Gemeente Rotterdam

Verkeer- en Vervoersplan Rotterdam 2003-2020

(20-10-03) Het College van B en W legt in het verkeer- en vervoersbeleid op korte termijn de nadruk op concrete acties en maatregelen die de doorstroming en de veiligheid in het verkeer bevorderen en de verkeershinder verminderen. Dit blijkt uit het, door het college, opgestelde uitvoeringsprogramma bij het Verkeer- en Vervoersplan Rotterdam 2003-2020, dat aan de Gemeenteraad is gestuurd. Centraal in het Verkeer- en Vervoersplan Rotterdam staan de bereikbaarheid van de stad en de leefbaarheid in de wijken. De ambities van het College zijn samengevat: "versterking van de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven, versterking van de stedelijke economie en verbetering van het woonklimaat". Om die ambities waar te maken is een goed vervoerssysteem onmisbaar.

Het College kiest voor een gefaseerde aanpak voor de korte en de lange termijn. Voor de periode tot 2010 ligt het accent in het uitvoeringsprogramma op verbeteringen aan het binnenstedelijk vervoersnetwerk en maatregelen die de kwaliteit van de kwaliteit van de leefomgeving bevorderen.

Stedelijk hoofdwegennet
Om de doorstroming van het autoverkeer te bevorderen worden de verkeerslichten op elkaar afgesteld, zodat 'groene golven' ontstaan op de verkeersroutes die de binnenstad ontsluiten. De Pleinweg, de Laan op Zuid en de (gereconstrueerde Parklane zijn het eerst aan de beurt. Voor een beter functioneren van groene golven worden 48 van de 80 installaties voor verkeerslichten in 2003 en 2004 vervangen. Het aantal informatiepanelen met actuele informatie over de verkeerssituatie (dynamisch verkeersmanagement ) wordt uitgebreid en vernieuwd. In 2004 wordt het parkeergeleidingssysteem vernieuwd.

In de periode tot 2010 wordt een aantal wegprojecten in het stedelijk hoofdwegennet afgemaakt die al in gang zijn gezet. De belangrijkste is de Parklane, die de binnenstad en enkele stedelijke havengebieden ontsluit en van belang is voor de ruimtelijke ontwikkelingen op de Schiehaven-Mullerpier en de Vierhavenstrip. Het probleem van de financiering van de verschuiving van de Tjalklaan is opgelost. Onderhoud zal plaats vinden aan de Gordelweg/Boezemroute, Irenebrug en Beukelsdijk/Burgemeester Meineszplein.

Kwaliteit leefomgeving
De kwaliteit van de leefomgeving wordt verbeterd door tal van kleine maatregelen op het gebied van veiligheid en het doorzetten van de aanpak van black spots (geregistreerde verkeersonveilige kruispunten en wegvakken).
Ook voorziet het actieprogramma in het opknappen van enkele treinstations en omgeving (samen met NS) en het minimaliseren van verkeershinder op een aantal locaties in de stad. Om de bereikbaarheid van de binnenstad te waarborgen, het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren worden (tot 2007) minimaal 1400 nieuwe Park + Ride-plaatsen gerealiseerd. Naast de garage aan het Insulindeplein worden in de periode 2005-2006 nog twee wijkstallingsgarages gebouwd. Ten behoeve van evenementenbezoekers wordt het 'parkeren op afstand' geïntroduceerd.

Openbaar Vervoer
In de periode tot 2006 zal de doortrekking van de metro naar Nesselande gereedkomen en worden vier nieuwe TramPlus-lijnen in gebruik genomen: Carnisselandelijn, Ijsselmondelijn, Schiedan-Vlaardingenlijn en lijn 2. De aanleg van Randstadrail is in uitvoering. De metrostations en daarna ook de tramhaltes worden in 2003 en 2004 voorzien van dynamische reisinformatie.

Voor de langere termijn (de periodes 2007 tot 2010 en 2011 tot 2020) wordt in het uitvoeringsprogramma het accent gelegd op grotere structuuringrepen. Samengevat gaat het om projecten die van belang zijn voor het leefmilieu, de ontwikkeling van de Rotterdamse haven, de binnenstad, het Centraal Station, de Noordrand en de overige economische centra (Kralingse Zoom/Brainpark, Zuidplein, Schieveste en de grotere bedrijventerreinen).

In de begroting 2004 heeft het College financiële dekking aangegeven van de maatregelen die in het uitvoeringsprogramma zijn opgenomen. De Raad behandelt deze begroting begin november, waarna de financiële basis voor het uitvoeringsprogramma beschikbaar is.