkt kunnen blijven. Andere lidstaten benadrukten ook het belang van geleidelijkheid bij de overdracht van bevoegdheden, alsmede de zekerstelling dat de overdracht zou geschieden aan een geloofwaardig lokaal bestuur. Commissaris Patten vroeg aandacht voor de wederopbouw in Irak en stelde een Commissie-bijdrage van 200 miljoen Euro voor 2003-2004 in het vooruitzicht bij de voorziene donorconferentie voor Irak in oktober.

In mijn interventie heb ik gewezen op de noodzaak van parallelle voortgang op drie sporen, te weten 'veiligheid' (inclusief versterkte bijdragen van de internationale gemeenschap aan de stabilisatiemacht), 'winning hearts and minds' van de bevolking (door verbetering in de voorzieningen, m.n. water en brandstof ) en 'politieke reconstructie' (zichtbaar toenemende overdracht van de macht aan de Irakezen). Hierbij heeft de VN een belangrijke rol te spelen bij het bevorderen van een grotere betrokkenheid van de internationale gemeenschap en kan een nieuwe resolutie een stimulans geven aan het politieke proces dat in Irak op gang is gekomen. Voorts heb ik gepleit voor een constructieve betrokkenheid van de buurlanden bij de ontwikkelingen in Irak en voor deelname door niet-Westerse landen aan de internationale inspanningen. Ten slotte heb ik de Europese landen in de VNVR opgeroepen eensgezind op te treden en geen publiek debat te voeren over hun verschillen van mening; alleen op die manier zou de EU een krachtige en geloofwaardige speler kunnen zijn met betrekking tot Irak.

EU-veiligheidsstrategie

De discussie over de EU-veiligheidsstrategie leverde bevestiging op van de brede consensus onder de lidstaten en toetreders over de dreigingsanalyse, de strategische doelstellingen en de brede aanpak van het begrip 'veiligheid' in het voorliggende concept-document. Voorts bestond overeenstemming over de noodzaak van versterking van het multilaterale (VN-) systeem, van coherent gebruik van het beschikbare instrumentarium, en van operationalisering van het document via annexen (action plans). Moeilijker is de vraag wat precies onder "pre-emptive engagement" moet worden verstaan, en in hoeverre gebruik van militair geweld daaronder moest vallen. Meerdere landen legden de nadruk op de noodzaak van aanpassing van internationale regels, dan wel een flexibele interpretatie hiervan, om aan de nieuwe dreigingen het hoofd te kunnen bieden. Andere landen toonden zich terughoudend en vreesden dat de EU met onderhavige strategie de indruk zou kunnen wekken dat het buiten de VN om zou willen werken. Er bestond ook een nauw verband tussen de discussie over de toekomst van het EVDB in IGC-verband en de veiligheidsstrategie.

In het kader van de beoogde vergroting van de effectiviteit van het VN-systeem heb ik aangegeven dat de Unie hieraan ook een bijdrage kon leveren door eensgezind optreden door de EU-leden in de VNVR. Als deze landen verdeeld waren kon de VR als zodanig ook niet effectief opereren. Verder heb ik het belang onderstreept van een brede kijk op het begrip 'veiligheid' en van het verband tussen externe en interne veiligheid, gekoppeld aan de noodzaak van samenhangend gebruik van de beschikbare instrumenten (inclusief OS, handel, milieu etc.). De concept-strategie moest nadrukkelijk en tijdig met partners als de VS en Rusland worden besproken en worden gebruikt om meningsverschillen te overbruggen. Voorts diende de Unie de eigen capaciteiten te versterken maar zich ook meer bewust te zijn van de VS-perceptie van het EU-beleid. Ten slotte heb ik in dit kader aandacht gevraagd voor de dialoog met de Arabische wereld en het gebrek aan effectiviteit van zowel de VN als de EU ten aanzien van Afrika.

Middellandse Zee-regio
Tijdens de - korte - bespreking van de relaties met de Middellandse Zee-regio werd gepleit voor versterking van het Barcelona-proces, dat tot nog toe gemengde resultaten had laten zien, maar door een coherent gebruik van beschikbare instrumenten meer kon opleveren. Bevordering van de veiligheid in deze regio bleef een hoge prioriteit, alsmede de intensivering van de dialoog tussen culturen en de samenwerking op het gebied van illegale immigratie. In de aanloop naar de Euromed Ministeriele in Napels worden nieuwe voorstellen verwacht op het gebied van onder andere bevordering van de dialoog, samenwerking op het gebied van EVDB en crisisbeheersing, en bevordering van de regionale integratie in de Maghreb. Voorts is het Voorzitterschap voornemens de landen uit de Middellandse Zee-regio actiever te betrekken bij de voorbereiding van de genoemde Napels-conferentie.


---