Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

vuurwerkramp Enschede

Persbericht, 14-10-2003

Resultaten vervolgonderzoek kinderen en gezinnen vuurwerkramp Enschede

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in het najaar 2002 een onderzoek uit laten voeren naar kinderen en gezinnen die zijn getroffen door de vuurwerkramp in Enschede op 13 mei 2000. Het rapport over de resultaten van dit vervolgonderzoek onder kinderen en gezinnen, uitgevoerd door het Instituut voor Psychotrauma (IvP), is zojuist verschenen. Uit deze resultaten blijkt dat, zo'n 30 maanden na de ramp, de gevolgen ervan nog steeds duidelijk aanwezig zijn. De kinderen denken nog veel aan de ramp of reageren geëmotioneerd als ze eraan worden herinnerd. Zogenaamde emotionele en gedragsproblemen komen bij getroffen kinderen iets meer voor dan bij niet-getroffen kinderen. Ook de ouders hebben iets meer moeite met hun gezinssituatie dan ouders van niet getroffen gezinnen.

Aan dit onderzoek hebben ouders, kinderen en leerkrachten deelgenomen. De getroffen groep kinderen en gezinnen is vergeleken met kinderen en gezinnen uit Enschede die niet door de ramp zijn getroffen. Dit specifieke onderzoek is een vervolg op het tweede gezondheidsonderzoek naar de gevolgen van de vuurwerkramp, waarvan de resultaten in het rapport Gezondheid Getroffenen Vuurwerkramp Enschede, rapportage gezondheidsonderzoek 18 maanden na de ramp gepubliceerd zijn. Aanleiding van het onderzoek naar kinderen en gezinnen was de bevinding uit het tweede gezondheidsonderzoek dat 40% van de getroffen gezinnen meldde dat de ramp nog steeds een negatieve invloed op het gezinsfunctioneren had.

Het onderzoek maakt deel uit van de Gezondheidsmonitoring Getroffenen Vuurwerkramp Enschede. De Gezondheidsmonitoring wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De GGD Regio Twente coördineert namens dit ministerie de uitvoering van de onderzoeken die horen bij de Gezondheidsmonitoring. Bij de uitvoering van het gezondheidsonderzoek zijn, naast het Instituut voor Psychotrauma, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het NIVEL, het AMC/de Meren, Mediant en de afdeling JGZ van de GGD regio Twente betrokken. De GGD Regio Twente zal de gezondheid van slachtoffers zeker nog tot en met 2004 blijven volgen.