Staatsbosbeheer

10 oktober 2003

In het Colenbrandersbos gaat Staatsbosbeheer de komende week maatregelen uitvoeren om zeldzame plantensoorten meer kansen te geven en nieuwe struweelvorming te bevorderen. De maatregelen bestaan uit een drietal werkzaamheden: het verwijderen van populieren, het plaatsen van een tijdelijke afrastering en het snoeien van struiken. Deze werkzaamheden nemen ongeveer een week in beslag. Voor de veiligheid wordt het fietspad tijdens de werkzaamheden enkele dagen afgesloten. Staatsbosbeheer doet er alles aan om verdere overlast voor recreanten en de bewoners in de Millingerwaard te beperken.

Het Colenbrandersbos is een zeldzaam type bos dat alleen op de hogere delen in de uiterwaarden voorkomt. Hierin groeien boomsoorten als zomer eik, zoete kers, zwarte populier en Canadese polpulier. Ongeveer één derde van de Canadese populieren worden omgezaagd en grotendeels afgevoerd.

De inheemse boomsoorten blijven staan. Het verwijderen van de ongewenste populieren komt ten goede aan de ontwikkeling van zeldzame plantensoorten. Hierdoor komt er meer zon op de bodem en vermindert de bladval. Dit is gunstig voor bijzondere planten die al in het bos aanwezig zijn zoals, bosrank, besanjelier, slangenlook en het rivierkruiskruid. Op de open plaatsen die ontstaan krijgen ook nieuwe planten de kans zich te ontwikkelen.

Staatsbosbeheer heeft de effecten van begrazing gedurende de laatste jaren zorgvuldig geïnventariseerd. Hieruit is besloten tot de volgende maatregelen.
De tijdelijke afranstering wordt om het bos geplaatst om de grote kuddes paarden en runderen voorlopig uit het bos te houden totdat nieuwe struweelvorming van de grond komt en zeldzame plantensoorten zich hebben ontwikkeld.

Wel zal er af en toe een kleinere groep dieren in het bos mogen grazen. Grote groepen dieren vertrappen op dit moment te veel de jonge planten en struiken. De aanwezige struiken worden gesnoeid waardoor zij zich tot dichtere en bredere struiken ontwikkelen die beter bestand zijn tegen begrazing. Het gaat hierbij om meidoorn en sleedoorn. Deze struiken hebben stekels en beschermen de jonge planten tegen vertrapping.