Gemeente Den Haag

oktober 2003
Grote steden: nieuwe aanpak inburgering zet integratie onder druk (24 oktober)

Minister Verdonk heeft bij de begroting 2004 aangekondigd de inburgering van nieuwkomers op een andere wijze te organiseren. De vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) maken zich grote zorgen over deze beleidsvoornemens. De voorstellen van de minister bevatten weliswaar positieve elementen, maar de uitwerking gaat naar de mening van de grote steden de verkeerde kant uit. De inburgering van nieuwe Nederlanders vormt een belangrijk onderdeel van de integratie en die wordt onder druk gezet met deze voorstellen. De gemeenten pleiten onder meer voor de regiefunctie bij de inburgering. De vier grote steden hebben minister Verdonk en de vaste kamercommissie voor Justitie geïnformeerd over hun opvattingen door toezending van het position paper `Inburgering op de schop?!' De Tweede Kamer bespreekt begin volgende week de plannen van Verdonk.

Gemeenten hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de organisatie en structuur van de inburgering en daardoor een grote deskundigheid opgebouwd. Dit alles dreigt nu te verdwijnen. Hier zijn noch de inburgeraars noch de samenleving mee gediend. Er wordt nu maatwerk geleverd in het proces van inburgering, bijvoorbeeld door het aanbieden van duale trajecten. Naast taalbeheersing en kennis van de samenleving worden mensen ook actief naar de arbeidsmarkt toegeleid. Deze aanpak wordt door de voorstellen van de minister uitzonderlijk moeilijk.

In de beleidsbrief van minister Verdonk bij de Rijksbegroting 2004 is een omvorming van het inburgeringsstelsel aangekondigd. De verantwoordelijkheden tussen rijk, gemeenten en inburgeraars worden veranderd. Er wordt sterk ingezet op de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar en toetsing wordt een taak van de rijksoverheid. Daarnaast wordt de verplichte inburgering uitgebreid tot oudkomers die een WW- of WAO-uitkering ontvangen. Deze uitgangspunten worden door de vier steden onderschreven, maar in de uitwerking van de voorstellen slaat de minister de verkeerde richting in.

De steden hebben grote problemen met de volgende voorstellen van de minister:

- inburgeraars moeten zelf hun inburgering organiseren en de volledige kosten betalen (een eigen financiële bijdrage kan wel);
- de minister heeft geen specifieke plannen aangekondigd voor de inburgering van oudkomers zonder uitkering, waaronder opvoeders. Dit is veruit het grootste deel en vormt op dit moment een prioriteitsgroep voor de inburgering onder meer omdat opvoeders een bepalende rol spelen in het succes van de integratie van kinderen en vaak in een geïsoleerde positie verkeren;

- de minister wil nieuwkomers verplichten zich reeds in het land van herkomst tot een basisniveau te scholen. De grote steden stellen vraagtekens bij de haalbaarheid hiervan in de praktijk;
- het is niet duidelijk hoe de overheid de kwaliteit en de resultaten van de inburgering gaat bewaken, hetgeen de mogelijkheden tot fraude doet toenemen;

- naast dit alles heeft de minister ook nog een bezuiniging aangekondigd van 59,5 miljoen euro voor 2004 voor de inburgering van nieuwkomers; dit is ongeveer eenderde van het budget. Volgens de steden gaat dit ten koste van de kwaliteit van de inburgering en dus van de integratie van een grote groep in de samenleving. Zowel inburgeraars als samenleving worden hiervan de dupe.

Het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar en een heldere taakverdeling tussen rijk, gemeenten en inburgeraar zijn essentieel voor het welslagen van de inburgering. Het rigoreus op de schop nemen van het huidige inburgeringsstelsel door het uithollen van de gemeentelijke regierol draagt daar niet aan bij. Een succesvolle integratie van nieuwe Nederlanders vraagt volgens de vier grote steden om een ander beleid.