KNMG


Arts en Informatiebeveiliging

Hoe is ondersteuning van artsen tot stand gekomen?

De toenemende samenwerking tussen zorginstellingen en het snel groeiende aandeel van ICT daarin biedt kansen voor een verdere professionalisering van de zorg en daarmee voor een betere dienstverlening aan de patiënt. Van belang hierbij is dat de kwaliteit van de informatie die gebruikt en uitgewisseld wordt gegarandeerd blijft. Deze kwaliteit laat zich vertalen naar eisen die aan de vertrouwelijkheid, de integriteit en de beschikbaarheid van informatie gesteld worden. Of met andere woorden: de beschikbaarheid van integere gegevens waarmee vertrouwelijk wordt omgegaan is onontbeerlijk voor het gewenste niveau van dienstverlening en het vertrouwen dat daarin kan worden gesteld.

Het is van belang om de zorgsector in staat te stellen een concrete invulling aan deze eisen te geven. Daartoe is een norm opgesteld die richting geeft aan het omgaan met informatie-beveiliging. Deze norm wordt ondersteund door een pakket hulpmiddelen die specifiek gericht zijn op bepaalde beroepsgroepen.
Zo zijn er hulpmiddelen gemaakt die de individuele arts in staat stellen zijn informatiebe-veiliging zodanig in te richten dat patiënten - en zorginstellingen waarmee wordt samen-gewerkt - erop kunnen rekenen dat vertrouwelijkheid, beschikbaarheid en integriteit van informatie gewaarborgd zijn.
Dit artikel gaat in op de wijze waarop binnen het project Informatie beveiliging In de Zorg (IBIZ) de hulpmiddelen voor de arts tot stand gekomen zijn. Uitgangspunt bij dit proces is steeds geweest: het zoveel mogelijk ondersteunen van de arts bij het invullen van informa-tiebeveiliging. En waar mogelijk het aanreiken van concrete oplossingsrichtingen om zo uiteindelijk werk uit handen te nemen.

Veranderen is meer .dan het over de muur gooien van een norm.
Het implementeren van de norm voor informatiebeveiliging zal voor veel artsen betekenen dat het een en ander binnen de praktijk en in de communicatie (afspraken) met belanghebbenden zal moeten veranderen, of aangepast.
Dit zal inspanning vergen, maar de pay-off voor de arts is evident: het voldoen aan ver-wachtingen die patiënten hebben ten aanzien van de vertrouwelijkheid van informatie. Bovendien legt men een basis voor een daadwerkelijke efficiency verbetering in de com-municatie met partners in de zorgketen (denk aan uitwisseling van informatie met zieken-huizen, artsenlaboratoria et cetera).

Bij verandertrajecten is het van wezenlijk belang om rekening te houden met de eigenheid (de specifieke kenmerken) en de cultuur (bijvoorbeeld het innovatief vermogen) van de beroepsgroep. Daarnaast is het belangrijk om een inschatting te maken van het algemene niveau van informatiebeveiliging bij artsen. Als laatste moet gekeken worden naar de ma-nier waarop het werkveld van de arts ingericht is. Hierbij is ook expliciet gekeken naar de rol die de organisaties van artsen (zoals KNMG, LHV, Orde, NHG) kunnen spelen bij het ondersteunen van de individuele arts. Dit heeft ertoe geleid dat ook voor de beroepsverenigingen een complete set hulpmiddelen is ont-wikkeld gericht op het ondersteunen van hun leden: de artsen.

Om de uitgangssituatie (eigenheid, cultuur, niveau van informatisering, werkprocessen) in beeld te brengen is contact gelegd met een aantal artsen die gedurende het hele traject hun kritische input hebben geleverd. Met name te noemen zijn de heer Garnier (praktiserend huisartsarts en voorzitter NEDHIS), de heer Levelink (praktiserend huisarts en lid gebrui-kersvereniging) en de heer van der Kraan (praktiserend arts).
In een aantal fases en iteraties is gewerkt aan het genereren van hulpmiddelen bij het implementeren van informatiebeveiliging door artsen. Dit is ingevuld met interviewsessies en reviews door zowel de deelnemende artsen als door leden van de stuurgroep waaronder een vertegenwoordiging vanuit de KNMG. Dit traject heeft een pakket hulpmiddelen voor zowel de arts als de beroepsvereniging opgeleverd. Het pakket bestaat, per onderwerp van informatiebeveiliging (denk aan zaken als: beleid t.a.v. beveiliging, toegang tot informatie, beheer van voorzieningen als apparatuur en programmatuur) uit aan aantal elementen:

* Een implementatiekaart: hierin wordt beschreven hoe met dit onderwerp omge-gaan kan worden (benadering, strategie): wat zijn de kansen en risico's Daarnaast is er aandacht voor de invulling: wat moet de arts nu concreet doen? Dit alles rekening houdend met de specifieke kenmerken en cultuur van de beroepsgroep;
* Een stappenplan waarin schematisch de uit te voeren activiteiten staan weergegeven;

* Een voorbeeldendocument waarin een verdieping van een normonderwerp wordt gegeven samen met voorbeelden van de praktische invulling voor een arts;

* Divers ondersteunend materiaal zoals checklijsten, sjablonen, handleidingen (bij-voorbeeld hoe doe ik een risico analyse) en best pratices (bijvoorbeeld een prak-tijkvoorbeeld van richtlijnen voor internet en emailgebruik).

In de laatste fase van het project IBIZ is dit pakket onderworpen aan een papieren prak-tijktoets: is men in het veld van mening dat de aangeleverde implementatie hulpmiddelen toegevoegde waarde bieden? Uitkomst: over het algemeen was men zeer positief. Natuurlijk is links en rechts nog wat schaafwerk te verrichten, maar het is zeker een pakket dat implementatie van de norm voor informatiebeveiliging in de zorg een stuk makkelijker maakt voor de arts.
De set implementatiehulpmiddelen wordt nóg verder beoordeeld op bruikbaarheid. In het vervolgtraject van IBIZ zullen een aantal proefimplementaties plaatsvinden waarbij de hulpmiddelen zich in de praktijk zullen moeten bewijzen. Het laatste artikel in deze serie gaat nader in op het IBIZ vervolgtraject.

Zoals ook al in het vorige artikel gemeld zijn er voor meerdere zorginstellingen implementatie hulpmiddelen gemaakt. Bijvoorbeeld voor zorginstellingen als het algemeen zieken-huis of de psychiatrische instelling en het (streek)laboratorium. Hierdoor zal er voor art-sen die (ook) in dat soort omgevingen werken of daar nauwe banden mee onderhouden een herkenbare leidraad aanwezig zijn voor het omgaan met informatiebeveiliging.
Zodat de uitdaging die gesteld wordt door een toenemende integratie van zorgverlening en de steeds belangrijker worden rol van ICT daarbij met vertrouwen door de arts tegemoet gezien kan worden.

A closer look
In dit artikel is beschreven welke soorten hulpmiddelen voor de arts en de beroepsorganisaties zijn ontwikkeld en hoe dat in zijn werk ging. Maar hoe zien die hulpmiddelen er nu concreet uit? Het volgende artikel gaat wat dieper in op de beschreven hulpmiddelen: hoe ziet een implementatiekaart er in detail uit, wat staat er precies in? Wat moet ik me voorstellen bij een stappenplan? Hoe kan de arts ze gebruiken? Wat kan ik met een checklijst of met een sjabloon (template)? Aan welke voorbeeldrichtlijnen moet ik denken?

De auteur van dit artikel, Jean-Jacques Pirson is werkzaam bij SOGETI, en heeft een belangrijke bijdrage geleverd bij het tot stand komen van de resultaten van het project IBIZ.

Meer informatie?
Neemt u contact op met Peter Ragetlie of Wouter Meijer, ICT beleidsmedewerkers KNMG, bereikbaar op 030 - 28 23 792 of raadpleegt u de website van het NEN www.nen.nl.