Erasmus


19-09-03: Genafwijkingen bij ledemaatmisvormingen gelocaliseerd

Kennis over ledemaatafwijkingen is van groot belang voor de erfelijkheidsadvisering van patiënten en hun familieleden. Leden van families met ledemaatafwijkingen vragen steeds meer om informatie over de oorzaak, het herhalingsrisico en mogelijkheden van medisch ingrijpen, ook in het geval van geringe misvormingen. Robert-Jan Galjaard verdedigt op woensdag 24 september 2003 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam zijn dissertatie 'Onderzoek naar genen betrokken bij aangeboren ledemaatafwijkingen'.

Aangeboren ledemaatafwijkingen bij de mens behoren, na aangeboren hartafwijkingen, tot de meest voorkomende groep van misvormingen. Bij de vorming van verschillende weefsels van de ledematen tijdens de embryonale ontwikkeling zijn een beperkt aantal genen betrokken. Fouten in deze genen kunnen aanleiding geven tot een verscheidenheid aan ledemaatafwijkingen.

Galjaard bepaalde de chromosomale localisatie van genen die betrokken zijn bij ledemaatafwijkingen. Hij legde een verband tussen een fout in een gen en de betreffende ledemaatafwijking. De promovendus beschrijft onder andere een familie van vier mannen met dubbelzijdige afwezigheid van het spaakbeen in aanwezigheid van de duim en andere afwijkingen van ledematen en hart. Hij stelt dat het ziekte veroorzakende gen op het X chromosoom moet liggen. Voor veel ziektegenen geldt dat een fout in een gen bij verschillende patiënten aanleiding geeft tot dezelfde afwijking.

Galjaard concludeert echter dat binnen families met botverkorting in handen/voeten grote verschillen per patiënt worden gevonden. Deze grote variatie kan ontstaan door één afwijking in éénzelfde gen. Tevens vond hij dat een extra pink of teen kan worden veroorzaakt door een genafwijking op chromosoom 7.

Promotoren: prof.dr. B.A. Oostra, Moleculaire genetica van erfelijke ziekten en prof.dr. P. Heutink (UvA)