Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Melanie Schultz van Haegen, bij de start van het Koploperproject Oostpolder in Anna Paulownapolder, op 24 september 2003 om 13.30 uur

Dames en heren,

De afgelopen jaren is water vaker in het nieuws dan de twee, drie decennia ervoor. En met reden. De afgelopen zomer hadden we er te weinig van en een paar jaar geleden juist veel te veel. Toen viel er veel regen in grote delen van Nederland. Ook in het beheersgebied van Hollands Noorderkwartier ontstond toen wateroverlast. En dan heb ik het nog maar niet over 1993 en 1995, toen het peil in de rivieren steeg tot aan de kruin van de dijken en we tienduizenden mensen moesten evacueren.

Waterbeheer is dus actueler dan ooit. Deze zomer al helemaal. De kranten en journaals stonden er bol van: blauwalg, waterschaarste, code rood bij elektriciteitsbedrijven, wegzakkende dijken bij Wilnis en Rotterdam en de inlaat van zilt water in West-Nederland. Gelooft u me: als staatssecretaris met waterbeheer in de portefeuille had ik geen betere argumenten voor de noodzaak van goed waterbeheer kunnen verzinnen.

Of het nu gaat om verdroging of om extreme watertoevoer, met het nieuwe waterbeleid, waar we als waterbeheerders inmiddels al een aantal jaren mee bezig zijn, kunnen de problemen worden ondervangen. Overigens is dat beleid onder leiding van mijn voorgangster en uw huidige dijkgraaf, Monique de Vries, tot stand gekomen. Ere wie ere toekomt.

Voor het hoofdwatersysteem zijn we volop bezig met programmas als Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken. Op 2 juli van dit jaar hebben we een belangrijke stap gezet voor het regionale watersysteem. Op die datum tekende ik samen met de gemeenten, de provincies en de waterschappen het Nationaal Bestuursakkoord Water. Dat akkoord staat als een huis en garandeert een gezamenlijke aanpak om het regionale watersysteem in 2015 op orde te hebben.

De volgende stap is wat mij betreft dat we nu snel concrete resultaten gaan boeken, ook in de regio. Een mooi begin daarvan zijn de zogeheten koplopersprojecten, die al in dit en het volgend jaar worden uitgevoerd. De ministeries van VROM en Verkeer en Waterstaat hebben samen ruim een miljoen euro ter beschikking gesteld voor deze vier projecten, die duidelijk maken waar het nieuwe waterbeleid voor staat.

De vier projecten zijn de Oostpolder, de polders Lappenvoort, Glimmermade en Het Oostenland in het beheersgebied van het waterschap Hunze en Aas, de Groote Brekken in het beheersgebied van het wetterskip Fryslân en het project voor gietwaterbassins in de glastuinbouw in het beheersgebied van het hoogheemraadschap van Delfland.

Ik ben heel blij dat ik nu al, terwijl de inkt van het bestuursakkoord nog nauwelijks droog is, het startsein mag geven voor de uitvoering van het eerste koploperproject. Daarmee wordt het beleid om anders met water om te gaan ook in de regio in één keer zichtbaar.

Ga maar na. Het Oostpolderproject betekent een vergroting van de capaciteit van de Oostpolder door verlegging van de bestaande sloot langs de Amsteldijk. Dat leidt niet alleen tot meer mogelijkheden voor waterberging in natte periodes. Ook drie andere functies zijn ermee gediend. Ten eerste kunt u hier straks in droge tijden meer water vasthouden, waar vooral de landbouw van profiteert. Ten tweede krijgen de oevers brede rietkragen, wat goed nieuws is voor de planten en dieren in dit gebied. En ten derde ziet het Amstelmeer er door deze natuurvriendelijke inrichting straks aantrekkelijker uit, wat de recreatie zal bevorderen. Door deze vier vliegen in één klap is het koploperproject Oostpolder een schoolvoorbeeld van wat we met het waterbeleid voor de 21e eeuw willen bereiken.

Dames en heren,

Op woensdag 29 januari dit jaar was ik hier nog om de deelstroomgebiedsvisie in ontvangst te nemen en bestond dit koploperproject alleen nog maar op papier. Vandaag al kan ik hier het startsein geven voor de praktische uitvoering. Zo mag ik het graag zien. U geeft vandaag het goede voorbeeld. Ik hoop en verwacht de komende jaren nog veel van soortgelijke projecten te mogen openen. Want zoals ik al zei: wat mij betreft is het oogsttijd.

De medewerkers van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, de provincie Noord-Holland en het Gewest Kop van Noord-Holland hebben dit fantastische resultaat mogelijk gemaakt, waarvoor alle hulde en dank. En ten slotte feliciteer ik natuurlijk graag mijn voorganger en uw huidige dijkgraaf met dit daverende startschot van de uitvoering van het Nationaal Bestuursakkoord. Monique, bij de opzet van het NBW was je al koploper, je bent het nu ook in de uitvoering. Mijn complimenten.

Ik dank u voor uw aandacht.