Gemeente Utrecht


2003 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
82 Vragen van de heer J.H. Berends, mevrouw A. van Rooij en mevrouw drs. S.A. Willemsen
(ingekomen 22 oktober 2003)

Vandaag, woensdag 22 oktober 2003 wordt het langverwachte plan "As Kanaleneiland" gepresenteerd aan het Utrechtse College van B&W. Dat plan behelst naast nieuwe bouwplannen rond de Prins Clausbrug ook een sloop- en herbouwopgave van ruim 500 woningen voor het gebied. Het plan past als zodanig in de DUO-opgave.

De ideeën rond het plan As Kanaleneiland zijn al enkele jaren onderwerp van gesprek met huurders en eigenaren in het betrokken gebied. Ook is vorig jaar een enquête gehouden onder zowel huurders als eigenaar-bewoners in het plangebied.

Op het eerste gezicht leek de uitkomst van die enquête behoorlijk duidelijk: 215 huurders zijn tegen sloop,
207 huurders zijn voor sloop,
de hele flat aan de Rooseveltlaan is tegen sloop (deze wordt nu dus buiten het oorspronkelijke plangebied gehouden), en 44 van de 50 particuliere huiseigenaren is tegen sloop.

Door het gebruik van kruistabellen (antwoorden op verschillende vragen koppelen, eenvoudig gezegd) is in een analyse aangegeven dat meer mensen mogelijk voor sloop zouden kunnen zijn. Maar of zij dat ook werkelijk zo bedoeld hebben is, mede door het latere onderzoek van het Verweij-Jonker Instituut, beslist onduidelijk.

Bij een werkbezoek van de raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling deze zomer aan As Kanaleneiland is (ook) duidelijke kritiek van huurders en particuliere eigenaren in het gebied geuit. Tijdens vergaderingen van de raadscommissie Zuid-West hebben bewoners ook meermalen met klem aandacht gevraagd voor de ontwikkelingen in het gebied en het veronderstelde draagvlak daarvoor.

DUO, De Utrechtse Opgave, kent een duidelijk protocol waarbij een enquête onder bewoners leidend is op de vraag of er wel of niet gesloopt gaat worden in een gebied: op grond van de reeds genoemde enquête is keuze voor sloop in dit gebied volgens ons geen logische optie.

Het Verweij-Jonker Instituut heeft onderzoek naar de enquête gedaan en een aantal duidelijke aanbevelingen gegeven aan het Utrechtse College. Wethouder Van Kleef heeft de commissie Stedelijke Ontwikkeling indertijd toegezegd dit rapport te betrekken bij de verdere planvorming.

Daarom hebben wij de volgende vragen:
Hoe interpreteert het College de uitkomsten van de indertijd gehouden enquête? Leest u daaruit VOOR of TEGEN sloop en waar baseert u die keuze op? Hoe wil het College de uitkomsten van die enquête gebruiken bij de verdere uitwerking en besluitvorming rond het plan As Kanaleneiland? Met andere woorden, welke status heeft dit bewonersonderzoek? Is het College bereid de aanbevelingen van het Verweij-Jonker Instituut over te nemen? Zo ja, welke en zo nee, waarom niet? Is het College bereid met de uitwerking van het nieuwe plan voor de As Kanaleneiland als onderlegger een nieuwe draagvlakmeting uit te voeren onder huurders en eigenaren teneinde tot een definitieve besluitvorming te komen? Wie gaat deze dan uitvoeren? En kan deze opgesteld worden in nauw overleg met bijvoorbeeld het wijkbureau en bewonersvertegenwoordigingen ter voorkoming van nieuwe onduidelijkheden over de vraagstellingen?

Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(verzonden 25 november2003)

Alvorens op de gestelde vragen in te gaan, constateert het college dat het zeer verheugend is dat marktpartijen bereid zijn om daadwerkelijk te investeren in de (her-)ontwikkeling van Kanaleneiland. Het college is van mening dat het vernieuwingsplan voor de As van Kanaleneiland gezien mag worden als een keerpunt in de (her)-ontwikkeling van de wijk.

Het Verwey-Jonker Instituut heeft geconcludeerd dat het bewonersonderzoek adequaat is opgezet en uitgevoerd en behoudens enkele tekortkomingen en schoonheidsfouten voldoet aan de eisen van wetenschappelijk onderzoek. Die conclusie heeft het College overgenomen. De uitkomst van de enquête gaf aan dat een kleine meerderheid voor sloop was. Voor het college was deze uitkomst aanleiding door te gaan met de planontwikkeling, behoudens de flat aan de Rooseveltlaan: hier was een meerderheid van de bewoners tegen sloop. Deze flat is dan ook niet meer bij de planontwikkeling betrokken. Van belang is verder dat vorig jaar tijdens het project Kanaal Plus is geïnventariseerd wat de woonwensen en toekomstverwachtingen van wijkbewoners zijn. Overduidelijk kwam naar voren dat veel bewoners voorstander zijn van een grootschalige aanpak van Kanaleneiland. Het college ziet het vernieuwingsplan voor de As Kanaleneiland als een eerste uitwerking van deze aanpak. Bij brief van 5 februari 2003 heeft de wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen toegezegd de bevindingen van het Verwey-Jonker Instituut te betrekken bij de verdere planvorming. Daarmee is ook de status van het medio 2001 gehouden woonwensen-onderzoek aangegeven. Belangrijk punt van discussie bij de uitwerking van het vernieuwingsplan voor de As Kanaleneiland, is het groot aantal bewoners dat te kennen heeft gegeven te willen terugkeren in een sociale huurwoning in de nieuwbouw. De bij de planvorming betrokken partijen zien het als een positief signaal voor vernieuwing en verbetering van Kanaleneiland als bewoners kiezen voor hun wijk. In het woningbouwprogramma wordt rekening gehouden met de vraag van 300 huishoudens naar een nieuwe sociale huurwoning binnen het plangebied. Dit getal is afgeleid uit tabel 8 van de bewoners(woonwensen)onderzoeken. Op basis van de enquête zijn er in ieder geval 200 huishoudens die willen terugkeren. Rekening houdend met de mate van respons is dit getal nog eens met 100 opgehoogd. Het woningbouwprogramma houdt rekening met deze vraag van terugkeerders en biedt de mogelijkheden voor realisatie van 300 nieuwe sociale huurwoningen. Dit is veel meer dan het aantal van 138 sociale huurwoningen, zoals vastgelegd in het DUO-mantelcontract. In een drietal pagina's geeft het Verwey-Jonker Instituut conclusies en aanbevelingen. Essentie daarvan is dat peiling van medewerking aan een plan een doel op zich is. Een onderzoek naar draagvlak blijkt moeilijk te combineren met het geven van informatie over een plan met daarin nog tal van onzekerheden. In de communicatie met betrokken bewoners dient informatieverstrekking en draagvlakmeting daarom afzonderlijk te gebeuren. Deze aanbeveling wordt door de bij de plannen betrokken partijen overgenomen. Na de vaststelling van het vernieuwingsplan voor de As Kanaleneiland zal het plan een lange periode ter visie liggen. Deze inspraakperiode zal worden ondersteund door een inloopmarkt waar bewoners hun vragen kunnen stellen en eventueel een inspraakreactie kenbaar kunnen maken. De marktpartijen die willen investeren in de wijk hechten ook een groot belang aan draagvlak onder bewoners. Na de inloopmarkt bespreken de corporaties met hun huurders onder welke voorwaarden zij akkoord kunnen gaan met het plan. De gemeente zal de eigenaarbewoners benaderen. De betrokken corporaties houden ter zijner tijd een draagvlakmeting onder de huurders. In het DUO-akkoord is afgesproken dat als een nota van uitgangspunten/planidentificatie ter besluitvorming aan het college wordt voorgelegd, dat dan een draagvlakmeting is bijgevoegd. De woningcorporaties Mitros en Portaal zullen met hun eigen huurders individuele gesprekken voeren over hun toekomstige woonsituatie en zoveel mogelijk zal worden gestreefd naar maatwerk per persoon. Ten aanzien van de eigenaarbewoners ligt de verantwoordelijkheid anders. Wij voeren onder hen geen nieuwe draagvlakmeting uit. Wel worden de huiseigenaren groepsgewijs en individueel benaderd om met hen te spreken over de verwerving van de woningen. Per huishouden zal gezocht worden naar een oplossing op maat.

Zie 4; de corporaties zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de draagvlakmeting. De corporaties hebben aangegeven de opmerkingen uit de rapportage van het Verwey-Jonker-instituut te zullen overnemen. Het Vernieuwingsplan wordt uitgewerkt in een aantal planidentificaties. Bij het collegebesluit over de planidentificatie behoort een Sociaal ProjectPlan, waarin wordt aangetoond dat er voldoende draagvlak is voor de plannen. Het Algemeen Sociaal Plan uit de DUO-raamovereenkomst is daarbij uitgangspunt. Indien daar aanleiding voor is, kunnen corporaties in overleg met bewonerscommissies daarover extra afspraken maken. Het Sociaal ProjectPlan voor de As Kanaleneiland is een bindend contract tussen individuele huurder en corporatie. Bij ondertekening door de huurder moet duidelijk zijn of deze al dan niet wil terugkeren. De datum van het collegebesluit over de planidentificatie, is de peildatum voor de urgentieverlening indien de bewoners hebben aangegeven naar elders in de wijk of stad te willen verhuizen.

---- --