Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Speech, 26-09-2003

Om de toespraak op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=20287


Nationale Dag van de Ouderen

Concept-toespraak staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross-van Dorp, tijdens de Nationale Dag van de Ouderen op 25 september 2003 in Utrecht.

Nationale Dag van de Ouderen
Speech, 26-9-2003

Concept-toespraak staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Rossvan Dorp, tijdens de Nationale Dag van de Ouderen op 25 september 2003 in Utrecht. Dames en heren,
Ik durf te wedden dat een deel van u vorige maand naar één van de concerten van de Rolling Stones is geweest. Ik kon jammer genoeg geen kaartjes krijgen, anders was ik zeker gegaan. Anderen onder u zullen hun muziek ongetwijfeld afschuwelijk vinden. Maar mooi of lelijk, daar gaat het mij nu even niet om. Wat ik zo bijzonder vind aan de Stones is het feit dat ze inmiddels als rockgroep al een jaar of veertig meegaan. Mick Jagger en zijn vrienden zijn intussen rond de zestig en soms al daar boven. Al hadden sommige recensenten het spottend over 'rimpelrock'; aan hun muziek en aan hun uitstraling doet dat niets af. Natuurlijk, de heren zijn niet meer de jongsten. Toch lijkt leeftijd geen vat te krijgen op hun plezier in muziek maken. Misschien dat ze een pietsje strammer over het toneel bewegen, maar verder klinken en doen ze nog als vanouds. Ik heb geen idee hoe lang ze dat nog volhouden - eens houdt het op natuurlijk - maar het zou mij niet verbazen als ze over een paar jaar Nederland weer aandoen op hun zoveelste wereldtournee. Ik hoop dat ik er dan wél bij kan zijn.
U denkt nu misschien: ik luister naar de verkeerde toespraak. Dit gaat over muziek in plaats van over ouderen. Ik kan u geruststellen. Ik haal de Rolling Stones er alleen maar bij om te illustreren dat 'oud' tegenwoordig een rekkelijk begrip is. Nog maar een generatie geleden was je rond je zestigste al behoorlijk op leeftijd en soms ook al versleten. Nu zijn mensen van 60, 65 jaar - zie de Stones - vaak nog hartstikke vitaal en blaken ze van levenslust. En hebben ze, door de bank genomen, nog een jaar of vijftien voor de boeg en met een beetje geluk in redelijke tot goede gezondheid.
Daar heeft onze welzijnsstaat natuurlijk een flink steentje aan bijgedragen. De dagelijkse arbeid is lichamelijk lang niet meer zo zwaar als vroeger, de gezondheidszorg is sterk verbeterd en ouderen hebben financieel ook heel wat meer te besteden dan een paar Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 2 -
Toespraak
decennia geleden. Allemaal factoren die hebben bijgedragen aan ons lichamelijke en geestelijke welbevinden. Daardoor leven we steeds langer en blijven we ook steeds langer gezond. Ouderen gaan daardoor een steeds belangrijker rol vervullen in onze samenleving. En die trend zet door: alle voorspellingen wijzen in diezelfde richting. De levensverwachting zal in grote delen van de wereld stijgen. In 2050 zal het aantal mensen van 60 jaar en ouder wereldwijd zijn toegenomen van 600 miljoen nú tot bijna twee miljard dán. In Nederland is het niet anders. Een kwart van de Nederlandse bevolking zal in 2030 65 jaar of ouder zijn, tegen 12 procent nu.
Maar niet alleen getalsmatig zullen ouderen een steeds belangrijker plaats innemen in onze samenleving. Ze nemen steeds vaker en tot op steeds hogere leeftijd deel aan allerlei maatschappelijke processen. Een toenemend aantal 65-plussers is nog aan het werk. En anderen leveren zorg, bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk. Het vrijwilligerswerk in dit land drijft zelfs voor een groot deel op actieve ouderen. Maar er zijn ook mensen van 'n jaar of 65 die voor hun hoogbejaarde vader of moeder zorgen. Kortom: niet iedereen gaat op dezelfde leeftijd over naar de levensfase met pensioen, meer vrije tijd, kleinkinderen enzovoort. En de verschillen zijn nog groter als het gaat om de leeftijd waarop iemands gezondheid steeds meer te wensen overlaat. Dat betekent dat ik als staatssecretaris die verantwoordelijk is voor het ouderenbeleid, rekening heb te houden met wat ouderen van nu en de ouderen van 2030 zelf willen en kunnen.
Vooral vanuit het perspectief van de huidige en toekomstige ouderen zelf. Wat willen zij als het gaat om zaken als zorg, wonen, vervoer etcetera? Maar ook: wat kan, mag en moet de samenleving van diezelfde ouderen verwachten?
Ik ben dus niet van plan om de komende jaren alleen maar te praten óver, maar vooral mét de ouderen. Ik wil er voor proberen te zorgen dat zij zich in alle opzichten thuis voelen en kunnen meedraaien in onze samenleving. Maar ook de jongeren, de zogenaamde 'actieven', moeten zich thuis blijven voelen in een vergrijsde samenleving. Er moet onderling vertrouwen zijn tussen de generaties.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 3 -
Toespraak
Dit alles vraagt om een brede visie van de regering op de vergrijzing tot aan 2030. Die visie, waar nu nog hard aan wordt gewerkt, zal terug te vinden zijn in de kabinetsnota over het senioren- en ouderenbeleid. Die nota verschijnt volgend jaar zomer. Behalve een visie zal die nota heel praktische voorstellen bevatten voor de korte termijn waar het gaat om zaken als wonen, zorg, welzijn en inkomen. Hoe dan ook zal de keuzevrijheid en zelfredzaamheid van de oudere daarbij voorop staan. Ik bedoel: we moeten niet alleen zórgen voor de ouderen, maar we moeten er vooral voor zorgen dat ze de regie over hun eigen leven kunnen houden. Dat past in het streven van dit kabinet om mensen meer verantwoordelijkheid te laten dragen. Verantwoordelijkheid voor hun eigen leven en voor de mensen om hen heen.
Ik wil daarmee niet zeggen dat we de groep ouderen die zichzelf wel kunnen redden voortaan aan hun lot overlaten. Maar de nadruk zal wat mij betreft wat meer komen te liggen op degenen die niet zo goed meer mee kunnen komen. Niét dat we pas naar de ouderen omkijken op het moment dat zij hulp nodig hebben, maar we moeten wél goed kijken naar wié waarvóór verantwoordelijk is. Daarover wil ik de komende tijd graag met u discussiëren.
Die andere verdeling van verantwoordelijkheden past ook in mijn plannen die ik heb met de AWBZ, zeg maar de verzekering voor onder andere thuiszorg, verzorgings- en verpleeghuiszorg. In de loop der jaren zijn steeds meer vormen van zorg onder de AWBZparaplu geschoven. Die uitbreiding is mede de oorzaak van de premiestijgingen de laatste jaren. Om de AWBZ houdbaar, toegankelijk en betaalbaar te houden moest er dus iets gebeuren.
De plannen die ik met de AWBZ heb, zijn nog niet uitgekristalliseerd. Wel denk ik erover om zaken als huishoudelijke zorg, wonen en vervoer uit het AWBZ-pakket te halen. Zeker voor mensen die nog relatief gezond zijn en het zelf kunnen betalen, vind ik dat het hun eigen verantwoordelijkheid is hiervoor te zorgen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 4 -
Toespraak
Maar dat geldt wat mij betreft uitdrukkelijk niet voor mensen die écht niet voor zichzelf kunnen zorgen en het écht niet kunnen betalen. Zij kunnen blijven rekenen op de solidariteit van dit kabinet.
Dames en heren,
Duidelijk is dat het ouderenbeleid minder confectie en meer maatwerk moet worden. Zoveel mogelijk toegesneden op de persoonlijke omstandigheden van mensen. In dat verband zou je er bijvoorbeeld over kunnen denken het leeftijdscriterium voor pensionering los te laten. Je kijkt dan per beroepsgroep wat de pensioengerechtigde leeftijd zou moeten zijn. Een duiker van Smit Tak heeft nu eenmaal te maken met een ander soort slijtage dan een secretaresse.
Ik vind het in dat licht gezien nogal opmerkelijk dat je al vanaf je vijftigste lid kunt worden van de Ouderenbond. Dat zou betekenen dat ik zelf over vier jaar lid zou kunnen zijn. Dat voelt toch een beetje raar.
Heel concreet vind ik dat de gemeente de aangewezen instantie is om maatwerk op het terrein van wonen, mobiliteit, zorg en welzijn te organiseren. De gemeente kan tot creatieve oplossingen komen en voorzieningen beter afstemmen op mensen die het echt nodig hebben. Ik werk aan een wetsontwerp voor de Wet op de maatschappelijke zorg. Daarin krijgen de gemeenten verantwoordelijkheden en bevoegdheden toebedeeld voor bijzondere maatschappelijke ondersteuning aan mensen die zichzelf niet meer kunnen redden en nog geen AWBZ-zorg nodig hebben. De wet moet in 2006 ingaan. Er zullen dan één loket en één verantwoordelijke instantie zijn voor diensten die nu nog onder verschillende regelingen vallen zoals de WVG, de Welzijnswet en de AWBZ. Dat is enorme winst vergeleken met de huidige ingewikkelde situatie. Maar er is nog een ander belangrijk winstpunt. Door de gemeentelijke rol te versterken kan de AWBZ-zorg vooral worden geconcentreerd op mensen die langdurig, continue zorg nodig hebben. De AWBZ is zo voor de lange termijn beter betaalbaar, solidair en doelmatig te houden.
Door de explosieve kostenstijging van de AWBZ in de afgelopen twee jaar en de toename van het aantal ouderen in de toekomst is verbetering van de houdbaarheid van levensbelang voor de AWBZ.
Ik realiseer mij overigens dat ik als staatssecretaris gemakkelijk praten heb. Want het zijn vooral de gemeenten die in de dagelijkse praktijk met de ouderenproblematiek hebben te Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

- 5 -
Toespraak
maken. Met name als het gaat om voorzieningen die het mogelijk maken dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Ik denk dan aan aanpassingen aan de woning, maaltijdenservice, de thuishulp enzovoort. Ik zeg wel eens: de rijksoverheid staat niet voor je deur of naast je bed. De gemeente wel, bij wijze van spreken. In feite komt het erop neer dat de rijksoverheid er is voor de collectieve maatregelen. En de gemeente voor de daadwerkelijke invulling daarvan. Zeg maar de verre vriend versus de goede buur.
Als dat dan maar wel een buur is die zich realiseert dat ouder worden een normaal en natuurlijk proces is. En geen synoniem voor zielig of hulpbehoevend. En dus dat ouderen graag serieus worden genomen en als volwaardige burgers worden behandeld. Dames en heren,
Ik heb een paar zaken genoemd die ik in het toekomstige senioren- en ouderenbeleid wil verwerken. Compleet is deze opsomming nog niet. Daarvoor is deze problematiek te complex. Want hoe gaan we in de toekomst om met de toenemende kwetsbaarheid van bepaalde groepen ouderen, zoals mensen met alleen AOW, allochtonen, ouderen in een sociaal isolement en dementerende ouderen? Hoe behouden we het vertrouwen tussen de generaties? Wat is 'kwaliteit van leven' enzovoort. Moeilijke kwesties, soms zelfs van levensbelang. Kwesties waarover ik niet alleen kan en wil beslissen. Ik hoop daarom van harte dat ik een beroep op u mag blijven doen om met mij mee te denken, zodat er straks een toekomstvisie ligt die duurzaam en compleet is. Ik begon mijn verhaal met de Stones. Ik eindig met wat ik een keer op een poster van Loesje las: 'De collectieve levenswijsheid is groter dan ooit'. Ik voeg daar aan toe: die levenswijsheid zal alleen nog maar toenemen. Laten we daar als samenleving van profiteren. Onder het motto: vergrijzing biedt meer en nieuwe kansen. Voor de ouderen, maar ook voor de samenleving.
Dank u wel.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Directie Voorlichting en Communicatie
Parnassusplein 5
Postbus 20350
2500 EJ DEN HAAG
Telefoon (070) 340 79 11
Doorkiesnummer
(070) 340 60 00
Fax (070) 340.62.92
Hebt u 's avonds of in het weekend dringend
een voorlichter nodig, belt u dan met het
ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar
regelt men dat u wordt teruggebeld.