RAAD VOOR WERK EN INKOMEN

RWI: geen afzonderlijk arbeidsmarktbeleid vluchtelingen

Den Haag, 17 oktober 2003

Ondanks de specifieke problemen van vluchtelingen moet er voor hen geen afzonderlijk arbeidsmarktbeleid ontwikkeld worden. Daarvoor is hun samenstelling te divers en vertoont hun problematiek te veel overlap met die van andere etnische minderheden. Voor verbetering van hun situatie is wel een aanscherping en een betere uitvoering van het bestaande beleid noodzakelijk.
Dit is de conclusie van een onderzoek dat in opdracht van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) is uitgevoerd naar de mogelijkheden om de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt te verbeteren. De RWI betrekt de resultaten van dit onderzoek in een binnenkort uit te brengen advies over het verbeteren van de arbeidsintegratie van inburgeraars. Het kabinet heeft de RWI om dit advies gevraagd.

Vooruitlopend op dat advies blijkt uit het onderzoek van Regioplan dat binnen de huidige regelingen er voldoende mogelijkheden zijn om de arbeidsmarktpositie van vluchtelingen te verbeteren. Afzonderlijk beleid dat specifiek gericht is op vluchtelingen is daarom niet nodig. Nodig is wel een effectievere toepassing van de mogelijkheden binnen het bestaande beleid. De onderzoekers wijzen bijvoorbeeld op het belang voor vluchtelingen dat hun verworven competenties eerder en beter in beeld gebracht worden. Daarnaast is meer maatwerk in de inburgeringprogrammas gewenst; op dit moment wordt hierin nog weinig rekening gehouden met de specifieke omstandigheden van de individuele vluchteling. Meer maatwerk is bijvoorbeeld mogelijk door de beroepenoriëntatie in een eerder stadium en door een specialist op het terrein van de arbeidsmarkt te laten plaatsvinden. Verder kan een bredere inzet van duale trajecten (tegelijkertijd leren en werken) een oplossing bieden.

Nederland telt naar schatting bijna tweehonderdduizend vluchtelingen met een verblijfsstatus; voor het overgrote deel mannen. Hun aansluiting op de Nederlandse arbeidsmarkt is problematisch: de werkloosheid is hoog (30%) en voor degenen die een baan hebben, geldt dat het functieniveau vaak ver achterblijft bij hun kennis en vaardigheden.
Uit het onderzoek blijkt dat vluchtelingen kampen met problemen die vergeleken met andere allochtonen hun integratie op de Nederlandse arbeidsmarkt extra belemmeren. Veel vluchtelingen kennen een lange periode van loopbaanonderbreking en hebben geen gelegenheid gehad zich goed op Nederland te oriënteren. Sommigen hebben last van psychische of lichamelijke klachten, die ze voor of tijdens hun vlucht hebben opgelopen.

Naast deze problemen die vooral terug te voeren zijn op hun persoonlijke vluchtverhaal, hebben vluchtelingen vaak een relatief hoge leeftijd. Hun opleiding sluit slecht aan op de Nederlandse arbeidsmarkt en hun diplomas worden hier vaak lager gewaardeerd. Het blijkt lastig te zijn hun vaardigheden op een juiste manier te beoordelen. Vluchtelingen zijn hierdoor vaak aangewezen op laagwaardige arbeid met weinig perspectief, of op een baan ver onder de verworven professionele status in hun land van herkomst. Dit wordt nog eens versterkt door het feit dat veel vluchtelingen uit financiële overwegingen snel aan de slag willen. Het resultaat is een zogeheten statusval. Ten slotte wordt in het rapport het belang benadrukt om stimuleringsmiddelen voor werkgevers te handhaven, zodat het voor hen aantrekkelijk blijft zich in te zetten voor de arbeidsintegratie van minderheden, waaronder vluchtelingen.

De Raad voor Werk en Inkomen is het overleg- en adviesorgaan van werkgevers, werknemers en gemeenten. De RWI adviseert de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over arbeidsmarktbeleid. Doel van deze adviezen is een goed functionerende arbeidsmarkt te bevorderen. Een andere taak is het vergroten van transparantie en kwaliteit op de reïntegratiemarkt.


---


---
Voor de redactie,