Vlaamse overheid

Deze middag stelde minister Vanderpoorten een onderzoek voor over de taakbelasting van leerkrachten uitgevoerd door het Hoger Instituut Voor de Arbeid (HIVA) en door de Universiteit Antwerpen Management School (UAMS). Men onderzocht in opdracht van de minister de taaklast bij 3.000 Vlaamse leerkrachten in 70 basis- en secundaire scholen. De onderzoekers vergeleken de resultaten van hun onderzoek met cijfers van 10 jaar geleden. Ze stelden vast dat de Vlaamse leerkracht zijn baan als zwaar en belastend omschrijft, maar graag voor de klas staat. 4 op 5 denkt er niet uit het onderwijs te stappen. De meeste leerkrachten zijn tevreden met hun taak als lesgever, maar een vrij grote groep wil meer en ziet zich op termijn (deels) overschakelen naar niet-lesgebonden taken.

Uit het onderzoek blijkt dat leerkrachten meer tijd in hun job steken dan 10 jaar geleden. De gemiddelde werkweek bedraagt 47u 56min in het basisonderwijs en 46u 52min in het secundair onderwijs. In vergelijking met 1990 is dat een toename met respectievelijk 4 en 2 uren. Dat is meer dan de gemiddelde Vlaming, die iets meer dan 39 uur per week werkt. Verrekent men in de statistieken echter de schoolvakanties, dan werken leerkrachten ongeveer even lang als de doorsnee Vlaming. Leerkrachten kloppen dus veel uren op kortere tijd. Dat verklaart volgens de onderzoekers ook gedeeltelijk waarom ze hun werk zo belastend vinden.

De gemiddelde leerkracht besteedt driekwart van zijn tijd aan lessen voorbereiden, lesgeven, nawerk, buitenschoolse activiteiten en leerlingbegeleiding. Het andere kwart gaat naar activiteiten als overleg, administratie, toezicht, opvang, vorming, beleidsondersteuning en andere activiteiten die niets met lesgeven te maken hebben. Uit het onderzoek blijkt dat leerkrachten administratie, toezicht, opvang en nawerk het zwaarste aspect van hun baan vinden.

Leerkrachten uit het gewoon onderwijs werken langer dan leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs. Leerkrachten ASO en TSO investeren meer tijd in lesgeven dan leerkrachten BSO, die ook minder tijd in nawerk steken. Van de grootte van de school hangt ook veel af: leerkrachten op grote scholen werken minder lang dan hun collega's op kleine of middelgrote scholen. Ze besteden minder tijd aan buitenschoolse activiteiten en meer aan administratie. Leerkrachten in kleine scholen stoppen meer uren in vorming.

Scholen kunnen het werk van hun leerkrachten verlichten door te voorzien in een open schoolcultuur waar overleg en een open communicatie tussen directie en leerkrachten centraal staan. Inspraak en participatie vinden leerkrachten immers zeer belangrijk. Een tweede vereiste is een uitgebouwd personeelsbeleid. Dat houdt het volgende in: degelijk aanwerven en selecteren, functioneringsgesprekken organiseren, nieuwe leerkrachten opvangen en begeleiden en rekening houden met de persoonlijke behoeften en wensen van de leerkrachten.

Hoeveel uren werken leerkrachten per week? Uit de dagboeken die 1.600 leerkrachten in basis- en secundair onderwijs twee weken bijhielden blijkt het volgende:


- basisonderwijs: 18 - 30 uur/week: 1,7% 30 - 40 uur/week: 14,1% 40 - 50 uur/week: 44,2% 50 - 60 uur/week: 31,7% 60 - 74 uur/week: 7,9%


- secundair onderwijs: 18 - 30 uur/week: 3,0% 30 - 40 uur/week: 22,0% 40 - 50 uur/week: 38,2% 50 - 60 uur/week: 25,4% 60 - 74 uur/week: 10,8%

"Dit onderzoek toont duidelijk aan dat leerkrachten in het Vlaams onderwijs harde werkers zijn. Laat alle stereotiepen over leerkrachten en weinig werken daarmee van de baan zijn," zei minister Vanderpoorten bij de voorstelling van dit onderzoek. Zij ziet verder nog veel werk voor het onderwijsbeleid op centraal én lokaal niveau. "Tussen de periode van het onderzoek en vandaag is er wel al het één en ander veranderd. Alle werkdrukverlagende maatregelen die ingegaan zijn tijdens het vorig het huidige schooljaar moeten normaal gezien een deel van de druk op de leerkrachten weggenomen hebben en in de nabije toekomst nog wegnemen. Ik denk dan in het bijzonder aan de extra administratieve ondersteuning, de zorgbegeleiders, de kinderverzorgsters in het kleuteronderwijs en de ICT- coördinatoren.

Maar er moeten nog stappen gezet worden. Ik neem mij voor om nog voor de wintervakantie met een actieplan naar buiten te treden om de planlast voor de leerkrachten drastisch te verminderen. De administratieve belasting van leerkrachten is niet alleen in dit onderzoek een belangrijk onderwerp. Ook in de mails en brieven die ik dagelijks ontvang én bij schoolbezoeken of andere contacten met leerkrachten en directies vormt planlast een steeds wederkerende bezorgdheid."

Verder onderstreepte minister Vanderpoorten: "het belang van teamwerk en échte participatie. Twee elementen die in de studie een duidelijke relatie vertonen met de arbeidstevredenheid en de taakbelasting." Tenslotte bevestigden de resultaten van het onderzoek een ander oud zeer, en wel het ervaren van een gebrek aan ondersteuning en vorming bij leerkrachten. "Ik heb al verschillende keren de vinger op de zere wonde van de begeleiding en van de opleiding van leerkrachten gelegd. Leerkrachten ervaren dit blijkbaar als een belangrijke tekortkoming binnen hun arbeidskader. Het is de verantwoordelijkheid van het beleid, op meso- en macroniveau, om hierop een antwoord te bieden."

info : Jo De Ro, woordvoerder van minister Vanderpoorten gsm (0475) 98 33 73 - tel (02) 553.99.23 fax. (02) 553 99 19
e-mail: persdienst.vanderpoorten@vlaanderen.be


---