OCenW
Ministerie van Onderwijs
Cultuur en Wetenschappen
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
Telefoon (079) 323 23 23
Telefax (079) 323 23 20
De voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 AE Den Haag
Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer
FEZ/IR/2003/44136
16 september 2003
Onderwerp Doorkiesnummer
Publicatie Education at a Glance 2003
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) brengt vandaag,
16 september, het internationaal vooraanstaand onderwijsindicatorenrapport Education at
a Glance 2003 uit. Hierbij bied ik u een door mijn Ministerie opgestelde samenvatting aan,
waarin de positie van ons onderwijsstelsel in internationaal perspectief zichtbaar wordt
gemaakt.
Education at a Glance beschrijft de onderwijsstelsels in 2000 en 2001. De beelden die we
voor Nederland waarnemen ondersteunen in grote mate de speerpunten in de
onderwijsbegroting. Deze zijn gericht op het versterken van de kennissamenleving,
vergroten van de onderwijsdeelname, het aantrekkelijk maken van het lerarenberoep en
extra investeringen in kennis. Naast een overzicht en beschrijving van indicatoren die
aansluiten bij het Nederlandse beleid en waar Nederland een bijzondere positie inneemt,
wordt in de samenvatting aandacht besteed aan de nog openstaande toezegging van
Staatssecretaris Adelmund ((ID 64, sept 2002). Deze betreft een internationale vergelijking
van deelname aan technische vakken.
De OESO publicatie laat zien dat de Nederlandse jeugd samen met de Engelse en Zweedse
de hoogste scores in internationale leesvaardigheidstesten behaalt. Bovendien heeft
Nederland internationaal gezien het grootste aandeel jong volwassenen met een
afgeronde opleiding in het langjarig HBO en WO. Hier staat tegenover dat in vergelijking
met de meeste OESO landen in Nederland een relatief grote groep jongeren het onderwijs
verlaat zonder een startkwalificatie te hebben behaald. Verder blijkt het behaald
onderwijsniveau in de leeftijdsgroep 25-34 jarigen in Nederland minder hoog te zijn in
vergelijking met omringende landen. Een nader onderzoek lijkt gewenst.
Afgestudeerden in technische en exacte richting zijn in Nederland minder talrijk dan in
andere landen. Dit was in 1996 al het geval maar sindsdien constateren we een verder
dalende trend. Hier moet ons ingezet beleid een antwoord op geven.
Wat betreft het lerarenberoep toont Education at a Glance dat het salaris van de
OCenW
Blad 2
Nederlandse leraar internationaal op een gemiddeld niveau ligt. In het Nederlands hoger
secundair onderwijs wordt zelfs relatief meer verdiend dan in andere landen. Nederlandse
leraren zijn, met name in het secundair onderwijs gemiddeld wat ouder dan in de meeste
omringende landen. Het aandeel jonge docenten onder de 30 bedroeg in deze sector in
2001 nog geen 10 procent.
We constateren verder dat van de Nederlandse publieke overheidsuitgaven een steeds
groter deel aan onderwijs wordt besteed. Tussen 1995 en 2000 is het deel van de totale
Nederlandse overheidsuitgaven aan onderwijsinstellingen en aan studiefinanciering
sterker gestegen dan in de omringende landen. Bovendien zijn ook de Nederlandse
(publieke en private) onderwijsuitgaven aan instellingen in de periode 1995-2000 meer
toegenomen dan in omringende landen.
In de beelden die zijn gepresenteerd voor het primair en secundair onderwijs zien we het
beleid van de afgelopen jaren terug. Er zijn extra investeringen gedaan die gelijke tred
hebben gehouden met de forse groei van het BBP.
In 2000 bedroegen de totale Nederlandse publieke en private uitgaven aan
onderwijsinstellingen 4,7 procent van het BBP. Ons financieringsniveau is nu meer in de
buurt van omringende landen gekomen.
Het beleid zoals dat in deze ontwerpbegroting voor 2004 voor het onderwijs is ingezet kan
op de korte termijn een krachtig antwoord geven op het hier geschetste beeld van
Nederland in internationaal perspectief. We lijken te beschikken over een redelijk
effectief onderwijssysteem. Wel doen we er goed aan alert te blijven. We moeten ervoor
zorgen dat ons bestel ook op de lange termijn kan voldoen aan onze ambitie. We willen
immers een vooraanstaande rol in de internationale kennissamenleving blijven vervullen.
Ik hoop u met deze informatie van dienst te zijn.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
(Maria J.A. van der Hoeven)