Partij van de Arbeid

Bijdrage in eerste termijn Wouter Bos (PvdA) bij het debat over het niet indienen van de Toestemmingswet inzake het voorgenomen huwelijk tussen Prins Johan Friso en Mevrouw Mabel Wisse Smit

23 oktober 2003

Gesproken tekst geldt

MdV,

Vandaag staat ter beoordeling de vraag of de delicate kwestie rond de toestemming van het huwelijk van ZKH prins Johan Friso en mevrouw Mabel Wisse Smit op een verantwoorde wijze door het kabinet en de Minister-president in het bijzonder is behandeld.

Daarbij hoop ik oprecht dat we in dit debat zo ver mogelijk weg kunnen blijven bij details over het privé leven van mevrouw Wisse Smit. Daar gaat het mij in ieder geval niet om. Maar waar het mij wel om gaat is dat we moeten constateren dat het Koninklijk Huis nu al ruim twee maanden onderwerp is van speculaties, onbewezen aantijgingen, publicaties die diep ingrijpen in het privé-leven van betrokkenen en dat alles zonder dat betrokkenen zich daar in alle opzichten tegen teweer kunnen stellen.

Dat gun je niemand, zeker niet een aanstaand bruidspaar en al helemaal niet de Koningin.

Met andere woorden, bij het wegen van de zorgvuldigheid waarmee een en ander is geschied gaat het ons er vooral om of al deze ellende vermijdbaar was geweest. De politieke vraag die daarmee hier vandaag aan de orde is, is dus vooral waarom dat diepgravende onderzoek niet veel eerder is uitgevoerd en of er binnen de bestaande wetten, procedures en gebruiken ook niet volop de mogelijkheid is geweest voor de Minister President om dat gewoon te doen?

MdV,

Ik heb het hier niet voor niets over de Minister President. Kwesties het koningshuis betreffende hebben in het verleden niet zelden een zware verantwoordelijkheid gelegd op een minister-president. Dat is vandaag de dag niet anders en zo hoort het ook te zijn. Dit vraagt van een minister-president staatsmanschap en wijsheid. Kwesties het koningshuis betreffende leggen wellicht meer dan welke andere kwestie ook een verantwoordelijkheid bij een MP zelf. Juist gegeven de zorgvuldigheid waarmee deze kwesties behandeld moeten worden zal de minister-president meer dan anders op zijn eigen oordeel zijn terug geworpen.

Het besluit dat de regering heeft genomen om geen toestemming te vragen is in deze vorm uniek. De PvdA-fractie wil daarbij als eerste vast stellen dat het goed is dat het besluit om geen toestemming te vragen een besluit is dat is genomen door de regering d.w.z. door kabinet en koningin. Ware dat niet zo geweest dan waren er naar alle waarschijnlijkheid grote constitutionele problemen gerezen. De PvdA-fractie hecht er tevens aan haar grote waardering uit te spreken voor de Koningin die ongetwijfeld als moeder graag een ander besluit had gezien, maar die als staatshoofd haar verantwoordelijkheid heeft genomen.

MdV,

Toestemming vragen voor een koninklijk huwelijk is geen formaliteit. Nagegaan moet worden of er beletselen zijn voor zo'n huwelijk. Wat die beletselen zouden kunnen zijn is ter beoordeling aan de Regering. Er zijn geen nadere regels voor gesteld.

Het ligt voor de hand om het c.v. van de huwelijkskandidaat na te lopen. Het ligt ook voor de hand de kandidaat zelf te vragen of hij/zij zelf beletselen ziet. Dat laatste is gebeurd. De Minister President heeft zich vervolgens in keiharde bewoordingen uitgelaten over de mate waarin het paar hem in de gesprekken voor de zomer (on)volledig en (on)juist heeft ingelicht. Het is in dat licht wel belangrijk om te weten wat hij hen eigenlijk gevraagd heeft en of hij daarbij voldoende duidelijk heeft gemaakt hoe gewichtig deze vraag is en van welk groot belang het is daar in volkomen openheid over te spreken. Is het m.a.w. mevr. Wisse Smit duidelijk gemaakt dat ook zaken die zonder twijfel haar privé-leven betreffen en die zich betrekkelijk lang geleden hebben afgespeeld gewogen moeten kunnen worden?

Ik denk dat het goed is als de MP hier nog eens expliciet op in gaat omdat hij alleen dan aannemelijk kan maken dat zijn besluit om de Toestemmingswet niet in te dienen niet primair te maken heeft met zijn oordeel over het privé verleden van mevrouw Wisse Smit maar vooral met vertrouwen en integriteit, zoals die naar voren komt in de manier waarop zij de Minister President antwoordde op zijn vragen. Laat ik die vraag daarom ook nog op een andere manier stellen: wat is nu eigenlijk het criterium dat de MP gebruikt om te weten of er wel of niet een probleem is? Gaat het om de conclusie of iemand wel of niet "verdacht of CIE-matig bekend" is en is zolang dat niet het geval is, de kous af? Of kan er ook een probleem zijn, zelfs als iemand niet "verdacht of CIE-matig bekend" is? En hoe zit dat in dit concrete geval?

Overigens in dit verband is het inmiddels onvermijdelijk dat ik vraag wat er waar is van het verhaal dat mevr. Wisse Smit inzage heeft gehad in het AIVD-dossier voordat zij een gesprek had met de MP? Voor maart 2003 was dat mogelijk, maar heeft zij dat ook gedaan? En heeft zij dat ook de MP verteld? Wist hij er nu wel of niet van?

MdV,

De levensloop van mevr. Mabel Wisse Smit is verschillende keren nagegaan door de AIVD. Daarbij heeft deze dienst zich beperkt tot het doen van naslag, nadat de dienst eigener beweging in 2001 al had gemeld dat mevr. Wisse Smit kontakten had (gehad) met de heer Bruinsma en de heer Sacirbey. De vraag rijst waarom de AIVD tot 25 juni niet meer heeft gedaan dan naslag.

Artikel 6.2a van de WIV lijkt toch die mogelijkheid wel degelijk te bieden daar waar de in dat artikel genoemde "andere gewichtige belangen van de staat", ook de integriteit van het koninlijk huis omvatten.

De vraag is waarom niet op grond van art 6.2.a in een eerder stadium een diepergaand onderzoek is gedaan. In plaats daarvan constateren we dat de inlichtingendienst tot drie keer toe, waarvan twee keer op verzoek van de MP, het zelfde onderzoek met de zelfde vraag bij dezelfde bronnen heeft uitgevoerd: de naslag. Tot op de dag van vandaag begrijp ik niet waarom hetzelfde onderzoek drie keer moest worden uitgevoerd; echt verbazend is het niet dat je dan ook drie keer hetzelfde resultaat krijgt. Kan de Minister President dit uitleggen?

Maar hier zit een wezenlijker vraag aan vast. Zowel de inlichtingendienst als de MP wist dat de contacten met Bruinsma en ook Sacirbey geen roddel of achterklap waren, maar feiten. Waarom is dat enkele feit geen reden geweest om vanaf het moment dat mevrouw Wisse Smit onbetwistbaar in de nabijheid van de Koningin verkeerde, zoals voor heel Nederland duidelijk werd rond het overlijden van Prins Claus, een zwaarder onderzoek te gelasten? Met andere woorden: als het feit dat een aanstaand lid van het Koninklijk Huis contacten heeft gehad met een topcrimineel geen reden is voor een diepgravend onderzoek, wat moet er dan wel gebeuren om zo'n onderzoek noodzakelijk te maken? En als we nu zien dat er overal mensen zijn die met enig gezag betogen dat het onmogelijk was om met Bruinsma contact te hebben zonder op zijn minst te vermoeden waar hij zijn geld mee verdiende, waarom kwam er niemand destijds op dat idee? Dat heeft niets te maken met het verschil tussen hoe een journalist, de KGB of de AIVD werkt, om maar eens een paar uitvluchten uit de brief van het kabinet op een rij te zetten, maar heeft alles te maken met gezond verstand.

(Eventueel: Het kabinet schrijft dat voor de media andere uitgangspunten en regels gelden dan voor de overheidsinstanties. Dat is zonder twijfel juist, maar de suggestie die in die zinsnede ligt namelijk dat de AIVD niet met lijfwachten e.d. van Bruinsma had kunnen spreken is onjuist. De AIVD had dat ook kunnen doen, als die dienst de gelegenheid en de tijd was geboden. De vraag blijft dus: waarom is dat niet gebeurd?)

Maar die vlieger gaat niet op. Het is, om maar eens met collega Verhagen te spreken, van tweeën één: of de MP voelde wel degelijk nattigheid maar meende dat de wet hem geen vroegere en uitgebreidere mogelijkheden tot onderzoek bood of hij vond dat er niets aan de hand was en voerde daarom geen verder onderzoek uit. Wij horen graag van de MP wat het geval was.

MdV,

Minister Remkes heeft de afgelopen dagen geroepen dat de PvdA appels en peren vergelijkt als wij ons afvragen waarom bij de Roy van Zuydewijn wel een uitgebreid onderzoek mogelijk bleek en bij mevrouw Wisse Smit kennelijk niet. Daar heeft hij gelijk in. Het zijn inderdaad appels en peren: bij de heer de Roy van Zuydewijn was geen sprake van een aanstaand lid van het Koninklijk Huis, bij mevrouw Wisse Smit wel; bij de heer de Roy van Zuidewijn was geen sprake van een aanstaande reserve-koningin, bij mevrouw Wisse Smit wel; maar bij de heer de Roy van Zuydewijn was wel zwaar onderzoek maar bij mevrouw Wisse Smit niet; dat zijn inderdaad appels en peren en daar zit dus precies het probleem. Wij horen graag van de heer Remkes waarom hij vindt dat deze vergelijking niet op gaat.

MdV,

Op 25 juni wordt er dan wel besloten art.6.2a te benutten. Dat was 5 dagen voor het officieel bekend maken van de verloving. Kennelijk - zo moeten we uit de antwoorden op de vragen afleiden - heeft mevr. Wisse Smit iets verteld waardoor haar eerdere informatie over de aard van haar contacten met Bruinsma, haar -al of niet- kennis van Bruinsma's criminele activiteiten en haar -al of niet- betrokkenheid bij die activiteiten, in een ander daglicht kwamen te staan. Klopt deze conclusie?

Heeft de MP overwogen de verloving uit te stellen? Hoe geloofwaardig is het om een uitgebreid onderzoek in 1 á 2 dagen af te ronden? Moest het voor de 30e af zijn? Waarom is toen niet meer tijd genomen om te praten met mensen die meer hadden kunnen vertellen over de contacten van Wisse Smit met de heer Bruinsma?

Op dit punt dringt zich nog een andere vraag op. Het was de AIVD die uiteindelijk besloot tot art.6.2a zo staat in de antwoorden. Wat is de portee van die mededeling? De minister-president had als belangendrager toch om verdergaand onderzoek kunnen en o.i. moeten vragen? Dat hij daar geen wetsartikel bij noemt lijkt logisch. Of heeft de MP helemaal niet om diepergaand onderzoek gevraagd en heeft de AIVD dat eigener beweging gedaan?

MdV,

Dit brengt ons tenslotte bij de actualiteit. Er loopt nog steeds een onderzoek naar mevrouw Wisse Smit. Is mijn conclusie juist dat dit betekent dat de eerdere AIVD-conclusie dat mevrouw Wisse Smit "niet als verdachte noch CIE-matig bekend was" nu weer op losse schroeven staat en het onderzoek mogelijk tot een andere conclusie kan leiden? En wat dan? Wordt dit onderzoek uitgevoerd als een soort van "schoon schip"-exercitie in de zin dat nu de eerdere informatie van het paar onbetrouwbaar is gebleken, alles nog een keer onderzocht wordt om er een definitief punt achter te kunnen zetten of gebeurt dit omdat er uit de contacten met het paar nieuwe feiten naar voren zijn gekomen die ook wij nog niet kennen? Graag daarover meer duidelijkheid. Ik zeg daarbij dat ik geen enkele behoefte voel om nu mee te gaan doen aan de speculaties over de uitkomst van de bevindingen maar ik neem aan dat de Kamer daarover op zo kort mogelijke termijn in ieder geval in algemene zin over geïnformeerd zal worden en vraag de MP bij dezen dat hier te bevestigen.

MdV,

Ik rond af.

Wij hebben al op 10 oktober duidelijk gemaakt dat, op basis van wat wij toen wisten over de mate waarin mevrouw Wisse Smit de Minister President en de Koningin onvolledig en onjuist had geïnformeerd, wij het besluit van de Minister President om geen Toestemmingswet in te dienen, een verstandig besluit vonden.

Dat hij tegelijkertijd zich beriep op allerlei formele regeltjes inzake wie waarvoor verantwoordelijk is en zodoende de indruk wekte op die punten waar de gekozen procedure mogelijk bekritiseerd zou worden, geen verantwoordelijkheid voor de Rijks Voorlichtings Dienst te hebben en Minister Remkes voor de diverse onderzoeken eerder verantwoordelijk te houden dan zichzelf, paste niet bij hoe wij op dat moment onze MP als een staatsman en eerstverantwoordelijke zijn verantwoordelijkheid hadden willen zien nemen.

Zoals ik al zei aan het begin van mijn betoog wordt juist bij dit soort kwesties op dit soort momenten van een Minister President leiderschap verwacht. Hij moet staan voor zijn standpunt en staan voor zijn ploeg en niet duiken als het moeilijk wordt. Ik hoop dat de Minister President in de manier waarop hij vandaag met ons dit debat voert, dat duikgedrag achterwege laat en voluit de verantwoordelijkheid neemt die hij hier, ik zou bijna zeggen: ongeacht de regeltjes, in het oog van de Nederlandse burger en ook de fractie van de Partij van de Arbeid, gewoon heeft.

---- --