Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Vietsch en De Vries over salarissen van directeuren van zorginstellingen (2030401350).


---
Deelt u de mening van de commissie Simons dat instellingsdirecteuren een "ondernemingachtige honorering" krijgen met een "ambtelijke dekking van zekerheid" en dat ziekenhuisdirecteuren "aantrekkelijke elementen" uit de diverse regelingen in hun contracten gecombineerd hebben? 1) Hoe beoordeelt u dit in het licht van de concept-code voor Corporate Covernance (commissie Tabaksblat)?

Ik begrijp uit het rapport dat de commissie heeft geconstateerd dat die directeuren er zijn. De commissie heeft niet geconstateerd dat dit voor álle directeuren geldt. De kabinetsreactie op de concept-code van de commissie-Tabaksblat wordt door de minister van Financiën geformuleerd.


---
Worden directeuren van zorginstellingen beter betaald dan directeuren van andere instellingen in de (semi-)publieke sector?

Voor de best beschikbare informatie op dit punt verwijs ik u naar TK 2001-2002, 28000 VII, nr. 53. Daarin is de uitkomst weergegeven van het eerste onderzoek naar de inkomens van de topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft u inmiddels schriftelijk laten weten dat de rapportage van het tweede onderzoek, over 2001 en 2002, in het voorjaar van 2004 gereed zal zijn.


---
Deelt u de mening dat de bezoldiging van instellingsdirecteuren in combinatie met de overige arbeidsvoorwaarden maatschappelijk onverantwoord hoog en niet aanvaardbaar is?

Vanuit VWS is al meerdere keren aangegeven (zowel richting Kamer als richting het veld) dat de topfunctionarissen in de zorginstellingen een beloningspakket horen te krijgen dat past bij de functiezwaarte waarbij primair het salarisgebouw van de betrokken sector en dus de beloningsniveaus van de andere werkenden in de betrokken sector in de afweging zijn verdisconteerd. Indien dat het geval is, ga ik er van uit dat de beloning een (maatschappelijk) aanvaardbare hoogte niet te boven gaat.


---
Hoe verhoudt zich dit tot de opmerking van de minister-president tijdens de algemene politieke beschouwingen 2) dat het onverantwoord en niet aanvaardbaar is als directeuren in de publieke en semipublieke sector een bovenmatige inkomensontwikkeling kennen?

De mening van de minister-president en de mijne passen hier naadloos bij elkaar. De feitelijke en de gewenste situatie passen echter nog niet naadloos bij elkaar. Daar moeten met name de betrokken sociale partners nog energie in steken om het zover te krijgen.


---
Gaat u in overleg met de sector om te komen tot een maatschappelijk aanvaardbare hoogte van bezoldiging, zoals gemeld in de brief van 7 februari 2003 3) inzake salarissen directeuren zorginstellingen, en gevraagd in de motie De Nerée tot Babberich c.s. (Kamerstuk 29 200 nr. 48)?

De sector kent mijn standpunt en kent mijn beleid in deze (gericht op de heilzame werking van transparantie en countervailing power). De betrokken sociale partners onderschrijven dat


---

standpunt ook en steken er veel energie in om de politiek gewenste situatie ook binnen bereik te brengen. Zoals ik u op 7 februari 2003 heb laten weten, zal ik ook met de betrokken organisaties gaan spreken over het post-commissie-Simonstijdperk.

1) NRC-Handelsblad, 9 oktober jl.
2) Handelingen II, nr. 3, pag. 96
3) Brief bij Aanhangsel-Handelingen nr. 741, vergaderjaar 2002-2003.

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Tonkens (GroenLinks), ingezonden 14 oktober 2003.


---- --