Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
26 september 2003
Kabinet wil internationaal verdrag sociale zekerheid opzeggen
Het kabinet wil een internationaal verdrag opzeggen voor gelijke behandeling in de sociale zekerheid
tussen landen die zijn aangesloten bij de International Labour Organisation (ILO). Het verdrag, ILO-
verdrag nr.118, verplicht Nederland socialezekerheidsuitkeringen uit te betalen in alle landen die dit
verdrag hebben ondertekend. Sinds 2003 betaalt Nederland alleen uitkeringen aan mensen in het
buitenland, als met dat land een apart verdrag is gesloten met afspraken over controle op fraude. De
onvoorwaardelijke verplichting tot uitbetaling in het buitenland uit het ILO-verdrag past daarom niet in
het Nederlandse beleid en bemoeilijkt de Nederlandse onderhandelingspositie bij het afsluiten van de
aparte controleverdragen per land. De ministerraad heeft op voorstel van minister De Geus van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met het wetsvoorstel voor de opzegging van het verdrag.
In de praktijk exporteert Nederland uitkeringen naar het merendeel van de landen die het ILO-verdrag
hebben ondertekend omdat met deze landen ook een verdrag is gesloten over controle op fraude.
Zeven van de ILO-verdragslanden hebben niet gereageerd op het Nederlandse voorstel een apart
verdrag te sluiten over controle op fraude. Het gaat om de volgende landen: de Centraal Afrikaanse
Republiek, de Democratische Republiek Congo, Irak, Libië, Mauritanië, Rwanda en Syrië. Het betreft
hier een zeer gering aantal uitkeringen.
Nederland wijkt in de praktijk overigens nauwelijks af van andere landen van de Europese Unie (EU).
Een aantal EU-landen heeft het ILO-verdrag niet geratificeerd, terwijl de meeste andere EU-landen het
verdrag maar voor een deel hebben bekrachtigd.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal
worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
RVD, 26.09.2003