KNMG
Het kwaliteitsmanifest toegelicht, deel 5
Het Kwaliteitsmanifest van de KNMG maakt duidelijk wat de samenleving
op het gebied van kwaliteit van artsen en de medische beroepsgroep mag
verwachten. Ook komt aan de orde wat de KNMG van andere partijen
verwacht. Het manifest besteedt aandacht aan de volgende 10
onderwerpen: de kwaliteit van de arts, de arts-patiënt relatie,
kwaliteitssystemen, loopbaanbeleid, prestatiegegevens, klachten en
fouten, aansprakelijkheid, de Inspectie, zorgverzekeraars en de
overheid . In een serie van vijf opeenvolgende bijdragen worden
telkens twee van deze onderwerpen belicht.
In dit deel:
* De zorgverzekeraars
* Overheid en politiek
Vorige delen:
* Deel 4 (het aansprakelijkheidssysteem, de inspectie)
* Deel 3 (transparantie en verantwoording, omgaan met klachten en
fouten)
* Deel 2 (de betekenis van kwaliteitssystemen, de relatie kwaliteit
en loopbaanbeleid)
* Deel 1 (de kwaliteit van de arts, de relatie arts-patiënt)
9. De zorgverzekeraars
Zorgverzekeraars hebben een verantwoordelijkheid in die gevallen
waarin door hen gecontracteerde hulpverleners of instellingen niet aan
het vereiste van verantwoorde zorg voldoen. Maatregelen door de
zorgverzekeraars liggen dan voor de hand. In uiterste gevallen kan dit
er toe leiden dat de zorgverzekeraar de betreffende
medewerkersovereenkomst (met instelling en/of hulpverleners)
beëindigt. Een en ander maakt het wel nodig dat zorgverzekeraars hun
opvattingen over de kwaliteit van zorg expliciteren. De KNMG meent dat
zorgverzekeraars op dit gebied nog onvoldoende activiteiten hebben
ontwikkeld.
Activiteiten van zorgverzekeraars kunnen een bijdrage leveren aan de
doelmatigheid van de zorg, maar mogen niet ten koste gaan van de
kwaliteit van de zorg en de onafhankelijkheid en objectiviteit van het
medisch handelen van de arts. De spreekkamer is het domein van de arts
en niet dat van de zorgverzekeraar. De professionele autonomie van de
arts vormt een waarborg, dat de diagnose en passende behandeling van
een gezondheidsprobleem worden vastgesteld op basis van een zuiver
inhoudelijke beoordeling van effectiviteit en doelmatigheid. De KNMG
pleit voor een verduidelijking en wettelijke regeling van de eisen van
'goed verzekeraarschap'. Ook is van belang dat de beroepsgroep
criteria inzake de kwaliteit van zorg opstelt, die door
zorgverzekeraars en zorgaanbieders gebruikt kan worden in het kader
van de zorgcontractering.
Voorts zal helder moeten worden hoe het kwaliteitsbeleid van
zorgverzekeraars zich verhoudt tot de activiteiten van de Inspectie.
Die verhouding lijkt eerder te worden gekenmerkt door onhelderheid
over competenties dan door een effectieve en gecoördineerde inzet
daarvan.
10. Overheid en politiek
Het ontwikkelen van kwaliteitsnormen en kwaliteitssystemen is geen
taak voor de overheid. Het zijn de partijen in het veld die in
samenspraak met elkaar dergelijke normen en systemen behoren te
ontwikkelen. Op dat niveau is de daartoe benodigde kennis en ervaring
aanwezig. De overheid heeft de belangrijke taak om stimulerend op te
treden en om randvoorwaarden te scheppen (door kaderstellende
wetgeving, financiële middelen, onderzoek of anderszins).
Tot 2000 werden met een zekere regelmaat zogenaamde
Leidschendamconferenties georganiseerd, waarop zorgaanbieders,
zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties en de overheid afspraken
maakten over ieders taken en verantwoordelijkheden inzake de kwaliteit
van zorg. Deze conferenties hebben een nuttige rol gespeeld. De
behoefte blijft bestaan om op gezette tijden sectoroverkoepelend
overleg te voeren. Dit niet alleen om ervaringen uit verschillende
sectoren van zorg bijeen te brengen, maar ook om tot een goede
afstemming te komen tussen het kwaliteitsbeleid van instellingen en
dat van beroepsbeoefenaren. Het ligt voor de hand dat de overheid
hiervoor een gelegenheid creëert.
Zoals ook uit dit manifest blijkt, is kwaliteit van zorg een begrip
dat vele aspecten en ontwikkelingen omvat. Die aspecten en
ontwikkelingen staan soms los van elkaar, maar vaker komt het voor dat
er samenhang en wederzijdse afhankelijkheid bestaat. Het vergt ook
inspanning van overheid en politiek om samenhangend beleid te
ontwikkelen en om een samenhangende politieke bespreking daarvan en
besluitvorming daarover te bewerkstelligen. Zo niet, dan ontstaat
incidentenpolitiek en neemt de effectiviteit en doelmatigheid van
overheidsbeleid af (waaronder wettelijke maatregelen).
Nadere informatie is te verkrijgen bij mr. dr. J. Legemaate, telefoon:
030 2823765, of per e-mail: j.legemaate@fed.knmg.nl