Den Haag, 24 oktober 2003
Oorzaak gasexplosie Costerstraat bekend
Het Nederlands Forensisch Instituut heeft het onderzoek naar de
gasexplosie in de Herman Costerstraat (op 28 juni 2003) in Den Haag
afgerond. De explosie heeft plaatsgevonden in de kelder van het pand
waarin een goudsmederij was gevestigd. Vlak voor de ontploffing werd
met een brander die was aangesloten op een met propaangas gevulde
gasfles goud gesmolten. Nadat propaangas was vrijgekomen heeft de
explosie plaatsgevonden. Zoals eerder al gemeld was de explosie niet
te wijten aan mankementen aan aardgasleidingen.
Het NFI is tot de volgende conclusies gekomen:
1. de lekkage kan zijn opgetreden als gevolg van de gescheurde
afsluitring tussen de hoofdaansluiter en de drukregelaar van een
gasfles;
2. de hendel op de brander is voorafgaande aan de explosie langdurig
ingedrukt geweest - bijvoorbeeld doordat de brander verkeerd is
weggelegd - waardoor er gas in de kelder gestroomd zou kunnen zijn;
3. tevens is de afsluitkraan op de brander gedurende langere tijd open
blijven staan, bijvoorbeeld omdat bij de eerdere werkzaamheden in de
kelder de kleine vlam ongemerkt is uitgegaan. Doordat vervolgens de
afsluiter op de brander niet is dichtgedraaid, kon gas de kelderruimte
binnenstromen.
Ten gevolge van de explosie zijn er in het pand drie gewonden
gevallen. Zij hebben diverse botbreuken, brand- en snijwonden
opgelopen.
Het technisch onderzoek is nu afgerond, het tactisch onderzoek wordt
nog voortgezet. In tegenstelling tot eerdere berichten is er geen GVO
geopend in deze zaak.
Openbaar Ministerie