121- Toevoeging aan kippenvoer kan 'verenpikken' verminderen
jeugd in legbatterij stressvol begin
Datum: 2 oktober 2003
Verenpikken is een enorm probleem voor de leghennenhouderij, zowel
voor de legbatterij als voor de biologische houderij. De leghennen
kunnen elkaar zo erg verwonden dat het, in extreme gevallen, de helft
van de pluimveestapel kost. Yvonne van Hierden ontdekte dat het
toevoegen van een bepaald aminozuur aan de voeding dit schadelijke
gedrag kan helpen verminderen. Deze stof werkt op het stress-systeem
in de hersenen, dat bij verenpikkende kippen verstoord blijkt. Van
Hierden promoveert op 10 oktober 2003 aan de Rijksuniversiteit
Groningen.
Uit onderzoek is bekend dat zowel genetische aanleg als
omgevingsfactoren een rol spelen bij verenpikken. "In de natuur komt
het niet voor", vertelt Van Hierden, "Kippen pikken normaal wel eens
naar elkaar, maar dat ziet er heel anders uit. Een verenpikkende kip
trekt bijna elke kip die op haar pad komt een veer uit. Hoewel niet
alle dieren evenveel aanleg hebben, is het gevaar van groepsgedrag
groot: als eentje begint, kunnen anderen het gedrag snel kopiëren, met
alle desastreuze gevolgen vandien. De kippen met zware verwondingen
aan hun huid worden vaak slachtoffer van kannibalisme. Preventie is
het devies, want eenmaal uitgebroken is verenpikken niet meer te
stoppen. Tot nu toe heeft niets gewerkt, van het verduisteren van de
stallen en het kappen van de snavels tot het strooien van voedsel in
het zaagsel om ze bezig te houden."
Meer poetsen
De promovendus onderzocht op welke leeftijd kippen dit afwijkende
gedrag beginnen te vertonen. Daarvoor vergeleek zij kuikens met veel
genetische aanleg met een soort die weinig aanleg heeft voor
verenpikken. Van Hierden: "Het opvallende is dat de kuikens met de
grootste kans op verenpikken veel meer bezig zijn met het poetsen van
hun veren terwijl de andere soort meer bezig is met de omgeving en het
zoeken naar voedsel. Al op de veertiende dag is dat verschil in
tijdsbesteding te zien."
Dwangstoornis
Het verschil tussen de twee soorten kuikens blijkt mede te ontstaan
door een afwijkende reactie van de hersenen op stressoren. Van
Hierden: "We hebben het probleem van verenpikken benaderd als een
gedragsstoornis, vergelijkbaar met een dwangstoornis bij mensen,
waarbij de reactie op stressoren in de hersenen is verstoord. Bij de
kuikens hebben we stress uitgelokt door ze vijf minuten op hun zij
vast te houden. Bij de kuikens met meer aanleg voor verenpikken
reageert het stress-systeem slechter, en in de hersenen is de
hoeveelheid van de neurotransmitter serotonine kleiner. Dat betekent
dat hun systeem slecht functioneert en ze slechter met stress om
kunnen gaan dan de kuikens met minder aanleg, waarbij de respons
duidelijk hoger was."
Veevoerfabrikanten
Van Hierden ontdekte vervolgens dat de reactie van de hersenen op
stress gunstig te beïnvloeden is met het aminozuur TRP. Van Hierden:
"TRP blijkt via werking op het serotonine-systeem het verenpikken te
kunnen verlagen. TRP komt al in lage concentraties voor in kippenvoer,
en het is daarom een voor de hand liggende stap om de gehaltes in voer
iets te verhogen. We willen binnenkort met veevoerfabrikanten gaan
spreken over de mogelijkheden om hier verder onderzoek naar te
verrichten, om zo wellicht het kippenvoer aan te passen."
Zelf grootbrengen
Preventie van verenpikken via de voeding is een manier, maar ook naar
omgevingsfactoren moet worden gekeken. "Over het algemeen worden
kuikens de eerste 16 weken van hun leven in een legbatterij
grootgebracht", vertelt de promovendus. "Vaak ook de kuikens die
uiteindelijk naar biologische boeren gaan. Vermoedelijk gaat het in de
legbatterij mis, waar de kuikens niet kunnen scharrelen omdat ze op
roosters staan. De kuikens die uiteindelijk naar een
scharrelkippenhouder gaan, kunnen zelfs nog meer problemen krijgen,
omdat ze daar weer aan een nieuwe omgeving moeten wennen. Houders van
scharrelbedrijven zouden zelf de kuikens moeten grootbrengen, mede
omdat bij hen de gevolgen van verenpikken veel groter zijn dan in een
legbatterij, waar elke kip maar drie of vier buren heeft."
Rassenselectie
Van Hierden vermoedt tot slot dat de genetische aanleg voor
verenpikken momenteel steeds meer voorkomt door de selectie van rassen
en soorten die kippenfokkers toepassen. "In de loop van de tijd zijn
steeds die kippen geselecteerd die de hoogste kwaliteit eieren
leggen", stelt zij, "Wellicht zijn dat net die kippen die ook aanleg
hebben voor verenpikken. Tussen de door mij bestudeerde twee typen is
inderdaad verschil te zien. De kippen met meer aanleg voor
verenpikken, legden ook grotere eieren. Het lijkt erop dat de
eigenschappen voor afwijkend gedrag zijn meegeselecteerd, maar verder
onderzoek zal dit moeten uitwijzen."
Curriculum vitae
Yvonne van Hierden (Velp, 1972) studeerde zoötechniek in Wageningen.
Ze verrichtte haar promotieonderzoek bij de Animal Sciences Group van
Wageningen UR (voorheen ID-Lelystad) bij het cluster Dierenwelzijn van
de divisie Dier en Omgeving, waar zij na haar promotie blijft werken
als junior onderzoeker. Het onderzoek is gefinancierd door NWO en het
ministerie van LNV. Van Hierden promoveert tot doctor in de wiskunde
en natuurwetenschappen bij prof.dr. J.M. Koolhaas. De titel van het
proefschrift luidt: Behavioural neurobiology of feather pecking.
Noot voor de pers
Voor nadere informatie: mw. ir. Y.M. van Hierden, tel. (0320)23 81 71,
e-mail: yvonne.vanhierden@wur.nl
Rijksuniversiteit Groningen