Erasmus


20-10-03: Aangeboren hartafwijking in toekomst wellicht te voorkomen
Onderzoek naar erfelijke en omgevingsfactoren moet risicos aanwijzen

Rotterdam, 20 oktober 2003 - Aangeboren hartafwijkingen zijn in de toekomst wellicht gedeeltelijk te voorkomen. Met deze overtuiging is Erasmus MC gestart met een onderzoek naar de rol van voedingsstoffen bij de ontwikkeling van het kind in de baarmoeder.

Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 1600 kinderen geboren met een hartafwijking. Deze afwijkingen ontstaan rond de vierde week van de zwangerschap. Behandeling en begeleiding van deze kinderen (en hun ouders) is over het algemeen langdurig. De meeste aangeboren hartafwijkingen worden bepaald door erfelijke factoren en omgevingsfactoren, waartoe ook voedingsfactoren worden gerekend. Onderzoek heeft al aangetoond dat foliumzuur belangrijk is voor een goede ontwikkeling van het ongeboren kind.

De zogenaamde HAVEN-studie (Hart Afwijkingen, Vasculaire status, Erfelijkheid en Nutriënten) onderzoekt de rol van voedingsstoffen als foliumzuur, vitamines B12 en B6 en homocysteïne en de hiermee samenhangende erfelijke factoren. Kinderen in de leeftijd van 1 en 2 jaar en beide ouders zullen aan het onderzoek deelnemen. Projectleider mevrouw dr. R. Steegers-Theunissen, arts- epidemioloog van de afdeling Verloskunde en Vrouwenziekten van Erasmus MC: "Met de studie worden risicofactoren voor het ontstaan van een aangeboren hartafwijking opgespoord, waardoor mogelijk in de toekomst een bijdrage kan worden geleverd aan het voorkomen van die afwijkingen, onder andere door de resultaten te betrekken bij het adviseren van paren met een zwangerschapswens."

De Nederlandse Hartstichting verstrekt subsidie voor de HAVEN-studie. De studie is een samenwerking met LUMC, AMC, VU Medisch Centrum, UMC St. Radboud en consultatiebureaus in de regio Rotterdam.