Universiteit Maastricht
Persbericht
13 oktober 2003
Onderzoek naar effect van anti-rookcampagnes onder jongeren
Gezondheidswetenschapster onderzoekt nieuwe vormen van rookpreventie
Ondanks grootschalige overheidscampagnes, neemt het aantal rokende jongeren
niet af. Een zorgwekkende situatie. Promovenda Marlein Ausems ging daarom op
zoek naar alternatieve voorlichtingsmethodes om jongeren van het roken af te
houden. Op vrijdag 10 oktober promoveert Ausems op dit onderzoek aan de
Faculteit der Gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Maastricht.
De gezondheidswetenschapster onderzocht de invloed van een aantal bestaande
anti-rookprogramma's en een innovatieve, in Nederland nog niet eerder bij
schoolgaande jongeren gebruikte, methode. De bestaande programma's betroffen
themalessen over roken in de hoogste klassen van basisscholen en in de
brugklas van het voorbereidende beroepsonderwijs (VBO). Binnen deze lessen
ligt het accent op de druk om te gaan roken vanuit de sociale omgeving en
hoe leerlingen hier weerstand aan kunnen bieden. Het nieuwe programma had
een buitenschoolse opzet. Leerlingen kregen, met intervallen van ongeveer
drie weken, drie persoonlijk afgestemde brieven thuisgestuurd met
voorlichting op maat. De brieven bevatten o.a. de eigen mening van de
jongere over roken en over de invloed die rokende mensen in de omgeving van
de jongere kunnen uitoefenen. De persoonlijke afstemming was mogelijk omdat
leerlingen voorafgaand aan de interventie een vragenlijst hadden ingevuld.
Behalve deze twee soorten programma's, probeerde de onderzoekster ook een
combinatie van beide aanpakken uit.
Uit metingen na een half jaar, negen maanden, twintig, dertig en zesendertig
maanden bleek dat de schoolprogramma's en de gecombineerde
voorlichtingsmethode geen effect sorteerden bij de basisschoolleerlingen,
zowel op korte als lange termijn niet. Het buitenschoolse programma was op
de korte termijn wel succesvol. Jongeren die al rookervaring hadden ten
tijde van de voorlichting, hadden in mindere mate hun rookgedrag voortgezet
dan jongeren met rookervaring die geen brieven hadden ontvangen. Op lange
termijn werd het effect van de brieven echter weer teniet gedaan. Ausems
zette daarop boosters in, herhaling van of vernieuwde blootstelling aan
vergelijkbare voorlichtingsactiviteiten, in de hoop dat de leerlingen zo ook
na langere tijd van het roken af zouden blijven. De duur van de
effectiviteit werd zo inderdaad verlengd. VBO-leerlingen zonder rookervaring
bleken baat te hebben bij brieven met voorlichting op maat. Ook bleek dat de
schoolprogramma's die eerder geen vruchten hadden afgeworpen bij het
voorkomen van roken bij VBO-leerlingen, wel bijdroegen aan het voorkomen dat
een scholier die al eens gerookt had, doorging met roken. Op grond van deze
resultaten pleit Ausems voor een gefaseerde aanpak, te beginnen met
voorlichting op maat om het opsteken van de eerste sigaret te voorkomen,
gevolgd door een schoolprogramma om te voorkomen dat een jongere die al
gerookt heeft dat rookgedrag voortzet.
Noot voor de pers:
Voor vragen kunt u terecht bij Marlein Ausems tel: 043-3882439, mail to:
M.Ausems@GVO.unimaas.nl
De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 388 2044. Voor
urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992.
Mail to: pers@voorlichting.unimaas.nl.
De persberichten van de UM staan op Internet www.pers.unimaas.nl.
Universiteit Maastricht