Leger des Heils

Rutte zet zich persoonlijk in voor schuldhulpverlening aan dak- en thuislozen


- Oktober 10, 2003 - 1:48 PM

Den Haag. Op 10 oktober 2003 is in Nieuwspoort te Den Haag, door de voorzitter van de NVVK (de heer H.W. Dilg) en de directeur van de Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg (mevrouw C.A. Voorham) het rapport Schuld Onder Dak aangeboden aan de heer M. Rutte (Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).

In reactie op de aanbieding van het rapport zegt de heer Rutte dat hij er ook zelf veel energie in wil steken om dit probleem op te lossen. Het is zaak dat de samenwerking tussen maatschappelijke opvang instellingen en de NVVK niet in de kast verdwijnt. Rutte wil helpen bij de landelijke navolging van de samenwerking tussen NVVK en Leger des Heils.
Rutte zegt dat hij de wethouders van de grote steden bij elkaar gaat roepen om met hen over dit onderwerp te praten. En hij wil het Leger des Heils en de NVVK de gelegenheid geven daarbij hun kennis en ervaring te presenteren. Bovendien wil Rutte regio bijeenkomsten organiseren zodat hetzelfde kan plaatsvinden voor de uitvoerende diensten van de gemeenten, opvangcentra, kredietbanken, commerciële banken etc.

Dit rapport is opgesteld in samenwerking tussen de koepelorganisatie van de kredietbanken en instellingen voor schuldhulpverlening in Nederland (NVVK) en het Leger des Heils. Deze organisaties hebben de achterliggende anderhalf jaar, met financiële steun van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gezamenlijk een experiment uitgevoerd.

Het Leger des Heils en de NVVK stelden in 2000 vast dat er sprake is van een groeiend aantal mensen met problematische schulden dat een beroep doet op de instellingen van maatschappelijke opvang, waartoe ook het Leger des Heils behoort. Beide organisaties signaleerden dat er sprake is van elkaar versterkende maatschappelijke ontwikkelingen. Het gaat hierbij om:

· de toenemende complexiteit van de schuldenproblematiek;
· de schuldenproblematiek is een onderdeel van multiproblematiek waarmee dak- en thuislozen te kampen hebben;

· de digitalisering van de samenleving en het verdwijnen van het chartale geldverkeer;

· het ondervinden van grote problemen bij het verkrijgen van een bankrekening voor particulieren in een problematische schuldsituatie;
· gemeentelijke sociale diensten doen feitelijk een beroep op de opvanginstellingen om uitkeringen betaalbaar te stellen;
· dak en thuislozen dienen een substantiële eigen bijdrage te betalen voor de kosten van opvang. Een groot deel van hen heeft een (bijstands)uitkering en door de tijdsduur van de behandeling van de uitkeringsaanvraag kunnen periodiek financiële leemtes in de maandelijkse inkomensstroom ontstaan, terwijl de kosten van de opvang gewoon doorlopen. Dit leidt tot het ontstaan van (nieuwe) schulden.
· hulpverleningsinstellingen verrichten (noodgedwongen) mogelijk bankiersactiviteiten, namelijk het beheren van inkomen en het doen van betalingen in opdracht van cliënten, waarvoor in het kader van de Wet Toezicht Kredietwezen een vergunning van het Ministerie van Financiën is vereist.

Uit in 2001 door het Leger des Heils onder zijn cliënten uitgevoerd grootschalig onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de cliënten graag zelfstandig wil wonen en dat het dak- of thuisloos zijn veelal een gevolg is van relatieproblemen en (huur)schulden. Meer dan de helft van de cliënten heeft schulden (gehad) waarbij, naast overheidsschulden, schulden uit hoofde van een persoonlijke lening en postorderkredieten hoog scoren. De wens van de cliënten om zelfstandig te wonen is moeilijk realiseerbaar. Mensen komen moeilijk in aanmerking voor een woning als men bekend staat als wanbetaler.

Daarom is het noodzakelijk om de financiële problematiek van dak- en thuislozen integraal, met gebruikmaking van instrumenten als inkomensbeheer, budgetbeheer en schuldhulpverlening, aan te pakken. In de praktijk blijkt er echter een aantal knelpunten te bestaan die de effectieve aanpak van problematische schuldsituaties bij de cliënten van het Leger des Heils in de weg staan. Doel van het experiment, dat liep van januari 2002 tm juni 2003 was zowel het waarborgen van de toegankelijkheid van schuldhulpverleningstrajecten voor cliënten van de maatschappelijke opvang als het tegengaan van armoede en sociale uitsluiting door een goede en meer professionele schuldhulpverlening. Het experiment is uitgevoerd door een vijftal lokale kredietbanken en vestigingen van het Leger des Heils.

De aan het experiment deelnemende kredietbanken en vestigingen van het Leger des Heils kennen een duidelijk omlijnde taakverdeling: het Leger des Heils verzorgt de psychosociale dienstverlening en de kredietbank de financiële dienstverlening.

Het Leger des Heils en de NVVK zijn van mening dat het in dit experiment tot stand gebrachte samenwerkingsmodel de oplossing biedt voor het aanpakken van de schuldenproblematiek bij dak- en thuislozen. Het samenwerkingsmodel is passend binnen de kaders van de Wet Toezicht Kredietwezen en sluit aan bij de kabinetsdoelstellingen zoals vastgelegd in het Nationaal Actieplan ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting:

- Bij preventie problematische schulden dient speciale aandacht te worden gegeven aan risicogroepen zoals dak- en thuislozen;
- In 2005 dient het aantal problematische schulden met 10% te zijn verminderd door preventieve en curatieve maatregelen.

De succesvolle resultaten van het experiment zijn dat 83% van de aanvragen tot budgetbeheer en 61% van de aanvragen tot schuldregeling voor cliënten van het Leger des Heils zijn gehonoreerd door de kredietbanken terwijl voorheen deze cliënten niet in aanmerking kwamen voor adequate schuldregelingen. Verder is de toegang tot (zelfstandige) huisvesting en daarmee uitstroom uit de opvang verbeterd doordat budgetbeheer door de kredietbank na uitstroom uit de opvangvoorziening kan worden voortgezet en corporaties daardoor eerder bereid zijn gebleken een woning aan de doelgroep aan te bieden.

Het streven van het Leger des Heils en de NVVK is om de verantwoordelijkheden met betrekking tot schuldregeling en budgetbeheer ten behoeve van de (gehele) doelgroep van het Leger des Heils in vervolgfasen over te dragen aan de bij de NVVK aangesloten instellingen. In het experiment zijn de volgende factoren essentieel gebleken:

- er wordt gewerkt met een vaste contactpersoon bij de kredietbank;
- er zijn korte communicatielijnen en een vast afsprakenpatroon tussen het Leger des Heils en de kredietbank

- de kredietbank houdt spreekuur in de voorzieningen van het Leger des Heils (laagdrempeligheid);

- eenvoudig declaratiemodel: de kredietbank declareert haar kosten op basis van producten maal tarief bij het Leger des Heils; het Leger des Heils ontving hiervoor subsidie van het ministerie van Sociale Zaken.

Het in het experiment tot stand gebrachte samenwerkingsmodel verdient hierbij landelijke navolging, waarbij een aantal aanbevelingen worden meegegeven:

Afstemming
Het Leger des Heils heeft bij betrokken partijen zoals De Nederlandsche Bank (DNB), de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), het Ministerie van Financiën, het Ministerie van SZW en de Commissie Interdepartementaal Beleidsoverleg Maatschappelijke Opvang die onderzocht heeft welke maatregelen (ontkokering) op het terrein van wet- en regelgeving, verantwoordelijkheidsverdeling, financiering, sturing en informatievoorziening noodzakelijk zijn om te komen tot een effectief en efficiënt werkende keten van maatschappelijke opvang, aangegeven dat de samenwerking met de NVVK niet los kan worden gezien van de totale context. De noodzaak tot afstemming komt opnieuw duidelijk naar voren bij de in het experiment gesignaleerde knelpunten:

- trajecten kunnen niet worden overgedragen aan de kredietbank omdat de cliënt (nog) niet over een bankrekening kan beschikken. Voor de kredietbanken die niet over een kasloket-functie beschikken kan het leefgeld dan niet worden overgemaakt aan de cliënt;
- het Leger des Heils bevindt zich in een spagaat: enerzijds moet noodgedwongen het budgetbeheer (een totnogtoe ongesubsidieerde activiteit) zelf worden gedaan, anderzijds zijn de eigen opvangvoorzieningen duidelijk minder toegerust voor de benodigde financiële dienstverlening dan de kredietbanken;
- de te gemakkelijke toegang tot krediet, met name overkreditering, brengt mensen (verder) in de problemen. Als hieraan geen halt wordt toegeroepen blijft het voor opvangvoorzieningen dweilen met de kraan open.

Doelgroep maakt gerichte aanpak noodzakelijk
Uit het experiment is gebleken dat er sprake is van een bijzondere doelgroep die meer tijd, aandacht en vasthoudendheid vraagt en - op onderdelen - meer flexibiliteit in de toepassing van regels. Door de samenwerking is er vertrouwen ontstaan niet alleen tussen medewerkers van de kredietbank en van het Leger des Heils maar ook bij cliënten dat er echt wat kan worden gedaan aan de schuldenproblematiek. Voorts werd opnieuw duidelijk dat bij verhuizing naar een regio van een andere kredietbank de gehele aanvraag opnieuw dient te worden doorlopen. Daar bovenop komt de problematiek van het opnieuw aanvragen van een uitkering waarbij gaten in de maandelijkse inkomensstroom ontstaan. Het verdient dan ook aanbeveling om:

- Een geruisloze overdracht van schuldhulpverleningstrajecten en uitkeringen van de ene naar de andere kredietbank en van de ene naar andere gemeente mogelijk te maken of te versoepelen.
- De sociale diensten te betrekken bij de intake op locatie van de opvanginstelling.

- Een landelijk garantiefonds in te stellen ten aanzien van het risico van oninbare vorderingen op cliënten.

Landelijke financiering
In het overheidsbeleid ligt de verantwoordelijkheid voor het tot stand brengen van integrale schuldhulpverlening bij de centrumgemeenten. De ervaring van het Leger des Heils en de NVVK, bevestigd door de uitkomsten van het experiment, is dat de specifieke doelgroep van dak- en thuislozen tussen wal en schip blijft vallen indien de schuldhulpverlening voor deze doelgroep wordt overgelaten aan gemeentelijke beleidsvrijheid en financiering. Zo is per gemeente de doelstelling voor de kredietbank ten aanzien van wie mag worden geholpen (gemeente betaalt bijv. niet voor niet-inwoners) en welke producten (preventief en curatief) een kredietbank mag voeren anders. Ook zijn de gemeentelijke financiering van schuldhulpverlening op basis van beperkte gemeentelijke budgetten en keuzes die de gemeenten maken fnuikend voor de problematische situatie van de mensen die dreigen dakloos te worden. Het (vernieuwde) instrument Bijstand in Natura zoals opgenomen in de Wet Werk en Bijstand biedt vooralsnog geen oplossing vanwege de volgende beperkingen:
- bijstand in natura kan alleen voor beperkte groep cliënten (bijstandsgerechtigden) worden toegepast;

- toepassing van bijstand in natura is afhankelijk van lokaal gemeentelijk beleid

- bijstand in natura is vorm van budgetbeheer (preventief) maar hiermee worden geen schulden geregeld (curatief);
- er is geen continuering van budgetbeheer via bijstand in natura na uitstroom uit de bijstand, waardoor risico op terugval bestaat.
- bijstand in natura leidt tot verdere versnippering schuldhulpverlening, namelijk deels ondergebracht bij sociale dienst (preventief, bijstand in natura), deels bij kredietbank (zowel preventief als curatief).
De NVVK en het Leger des Heils pleiten dan ook voor een landelijke, overigens wel gemeentelijk uit te voeren, financieringsstructuur voor inkomensbeheer, budgetbeheer en schuldhulpverlening aan cliënten van voorzieningen voor maatschappelijke opvang.