Gemeente Dordrecht


---

Chileense onderzoekt verbeelding watervloeden in Dordrecht in collecties Stadsarchief en Dordrecht Museum

Vincent Brinkhof
Vrijdag 24 oktober arriveert de Chileense Josefina de la Maza Chevesich in Dordrecht. Tijdens haar verblijf van drie maanden in onze stad doet zij onderzoek naar prenten, tekeningen en schilderijen van het Stadsarchief en het Dordrechts Museum waarop watervloeden zijn afgebeeld. Het gaat om een inventarisatie van werken en studie naar de waarde van de afbeeldingen als historische bron. Ook wordt voor het publiek een overzichtstentoonstelling gemaakt van kunst over watervloeden in Dordrecht.

Maandag 27 oktober om 12.30 uur wordt de Chileense officieel welkom geheten in Dordrecht in de studiezaal van het Stadsarchief, Stek 13, door wethouder Cultuur J.W. Spigt, directeur van het Stadsarchief Charles Jeurgens en directeur van het Dordrechts Museum, Peter Schoon. Laatst genoemden lichten het project toe en de Chileense zal zichzelf kort introduceren.

Uw redactie is van harte welkom hierbij aanwezig te zijn. Voor een lunch is gezorgd.

Staatsbezoek
Josefina de la Maza Chevesich is na Nona Fernandez Silanes de tweede Chileense die naar Dordrecht komt. De komst van De la Maza Chevesich is eigenlijk een indirect gevolg van het staatsbezoek dat koningin Beatrix aan Chili bracht. Naar aanleiding van het staatsbezoek stelden het Dordrechts Museum en het Stadsarchief op uitnodiging van de Nederlandse ambassade in Chili de tentoonstelling `Hollandse meesters uit de Gouden Eeuw' samen. Speciaal voor de opening van de tentoonstelling in het museo de Bellas Artes reisde een Dordtse delegatie naar Santiago de Chile. Daar werden ook de studiebeurzen gepresenteerd voor het project `writers in residence' en het voor het onderzoeksproject in het Stadsarchief en het Dordrechts Museum.

Dordrecht en water
Historische gebeurtenissen zijn voor kunstenaars inspiratiebron geworden. Zo ook de rampzalige St. Elizabethsvloed. Dordrecht, de oudste stad van Holland, werd op de feestdag van Sint Elisabeth in het jaar 1421, van de ene op de andere dag een eiland. Maar liefst 500 vierkante kilometer land werd overstroomd en er ontstond een grote watermassa die de verbinding verbrak tussen het zuiden van Holland en het hertogdom Brabant. Volgens de overlevering zouden in die rampnacht maar liefst 72 dorpen uit de omgeving zijn weggevaagd. De omgeving van Dordrecht veranderde definitief. De stad was een eiland geworden waar men alleen nog per boot vanaf of naartoe kon. De grenzen van het eiland liepen aanvankelijk bijna gelijk aan de stadsmuren. Vrijwel al het achterland was door de rampnacht van 1421 verdwenen. Pas vanaf circa 1600 wist Dordrecht door middel van inpolderingen het land geleidelijk weer terug te winnen op wat de zee in 1421 had genomen.

Vanwege gebrek aan bronnenmateriaal, is niet precies bekend wat zich heeft afgespeeld. Recente archeologische opgravingen lijken langzaam wat meer duidelijkheid te verschaffen omtrent de ware omvang van de stormvloed. Dordrecht beschikt wel over een aantal afbeeldingen. De oudste bekende afbeelding dateert van ongeveer 80 jaar na de ramp en hangt tegenwoordig in het Rijksmuseum in Amsterdam. Daarnaast zijn er nog tal van afbeeldingen van later datum die de stormvloed meer of minder fantasierijk verbeelden. Werkelijkheid en fictie lopen daarin door elkaar. Het onderzoek moet helderheid geven over de historische waarde van de verbeeldingen van de watervloeden.

Selectie
Josefine de la Maza Chevesich is geselecteerd uit zes kandidaten. Zij is afgestudeerd in theorie en geschiedenis aan de Kunstfaculteit van de Universiteit van Chili en is daaraan verbonden.