Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: KABINETSSTANDPUNT EVALUATIE MEDEDINGINGSWET

Nummer: 382

Datum: 23-10-2003

Het kabinet constateert dat de komst van de Mededingingswet en de oprichting van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) in 1998 de overgang markeert naar een actief en minder tolerant concurrentietoezicht. Met name de afgelopen twee jaar heeft de NMa ook het pro-actieve toezicht aanzienlijk aangescherpt. Een alerte en daadkrachtige toezichthouder is ook nodig omdat gezonde concurrentieverhoudingen de productiviteitsgroei te goede komen, wat weer bijdraagt aan het herstel van de Nederlandse concurrentiepositie. Dit schrijft minister Brinkhorst van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer waarin hij het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de Mededingingswet aanbiedt. Op basis van de evaluatie stelt het kabinet wel nog een aantal verbeterpunten voor. Enkele daarvan zijn:
- De bevoegdheden van de NMa tot het doen van onderzoek worden uitgebreid. Zo krijgt de NMa de bevoegdheid tot het binnentreden van de woning van een privé-persoon, na toetsing door de rechtercommissaris bij de rechtbank Rotterdam. Ook wordt de bevoegdheid tot verzegeling van bedrijfsruimten en voorwerpen verruimd en mag de NMa in bijzondere gevallen tijdelijk documenten meenemen.
- De bevoegdheden van de NMa tot het opleggen van sancties worden uitgebreid. Het gaat daarbij onder meer om de mogelijkheid van het opleggen van een boete aan een opdrachtgever dan wel een feitelijk leidinggevende, een verhoging van de boetes bij overtreding van de medewerkingsplicht en verhoging van de boetes in het kader van het concentratietoezicht tot maximaal 10 procent van de omzet van de betrokken ondernemingen.
- De mogelijkheid in de Mededingingswet om ontheffing van het kartelverbod te krijgen, komt te vervallen. In navolging van een aanpassing in het Europese mededingingsrecht zal in plaats daarvan een systeem van wettelijke uitzondering van het kartelverbod worden geïntroduceerd.