Doorbraak op Derde Noordvleugelconferentie Randstad
"De woningbouwopgave voor deze regio is zonder meer fors. Gemeenten en
provincies hebben er samen de ruimte voor gevonden, maar zonder
waarborgen van het Rijk voor een goede bereikbaarheid loopt de boel
vast", aldus wethouder Stadig van Amsterdam, voorzitter van de
conferentie.
De Noordvleugel is met 2 miljoen inwoners en 1 miljoen arbeidsplaatsen
één van de economische motoren van de randstad en van Nederland. "Die
motor draaiende houden vergt enorme investeringen in infrastructuur,
zowel van de gemeenten en provincies als van het Rijk. We zijn tot de
slotsom gekomen dat zonder die investeringen geen nieuwe locaties voor
wonen en werken tot ontwikkeling gebracht kunnen worden", aldus
Stadig. "Voor wat hoort wat geldt ook hier."
De derde Noordvleugelconferentie die vandaag, 19 september is
gehouden, ging over de onderlinge samenhang tussen het verder
ontwikkelen van wonen en werken enerzijds en de bereikbaarheid
anderzijds. Eerdere, succesvolle, conferenties gingen over de
woningbouwopgave (2001) en de bereikbaarheid in relatie tot de scheve
woon-werkbalans (2002).
Bereikbaarheid
Infrastructuurprojecten die hoge prioriteit hebben en voor 2010 moeten
zijn aangelegd zijn: Noord/Zuidlijn, de 2^e Coentunnel / Westrandweg,
de Zuidtangent (oost / west), de N201 en de uitbreiding van de
Hollandse Brug.
In samenhang met de nationale groeitaak van Almere tot vierde stad van
Nederland is een verbinding door het IJmeer nodig, te realiseren in de
periode 2010 - 2030. Een Ijmeer-railverbinding zou gekoppeld moeten
zijn aan de Zuiderzeelijn. Dit in aanvulling op de noodzaak die
regionale en maatschappelijke partners in het samenwerkingsverband de
Uitweg aangedragen hebben, van aanzienlijke verbetering van de
verbinding tussen de A6 en de A9 tussen Almere en Amsterdam/Schiphol.
Ruimte voor wonen en werk
Ruimte voor wonen en economische ontwikkeling moet in het bijzonder
langs de as Haarlemmermeer Amsterdam Almere gevonden worden. Daar kan
aangehaakt worden aan bestaande infrastructuur, kan de woon-werkbalans
minder scheef gemaakt worden en kan op een gefaseerde wijze gewerkt
worden aan woningbouw, economische ontwikkeling en de aanleg van
nieuwe en de uitbreiding van bestaande infrastructuur. De bouwopgave
bedraagt in dit scenario in Almere minimaal 45.000 woningen, binnen de
bebouwde kom van Amsterdam 50.000 en in Haarlemmermeer en Bollenstreek
29.000 woningen. Na 2030 blijft verdere doorgroei van Almere mogelijk.
Kleinere bouwopgaven liggen er bijvoorbeeld in Zaanstad (minimaal
5.000 binnenstedelijk), Amstelveen (ca. 6.500 in de Legmeerpolder) en
5.000 woningen in de gemeenten Muiden en Weesp (in het bijzonder op
het KNSF-terrein en in Bloemendalerpolder).
Pilotproject(en) beprijzing
De Noordvleugelconferentie ziet een vorm van beprijzing als
onvermijdelijk om de capaciteit van de drukste wegen beter te
benutten. De bestuurders willen graag spoedig met het Rijk afspraken
maken voor een of meer pilot projecten, maar op uitdrukkelijke
voorwaarde dat de baten geïnvesteerd zullen worden in verbetering van
de bereikbaarheid in de regio zelf.
Kosten
De kosten van bovengenoemde infrastructuur kunnen oplopen tot 15
miljard Euro tot 2030. Bestuurders in de Noordvleugel beseffen dat zij
een forse claim leggen op de op dit moment beperkte rijksmiddelen.
Maar het gaat om investeringen vanaf 2010, waar echter nu al een
besluit over genomen moet worden gezien de lange voorbereidingstijd.
Uitstel is niet aan de orde en zou de woningbouwopgave én de
economische dynamiek in de Noordvleugel in gevaar brengen.
Kabinet aan zet
Gezien het brede verband van bestuurlijke partners, de nauwe
samenwerking van ruimtelijke ordenings- en verkeer- en
vervoersportefeuillehouders en de overeenstemming over de grote lijnen
in ruimtelijke ontwikkeling, gaan de noordvleugelpartners ervan uit
dat in de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit die volgend jaar
vastgesteld moeten worden, veel van de huidige voorstellen terug te
vinden zijn. De partners in de Noordvleugel willen vervolgens zo snel
mogelijk samen met het Rijk tot concrete uitvoering over gaan.
Definitieve standpunten Derde Noordvleugelconferentie
STANDPUNTBEPALING 1
Het Noordvleugeloverleg houdt vast aan de tijdens de eerste twee
conferenties afgesproken uitgangspunten en voorwaarden bij de opdracht
om voor de periode 2010 - 2030 de toevoeging van ruimtelijk programma
en infrastructuur in wederzijdse samenhang op een haalbare manier te
faseren en te realiseren. Die realisering is noodzakelijk om de gehele
Noordvleugel als motor van de economie in de Deltametropool te laten
blijven functioneren. Dat is ook een nationaal belang.
De Noordvleugelconferentie acht het economisch en maatschappelijk
volstrekt onverantwoord om 150.000 woningen (exclusief de Utrechtse
opgave) te bouwen zónder dat er zekerheid is over de investeringen in
de benodigde infrastructuur. Onderling en met het Rijk worden daarom
zo snel mogelijk afspraken gemaakt over de financiering, (versnelling
van) procedures en realiseringstermijnen van concrete projecten.
STANDPUNTBEPALING 2
De Noordvleugel kiest voor concentratie van de stedelijke ontwikkeling
op de as Haarlemmermeer - Amsterdam - Almere vanwege de zeer nauwe
samenhang tussen wonen, werken en infrastructuur en de mogelijkheid om
op deze ontwikkelingsas via localisering, fasering en investeringen
integraal te sturen op bereikbaarheid, verstedelijking,
woon-werkbalans en ruimtelijke kwaliteit. Daarmee krijgt investeren in
de infrastructuur in de as Haarlemmermeer - Amsterdam - Almere in de
periode 2010 - 2030 prioriteit binnen de Noordvleugel. Maar dit kan
niet gebeuren zónder gelijktijdige voortgang van de bouwopgaves
(woningen en infrastructuur) en verbetering van de economische
structuur in de Noordvleugel als geheel.
STANDPUNTBEPALING 3
Groei is een onvermijdelijke constante in de Noordvleugel. Om die
groei te accommoderen en in goede banen te leiden is woningbouw nodig
en is een goede bereikbaarheid een voorwaarde sine qua non. Dit
betekent dat het absoluut noodzakelijk is dat Noordvleugel en Rijk
over de dekking van de kosten van de infrastructuurprojecten die tot
2010 lopen nog dit jaar definitieve afspraken maken. Topprioriteiten
voor de Noordvleugel die in 2010 gerealiseerd moeten zijn, zijn de
aanleg van de Noord/Zuidlijn, de 2^e Coentunnel/Westrandweg, de N201,
de uitbreiding van de Hollandse Brug en de Zuidtangent (west en oost).
STANDPUNTBEPALING 4
De Noordvleugelconferentie spreekt zich - gezien de nijpende
achterstandssituatie in de bereikbaarheid van Almere - uit voor een zo
spoedig mogelijke uitbreiding van bestaande en aanleg van nieuwe
infrastructuur tussen Almere en Amsterdam/Haarlemmermeer. Daarbij
behoeft de functie en fasering van een railverbinding door het IJmeer
die financieel gekoppeld zou moeten zijn met de Zuiderzeelijn - extra
aandacht. Het kabinet zal nog deze kabinetsperiode een besluit moeten
nemen over de wijze waarop (financieel, versnelling procedures) in een
goede bereikbaarheid van de as Haarlemmermeer - Amsterdam - Almere
voor de periode tot 2030 kan worden voorzien. Als het kabinet daartoe
niet bereid is, zal de Noordvleugel haar noodzakelijke taakstelling om
ruimte te bieden aan economische ontwikkeling en woningbouw moeten
herzien, omdat deze dan onuitvoerbaar is.
STANDPUNTBEPALING 5
De Noordvleugelconferentie kiest voor een model met een ruimtelijke
ontwikkeling vanuit het zuidwesten naar Almere. Dat is reeel, omdat de
meerkosten van het benodigde programma dat bij zon ontwikkeling hoort
niet veel uitgaan boven de kosten die altijd al nodig zijn om de
bereikbaarheid in de Noordvleugel op orde te brengen in de periode tot
2030. Een evenwichtige ontwikkeling vanuit het zuidwesten naar Almere
maakt een goede fasering mogelijk (wat kan wanneer en waar ontwikkeld
worden) en biedt de beste doorgroeimogelijkheden. Bovendien kan in dit
model het beste ingespeeld worden op de (economische) potentie van de
as Haarlemmermeer - Amsterdam - Almere en kan de bestaande en nieuwe
infrastructuur op die as optimaal benut worden.
STANDPUNTBEPALING 6
Het Noordvleugeloverleg zal bevorderen dat vanuit de regio zelf een
substantiële financiële bijdrage wordt geleverd aan de realisering van
infrastructuurprojecten, maar dat laat onverlet dat er ook een
klemmend beroep op de rijksoverheid nodig is om te zorgen dat
financiering van deze projecten voortvarend ter hand wordt genomen.
Gezien de voordelen (beperken mobiliteitsgroei, geld genereren) vraagt
de Noordvleugelconferentie het Rijk in de regio zo spoedig mogelijk
een of meer pilotprojecten te benoemen voor een vorm van beprijzing,
op voorwaarde dat de baten geïnvesteerd worden in de infrastructuur in
de regio zelf.
STANDPUNTBEPALING 7
De Noordvleugelpartners zet zich in voor een substantiële groei van de
werkgelegenheid in Almere. Een groot en gevarieerd aanbod van werk in
Almere is voorwaardelijk voor uitgroei tot een stad van meer dan
300.000 inwoners.
Tevens zetten de Noordvleugelpartners zich in voor een economische
structuurversterking ten noorden van het Noordzeekanaal in verband met
de gunstige uitwerking op de woon-werkbalans.
Instrumenten die het Noordvleugeloverleg kan hanteren om dit mogelijk
te maken zijn o.a.:
* Beleidsconsistentie en continuïteit in ambities en handelen.
* Concrete afspraken maken over (onderzoek naar) doorverwijzing,
acquisitie, verplaatsing, specialisatie en regionale ruimtelijke
programmering.
* Komen tot vormen van gezamenlijke grondexploitatie.
Nadere inlichtingen:
Karen Buschman, afdeling Voorlichting Gemeente Amsterdam, 020 552 32
46 / 06 22600020
Marcel van Kanten, afdeling Communicatie Provincie Noord-Holland, 023
514 42 11 /
06 286 15 794
Marcel van Kanten 19-9-2003 17:03:00
Provincie Noord-Holland