Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Antwoorden op kamervragen over de mogelijke aanslag op de islamitische basisschool Tarieq Ibnoe Ziyad te Eindhoven

18 september 2003

Antwoorden op vragen van de leden Dijsselbloem, Van Heemst en Van Dam (allen PvdA) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Vreemdelingenzaken en Integratie over de mogelijke aanslag op de islamitische basisschool Tarieq Ibnoe Ziyad te Eindhoven. (Ontvangen 5 september 2003)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de aanslag op de islamitische basisschool Tarieq Ibnoe Ziyad in Eindhoven zondag 15 juni jl.?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Groeiend racisme bij jeugd; extreem rechts rukt op onder jongeren in zuid-oost Brabant»? (Eindhovens Dagblad, 13 juni jl.)

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Neemt het aantal aanslagen op islamitische scholen, moskeeën en verenigingsgebouwen van minderhedenorganisaties de afgelopen jaren toe in ons land?

Antwoord 3

In de Monitor Racisme en Extreem rechts van 2002, waarin verslag wordt gedaan van wetenschappelijk onderzoek naar geweldsmisdrijven met een racistisch motief, is bekendgemaakt dat er in 2001, na de aanslagen van 11 september in de VS, een korte hausse waarneembaar was in het aantal anti-islamitische geweldplegingen. Gedurende enkele weken waren destijds opvallend veel moskeeën en islamitische scholen het doelwit van bekladdingen, vernielingen en bedreigingen. Op dit moment zijn er over het jaar 2002 nog geen statistische gegevens beschikbaar met betrekking tot aantallen anti-islamitische gewelddaden. Deze gegevens worden naar verwachting in het najaar van 2003 middels een tussentijdse Monitorrapportage openbaar gemaakt.

Vraag 4

Heeft u kennisgenomen van het jaarrapport van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël, waarin wordt gemeld dat het aantal antisemitische incidenten in 2002 in ons land met 140% is toegenomen?

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5

Wat is uw analyse van deze berichten en de schijnbare trend die daaruit blijkt?

Antwoord 5

Trendmatig is met betrekking tot de verschijnselen van racisme en antisemitisme in Nederland een aantal ontwikkelingen waarneembaar. Allereerst valt op dat rechts-extremistische organisaties de afgelopen jaren verder zijn gemarginaliseerd. Naast een daling van het aantal organisaties werden de overgebleven extreem rechtse groeperingen geconfronteerd met een teruggang van het ledental. Bovendien is extreem rechts nog slechts actief in één vertegenwoordigend lichaam in Nederland (deelgemeente Rotterdam-Feijenoord). Op dit moment moet extreem rechts in Nederland niet in staat worden geacht het voortbestaan van de democratische rechtsorde in ernstige mate te bedreigen. Desondanks zijn de xenofobische en racistische sentimenten niet uit de Nederlandse samenleving verdwenen. Deze sentimenten worden heden ten dage vooral geventileerd via het internet en binnen autochtone én allochtone jongeren(sub)culturen. Onvrede over de multi-etnische samenleving onder jongeren komt soms tot uiting middels min of meer spontane acties. Autochtone jongeren die de confrontatie zoeken met groepen van een andere etnische samenstelling, schermen in sommige gevallen met extreem rechtse, racistische en zelfs nationaal-socialistische symbolen. De praktijk leert dat het hanteren van deze symboliek veelal niet voortkomt uit politiek-ideologische overtuiging, maar eerder dient ter provocatie van rivaliserende etnische groepen. Verder valt op dat het aantal gewelddadigheden met een racistisch motief niet structureel lijkt toe te nemen; eerder is er sprake van golfbewegingen, die niet goed voorspelbaar zijn. Een stijging van de geweldsincidenten vond met name plaats na de aanslagen van 11 september 2001. Na het oplaaien van het Israëlisch-Palestijnse conflict begin 2002 nam het aantal antisemitische incidenten toe. De constatering van het CIDI dat het aantal antisemitische incidenten in de eerste maanden van 2003 is gedaald, bevestigt deze golfbewegingen en weerspiegelt de onvoorspelbaarheid van toekomstige ontwikkelingen betreffende geweldsmisdrijven met een racistisch motief. Wij herkennen het beeld dat het CIDI schetst, dat met name onder moslimjongeren sentimenten leven ten aanzien van de Israëlisch-Palestijnse kwestie. Zoals 12 juni 2002 tijdens de behandeling van de regeringsverklaring is toegezegd, zal het kabinet voor de begrotingsbehandelingen van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een brief sturen aan de kamer over de aanpak van antisemitisme. De minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie coördineert dit proces (Handelingen II 2002/03, blz. 77-4395).

Vraag 6

Zijn er regio's of steden waar deze vormen van extremisme sterker aanwezig lijken te zijn?

Antwoord 6

Het beschikbare cijfermateriaal betreffende de verschillende hierbedoelde vormen van racisme is mede gelet op de zich manifesterende golfbewegingen onvoldoende om conclusies te trekken over de mate waarin de verschijnselen zich in specifieke regios of steden voordoen.

Vraag 7

Welke maatregelen neemt u, en met u de regionale korpsen, het openbaar ministerie en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst daartegen?

Antwoord 7

Ten algemene is het zo dat de regionale Infodesks van de politie voortdurend de beschikbare gegevens op dit gebied analyseren. De onderhavige problematiek wordt vervolgens actief onder de aandacht gebracht van de politiemedewerkers. Ook wordt tussen de politie en de direct betrokkenen door intensieve contacten een vertrouwensrelatie opgebouwd. Wijkagenten en buurtregisseurs spelen hierin een belangrijke rol. Tegen eventueel gepleegde strafbare feiten wordt door de politie uiteraard opgetreden. Een bewijsbare zaak wordt door het OM, bijzondere omstandigheden daargelaten, ook aangebracht bij de strafrechter. In voorkomende gevallen bestaat tevens de mogelijkheid om over te gaan tot het bewaken en beveiligen van bepaalde locaties via het stelsel bewaken en beveiligen waarover u bij brief van 20 juni 2003 bent geïnformeerd (Kamerstuk 28 974, nrs. 1 en 2). Op initiatief van de minister van Justitie en de voormalige minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid is de Stimuleringsregeling professionalisering antidiscriminatiebureausin maart 2001 in werking getreden. Deze regeling biedt Antidiscriminatiebureaus (ADBs) de mogelijkheid zich (verder) te professionaliseren. De regeling loopt tot en met 2004. ADBs zijn behulpzaam bij het realiseren van de toegang tot het recht voor burgers of hun belangenbehartigers wanneer zij klachten en/of signalen hebben over een discriminatoir voorval (op verschillende gronden). De ADBs kunnen in eerste instantie proberen te bemiddelen tussen partijen. Indien dat geen resultaat heeft, kunnen deze klachten worden ingediend bij de Commissie gelijke behandeling of kan er aangifte worden gedaan. De AIVD verricht op grond van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002 onderzoek naar personen en organisaties die een bedreiging vormen voor de democratische rechtsorde. In dat kader onderzoekt de dienst radicaliseringsprocessen in de Nederlandse samenleving en de daarbij betrokken personen en organisaties. De bestudering van de verhoudingen tussen verschillende bevolkingsgroepen in Nederland en eventuele daaruit voortvloeiende interetnische spanningen, maakt, voor zover daarvan een dreiging uitgaat voor de democratische rechtsorde, deel uit van dat onderzoek. Eventuele dreigingen die uitgaan van een persoon of organisatie helpt de AIVD tegengaan door tijdig informatie te leveren aan de bevoegde instanties. Relevante informatie ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten wordt gemeld aan het Openbaar Ministerie.

Vraag 8

Welke resultaten heeft de aanpak van deze vormen van extremisme tot op heden?

Antwoord 8

Gelet op de eerder genoemde golfbewegingen valt daarover niets met zekerheid te zeggen. Mede door het werk van de AIVD en de wetenschappelijke publicaties in de Monitor Racisme en Extreem Rechts, die inmiddels vijfmaal is verschenen, bestaat er wel een helder en met feiten onderbouwd beeld van georganiseerd extreem rechts. Echter, zoals eerder opgemerkt, vinden xenofobe en racistische uitingen ook min of meer spontaan plaats vanuit autochtone en allochtone jongeren(sub)culturen. De AIVD heeft verschillende malen informatie, met betrekking tot extreem rechtse activiteiten die een ernstige bedreiging van de openbare orde met zich meebrachten, geëxploiteerd richting lokale autoriteiten. De onderhavige problematiek heeft tevens voortdurend de aandacht van politie en justitie. Daar waar opsporing en vervolging tot de mogelijkheden behoort wordt hiertoe overgegaan. In dit verband kan ik u melden dat de politie vijf verdachten terzake van de vermoedelijke brandstichting te Eindhoven heeft aangehouden en dat de zaak thans onder de rechter is. Van enige betrokkenheid van een organisatie is niets gebleken.

Homepage

Actueel/Publicaties

Parlementaire stukken

Antwoorden op kamervragen over de mogelijke aanslag op de islamitische basisschool Tarieq Ibnoe Ziyad te Eindhoven