CDA

CDA
23-10-03
Wijn: besteedbaar inkomen uitgangspunt belastingheffing

Het beginsel de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen betekent voor mij niet alleen dat de meestverdienende het meeste moeten betalen. Naast louter inkomen moet bij draagkracht ook rekening worden gehouden met de omstandigheden waarin mensen verkeren en de onvermijdbare uitgaven waarmee ze worden geconfronteerd. Dit zei staatssecretaris van Financiën Joop Wijn in zijn toespraak op het LOF-congres(congres dat jaarlijks door studenten fiscaal recht wordt georganiseerd), vrijdag 17 oktober jl.

Draagkracht moet ook worden gemeten in termen van besteedbaar inkomen en niet bruto inkomen. Besteedbaar inkomen, dat is waar de burger naar kijkt. Dat is de échte inhoud van zijn beurs.

Door een beperkt aantal toeslagen in te voeren die zich richten op de belangrijkste onvermijdbare lasten, namelijk zorg, wonen en kinderen. Dit in plaats van al die vele subsidieregelingen, die we nu kennen.

Zo ontstaat naar mijn mening een systeem van inkomensafhankelijke en dus gerichte inkomensondersteuning naar (gezins)draagkracht; een inkomensondersteuning die de mensen vrijelijk kunnen besteden. Een systeem dat bovendien eenvoudig en overzichtelijk is.

Verder kunnen we het fiscale en inkomensbeleid meer gaan koppelen aan een visie op de eigen verantwoordelijkheid versus het collectief: wat doe je zelf en wat doet de overheid?

Laat ik daar een voorbeeld bij geven.

Kindercrèches worden op dit moment gesubsidieerd door de overheid. Daardoor wordt kinderopvang betaalbaar gehouden. Maar het geeft ook bureaucratie van subsidieaanvragen, rapportages, ambtenaren die e.e.a. in de gaten moeten houden etc.

We kunnen het ook omdraaien. Geef die subsidiegelden aan de ouders. Dan gaat de prijs van de crèche in eerste instantie omhoog, want de subsidie valt daar weg. Maar de koopkracht van de ouders neemt navenant toe. En dan gaat het motto gelden: wie betaalt bepaalt. Crèches moeten concurreren om de gunst van de ouders, er komen crèches bij, want de vraag wordt beter gearticuleerd, meer concurrentie betekent meer keuzevrijheid, meer service en meer ondernemerschap. En ouders kunnen ook onderling kinderopvang gaan regelen. De overheid moet -hopelijk zonder teveel regeltjes - de kwaliteit in de gaten houden en verder kinderopvang overlaten aan mensen zelf.