Ministerie van Algemene Zaken


1red13323
26-09-2003, NOS, Gesprek met de minister-president, N.2, 18.50 uur MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER DE GEKOZEN BURGEMEESTER EN DE TEGENBEGROTING VAN DE PVDA

- GEKOZEN BURGEMEESTER -


MINGELEN:
Gisteravond lekte het nieuws uit en er ging een schok door burgemeestersland: ze worden allemaal in 2006 ontslagen. Waarom is dat nodig?
BALKENENDE:
Dat is nodig omdat wij willen dat de burgers meer betrokken worden bij het lokaal bestuur. We weten allemaal dat de burgemeester een heel belangrijke rol speelt in het gemeentelijk bestuur in Nederland. De burgemeester is vaak het gezicht van de gemeente. Draagvlak voor de gekozen burgemeester is de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen. Dat is ook de reden waarom het kabinet heeft gezegd: laten we werken aan een nieuw systeem van de verkiezing van de burgemeester. Dat gaan we zo doen.
MINGELEN:
In 2006. Maar mijn vraag is ook: waarom kan dat niet geleidelijker? In één keer allemaal eruit. Je kan ook zeggen: ze hebben allemaal hun eigen termijn. De een is dit jaar benoemd, de ander wordt volgend jaar benoemd. Laat die mensen rustig hun termijn uitdienen en als het zover is dan komt de opvolger die direct wordt gekozen.
BALKENENDE:
Natuurlijk moeten we over dit alles met het parlement spreken, maar het is wel zo dat wanneer je kiest voor een nieuw systeem, dus de rechtstreeks gekozen burgemeester, dan is het ook goed dat het een heel helder systeem is en dat je dan ook zegt: dan zijn de verkiezingen voor de gekozen burgemeester, dat is de dag waarop iedereen naar de stembus gaat en dan ga je de kandidaat benoemen, althans ga je verkiezen.
MINGELEN:
Dat is één dag dan, want anders wordt het te onduidelijk wie, wanneer. De gekozen burgemeester is afgesproken door het kabinet in het Hoofdlijnenakkoord. Daar was dus al een politiek compromis over. Toch zijn er nog steeds mensen, ook burgemeester, maar ook veel burgers die zeggen: ja, zo'n burgemeester moet op een zeepkistje zijn eigen beleid staan te verkopen. Straks komen hier van die populisten zoals in Californië, zo'n Arnold Schwarzenegger.
BALKENENDE:
Ik geloof dat je altijd moet oppassen om de situatie van het ene land zomaar te vergelijken met het andere land.

MINGELEN:
Maar het zou wel kunnen, natuurlijk.
BALKENENDE:
Ja, maar laten we ook eens kijken hoe Nederlanders zijn. Nederlanders zijn nuchter, die weten heel goed of een politicus echt of onecht is. Nederlanders zijn ook mensen die gewoon beoordelen wat iemand te vertellen heeft, of iemand iets te melden heeft over de toekomst van de gemeente. Wat dat betreft ben ik bepaald niet somber. Sterker nog: ik denk dat juist betrokkenheid ook bij het gemeentelijk bestuur kan worden versterkt. Waarom? Omdat ook die burgemeester die verkozen wil worden, zijn ideeën duidelijk aan de man moet brengen. Hij zal mensen moeten overtuigen.



MINGELEN:
Maar nu is wel de vraag: dan staat hij op die zeepkist en dan heeft hij die mensen overtuigd en dat is allemaal betrouwbaar, maar heeft hij voldoende middelen om het dan ook waar te maken? Want hij kan niet alleen het beleid bepalen.
BALKENENDE:
Nee, natuurlijk, maar je blijft een gemeenteraad hebben. Evenzeer van groot belang: waarin politieke partijen zijn vertegenwoordigd. Maar het is natuurlijk wel zo dat wanneer die burgemeester naar de burgers gaat en aangeeft hoe hij of zij aankijkt tegen de toekomst van de gemeente, dat wel iets is wat burgers op zich kunnen laten inwerken. Daarover wordt gediscussieerd. Dat is wel de winst van zo'n systeem.

MINGELEN:
Dat is waar. Maar die burgemeester voert campagne en zegt: ik wil die weg. Er moet een rondweg komen. Daar ben ik hartstikke voor. Maar dan komt er daarna een wethouder die verkeer in zijn portefeuille heeft en misschien is die van een wat andere partij en die zegt: ik ben er tegen. Dus dan kan die burgemeester zijn mooie belofte toch niet waarmaken.
BALKENENDE:
Waar je natuurlijk tegenop loopt, is dat het systeem zoals dat straks zal gaan gelden, een andere rol betekent, een andere rolverdeling ook tussen burgemeester en zijn wethouders aan de ene kant en de raad aan de andere kant. Daar zijn we natuurlijk al een beetje mee bezig. Je noemt dat dualisering met een lastig woord. Het betekent dat de afstand tussen het college van B. en W. en de gemeenteraad al wordt vergroot. Wanneer de burgemeester wordt verkozen, zal dat nog duidelijker gaan worden. Maar dat betekent ook dat in het samenspel tussen die gekozen burgemeester en de gekozen gemeenteraad men samen tot oplossingen zal moeten komen. Het is ook niet zo dat die burgemeester nu ineens voor het zeggen krijgt. Zo is het ook weer niet.
MINGELEN:
Maar in de stukken wordt hij toch in zijn nieuwe rol omschreven als de lokale regeringsleider, maar er is toch een belangrijk verschil tussen die lokale regeringsleider en de nationale regeringsleider: u kan uw eigen ministersploeg samenstellen als formateur van een nieuwe ploeg. Die burgemeester kan dat niet, want uiteindelijk beslist de gemeenteraad over de wethouders. Hier is dat niet zo: de Tweede Kamer beslist niet over de ministers. Met andere woorden: als die burgemeester pech heeft, dan zit hij toch met wethouders met wie hij geen zaken kan doen.
BALKENENDE:
We zullen moet kijken hoe dat in de praktijk zich gaat ontwikkelen, maar ga er maar vanuit dat wanneer die gekozen burgemeester er is, dat hij natuurlijk ook zeer betrokken zal zijn bij het team van mensen waarmee hij samen gaat optrekken.
MINGELEN:
Maar de gemeenteraad kan hem wethouders leveren die hij eigenlijk niet wil.
BALKENENDE:
Ja, maar ik denk dat er, dat zie je nu al een beetje, een grotere afstand ontstaat tussen burgemeester en wethouders aan ene kant en de raad aan de andere kant. Dat zal nog sterker worden, dat is ook logisch. Dat betekent dat de gemeenteraad ook vooral zelf zal moeten aangeven van hoe men tegen zaken aankijkt. Ook in de sfeer van het soms wat tegenspel bieden tegen een burgemeester zal die rol ook wat sterker gaan worden. Dat vind ik wel winst in dit nieuwe systeem.
MINGELEN:
Ik heb toch een beetje het idee dat u mijn vraag een beetje ontduikt. De vraag is toch: de


burgemeester wil graag wethouder meneer Jansen, meneer Pieterse, hij zegt tegen de raad: ik wil graag meneer Jansen en meneer Pieterse, maar de raad zegt: nee, wij willen meneer Pieterse niet. Wij hebben een andere en die gaan wij benoemen. En daar kan die burgemeester niks tegen doen. Dan zit hij ineens met meneer Klaasen en daar kan hij het helemaal niet mee vinden. Dan is het voor hem toch moeilijker om zijn eigen belofte in de verkiezingscampagne waar te maken?
BALKENENDE:
Nee, maar het zal de praktijk zeker worden dat de burgemeester dan ook met de wethouders goed moet kunnen samenwerken. Hij zal ook zeker zijn invloed gaan uitoefenen bij de samenstelling van dat college. Dat is nogal logisch. Natuurlijk is het zo dat de wethouders ook vertrouwen moeten hebben van de kant van de raad, maar we zullen absoluut zien dat aan de ene kant er een rolverdeling ontstaat tussen de burgemeester aan de ene kant, die ook naar de kiezer is gegaan, die ook een mandaat heeft gekregen van de kiezer voor zijn plannen, en daar tegenover de gemeenteraad, rechtstreeks gekozen door de bevolking met politieke partijen, die ook hun rol zullen gaan uitoefenen.
MINGELEN:
Als die burgemeester nu niet deugt... Ik bedoel: er zijn een heleboel goede burgemeesters. Maar stel dat er een wordt gekozen die gewoon niet deugt. Zit hij er dan toch voor vier jaar?
BALKENENDE:
Ja, de lijn die op het ogenblik in de Hoofdlijnennotitie is aangegeven, is er een dat de burgemeester aanblijft. Je moet natuurlijk altijd kijken van: als het echt helemaal fout loopt, dan zul je moeten kijken naar de rol van bijvoorbeeld een minister van Binnenlandse Zaken.
MINGELEN:
Die mag dan toch ingrijpen? Die mag hem toch eruit werken dan?
BALKENENDE:
Je hebt altijd, maar dat is ook nu zo, dat je altijd toch moet kijken naar een soort laatste redmiddel wanneer iets helemaal fout zou gaan.
MINGELEN:
Maar het is niet alleen maar strafrechtelijk? Ik bedoel: de minister van Binnenlandse Zaken kan ingrijpen als een burgemeester zich echt misdraagt of niet functioneert?
BALKENENDE:
Je moet altijd zorgen dat er van hogerhand kan worden ingegrepen wanneer het evident fout gaat. Dat is logisch.

MINGELEN:
Tenslotte: al die burgemeesters die er nu zitten, worden dus ontslagen in 2006. Een aantal zal campagne gaan voeren om weer gekozen te worden. Maar een aantal zal dat niet redden of anderen zullen sowieso niet willen meedoen. Een hoop wachtgeld. Gaat dus veel kosten dit nieuwe systeem?
BALKENENDE:
Dat is natuurlijk afhankelijk van de vraag hoeveel er van de zittende burgemeesters zullen worden herkozen. Het zal mij niet verbazen dat er heel wat burgemeesters zullen worden herkozen, omdat ze gewoon een belangrijke rol spelen in hun gemeente en ook geliefd zijn.
MINGELEN:
Maar als dat nu niet lukt: krijgen ze dan wachtgeld?



BALKENENDE:
Dan gaan we dat natuurlijk op een heel nette manier behandelen. We gaan mensen natuurlijk niet zomaar in de kou zetten.

MINGELEN:
Nee, maar ze krijgen dan wachtgeld of moeten ze solliciteren? Want u bent op een ander terrein als het gaat om gewone werklozen nogal streng.
BALKENENDE:
Het is natuurlijk altijd zo dat wanneer iemand dan zijn baan niet langer heeft als burgemeester, dan heb je recht op wachtgeld. Maar tegelijkertijd zal ook iedereen die actief is in het bestuur door willen gaan met werken en zal dan zelf wel gaan zoeken naar een andere baan.
MINGELEN:
Dat zal zeker wel. Maar als hij dat dan niet doet: krijgt hij dan sollicitatieplicht of niet?
BALKENENDE:
Het hoort er natuurlijk bij dat je niet nodeloos gebruik maakt van de wachtgeldregeling. Dat is logisch.

MINGELEN:
En krijgt hij dus sollicitatieplicht of niet?
BALKENENDE:
De huidige wachtgeldregeling, daarvan hebben we nu gezegd, en dat geldt voor Kamerleden en ook ministers, wordt allemaal bekeken. En we zien op het ogenblik toch een lijn in Nederland waarin we zeggen van: ook degenen die nu gebruik maken van wachtgelden zullen ook hun steentje moeten bijdragen en moeten solliciteren.
- TEGENBEGROTING PVDA-


MINGELEN:
Tot slot nog even een uitstapje naar vorige week: het debat over de stukken van Prinsjesdag, de begroting: de PvdA werd weggehoond, want ze hadden geen tegenbegroting, want het CPB was te laat. Daar kon Wouter Bos ook eigenlijk niks aandoen. Vandaag is die tegenbegroting wel ingediend en ik neem aan dat u daar jaloers naar heeft gekeken. Want: meer werkgelegenheid en meer economische groei.

BALKENENDE:
Niet jaloers gekeken, want we weten allemaal dat wanneer je bijvoorbeeld het financieringstekort laat oplopen, met andere woorden: je maakt meer schulden, dan heb je wel een korte-termijnvoordeel. Maar ik denk dat politici juist niet alleen moeten letten op de voordelen op korte termijn, maar je moet zorgen dat je ook op langere termijn meekunt.
MINGELEN:
Ja, maar dat financieringstekort... U heeft een financieringstekort van 2,4 procent en de PvdA van 2,9 procent. Dat scheelt u half procent, dus het is maar gradueel.
BALKENENDE:
Ja, het scheelt miljarden. Je kunt inderdaad zeggen: je laat het met miljarden toenemen, want dat geldt natuurlijk niet alleen voor het eerste jaar, maar dat komt ook daarna. Maar ik vind dat onvoldoende antwoorden geven op de structurele achterstanden van de Nederlandse economie. We zijn te duur geworden, het concurrerend vermogen is niet goed en we moeten kijken naar ons sociale zekerheidssysteem. Dus wat dat betreft, en laat ik ook dat maar noemen, vind ik het financieel gezien


niet echt op orde. Daar staat wel tegenover dat de PvdA toch de keuze die dit kabinet maakt ten aanzien van WW en WAO feitelijk overneemt; men komt niet met andere voorstellen. Dat vind ik winst. Ik vind ook van belang dat men zegt: er moet meer worden betaald voor de gezondheidszorg. Zij doen het dan via hogere premies, maar dat vind ik ook wel een eerlijke boodschap. Dit soort elementen vind ik wel goed.

MINGELEN:
Treurige is natuurlijk toch dat er wordt gevraagd: waar is je tegenbegroting? En dan dient Wouter Bos hem in en dan is er natuurlijk geen regeringspartij die zegt: goh, dat is interessant, dat nemen we eens over, dat is een goed idee. Dus het is alleen maar voor de bühne dat dat zo wordt gevraagd?
BALKENENDE:
Het is natuurlijk een beetje jammer geweest van het debat vorige week dat we toen niet wat meer inzicht hebben gekregen in de precieze voorstellen van de PvdA.
MINGELEN:
Maar toen hadden jullie de voorstellen van de PvdA toch ook niet overgenomen?
BALKENENDE:
Nee, maar het is altijd wel goed om met elkaar van gedachten te wisselen over hoe je tegen zaken aankijkt. En wat dat betreft zie je dat in de politiek iets te kiezen valt. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, GW)