Ingezonden persbericht

Arrondissementsparket Amsterdam - Persverklaring inzake schietincident Mercatorplein op 6 augustus 2003

28/10/2003 - Gang van zaken op 6 augustus 2003

- Het schietincident waarbij D. Arbib om het leven is gekomen heeft plaatsgevonden in restaurant Warung Swietie aan het Mercatorplein. Voor de beeldvorming is het belangrijk te weten dat de zaak lang en smal is en een afhaal- en restaurantgedeelte kent die van elkaar gescheiden zijn door een wand die vanaf de voordeur tot enige meters voor de achterzijde van de zaak voorzien is van ondoorzichtig glas. Het restaurantgedeelte is ter hoogte van de afhaalbalie erg smal. Iets meer naar voren, in de richting van de ingang is het restaurant iets breder; hier bevinden zich eveneens de toiletten.
- Op 6 augustus rond 19.00 uur bevinden zich bij de afhaalbalie meerdere personen, slechts één persoon is echter getuige geweest van het schietincident. In het restaurant zitten vier mannen aan één tafel te eten, ter hoogte van de toiletten. Deze tafel staat ongeveer in het midden van het restaurant. Aan de tafel voor hen (dichter bij de uitgang) zitten Driss Arbib (het latere slachtoffer) en een vriendin te eten.
- Als Arbib klaar is met eten gaat hij spelen aan een gokkast die ter hoogte van zijn tafel staat.
- Volgens de verklaring van de vriendin van Arbib zitten twee van de genoemde mannen haar aan te staren. Arbib maakt hier vervolgens een opmerking over. Dit gesprek ontaardt vervolgens in een woordenwisseling tussen Arbib en één van de mannen. Deze man geeft Arbib vervolgens een kopstoot tengevolge waarvan Arbib een bloedende wond onder zijn linkeroog krijgt.
- Arbib gaat dan kort naar buiten om vervolgens terug te keren om zijn gezicht in het toilet te wassen.
- Daarna pleegt hij nog een gesprek met zijn mobiele telefoon en bedreigt, volgens twee getuigen, de kopstootgever met de dood. Vervolgens verlaat Arbib het restaurant. Zijn vriendin is vervolgens - bezien vanuit de ingang van het restaurant - aan de tafel achter de vier mannen gaan zitten.
- De eigenaresse heeft inmiddels de politie gebeld, die even na 19.00 uur arriveert.
- De twee politieambtenaren hebben een kort gesprek met de eigenaresse bij de afhaalbalie en vervolgens met de vier mannen bij hun tafel. Toen bleek dat de vrouw ook bij de ruzie aanwezig was heeft één van de politieambtenaren haar aangesproken en is daardoor achter zijn collega gaan staan die nog steeds bij de tafel van de vier mannen stond.
- Alle getuigen verklaren dat Arbib plotseling van buitenaf in het restaurantgedeelte verscheen met een mes in zijn rechterhand. Over de houding van arm/hand lopen de verklaringen uiteen, echter duidelijk wordt wel dat de punt van het mes naar voren steekt en het mes ergens tussen heup en schouder wordt gehouden.
- Alle getuigen verklaren dat Arbib zonder aarzelen en met versnelde pas liep, danwel rennend/hardlopend in de richting van de tafel van de vier mannen, waar de politieambtenaar naast stond.
- In een later gemaakte animatie is het tijdsverloop gemeten tussen het moment van binnenkomen van Arbib in het restaurant en het moment dat Arbib voor de politieambtenaar staat. Er is daarbij uitgegaan van drie loopsnelheden. Bij normale loopsnelheid (5 kilometer per uur) bedraagt de tijd tussen het moment van binnenkomen in het restaurantgedeelte en het schot 4,3 seconden; bij versnelde pas (7 kilometer per uur) is dat 3,1 seconden en bij rennen (10 kilometer per uur) tenslotte 2,4 seconden.
- De betrokken politieambtenaar roept vervolgens richting Arbib dat hij het mes moet laten vallen (of woorden met gelijke strekking). Arbib reageert hier niet op en loopt met dezelfde snelheid door. De politieambtenaar kon niet wegkomen omdat links van hem de tafel was met de vier mannen, rechts de deur van de toiletten en achter hem zijn collega.
- Als Arbib de politieambtenaar op korte afstand is genaderd lost de politieambtenaar één schot, waarop Arbib achterover valt. Uit het schotrestenonderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut komt naar voren dat de aangetroffen sporen wijzen op een schootafstand tussen circa een halve meter en anderhalve meter.
- Volgens procedure schopt de politieambtenaar het mes uit/bij de hand van Arbib vandaan en probeert vervolgens met zijn collega hulp te verlenen door te reanimeren en hartmassage toe te passen.
- Arbib overlijdt naar later uit sectie blijkt door dat het schot de linkerlong en linkerlongslagader heeft doorboord.

Het Rijksrecherche onderzoek

- Dezelfde avond is door de hoofdofficier van het parket Amsterdam de Rijksrecherche ingeschakeld om onderzoek te doen naar de ware toedracht van het schietincident in restaurant Warung Swietie.
- De Rijksrecherche is dezelfde avond op de plaats van het schietincident geweest.
- De uniformdienst heeft er voor gezorgd dat de verschillende getuigen separaat zijn vervoerd en gehoord, dit om contaminatie te voorkomen.
- Alle relevante getuigen zijn door zowel de uniformdienst (kort na de schietpartij) als de Rijksrecherche gehoord. De Rijksrecherche heeft hiervoor uitdrukkelijk aan zowel de familie van Arbib als aan het Kommitee Marokkaanse Arbeiders Nederland (KMAN) gevraagd om namen van eventuele getuigen te noemen (dit leverde één getuige op die reeds door de Rijksrecherche was gehoord).
- De politieambtenaar voldeed aan de schiettoetsen.
- Begin september is het proces-verbaal van de Rijksrecherche bij de behandelend officier van justitie binnen gekomen. De laatste onderzoeksresultaten van het NFI kwamen eind september binnen.
- Dit dossier is ter collegiale toetsing voorgelegd aan de Commissie Wooldrik. Op 20 oktober heeft de commissie ingestemd met de door de hoofdofficier voorgelegde beoordeling.

De beoordeling
Uit de getuigenverklaringen is gebleken dat de politieambtenaar zich in het smalle gedeelte van het restaurant bevond. Door meerdere getuigen is verklaard dat Arbib met hoge snelheid op de politieambtenaar afliep en dat daardoor een zeer dreigende situatie ontstond. De politieambtenaar was niet in de gelegenheid nog weg te lopen en voor het inzetten van andere geweldsmiddelen had hij eenvoudigweg geen tijd. De politieambtenaar had, nadat hij Arbib nog had gewaarschuwd geen andere keus dan te schieten op Arbib. Daarnaast was er voor hem geen mogelijkheid het wapen gericht te gebruiken, noch heeft hij de tijd en mogelijkheid gehad om een bewuste beweging te maken om de heer D. Arbib op een bepaalde plaats te raken.

Het parket Amsterdam is dan ook van oordeel dat de betrokken politieambtenaar heeft geschoten ter noodzakelijke verdediging van zijn eigen dan wel andermans lijf tegen de ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding door Arbib. Het aangewende geweld voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De betrokken politieambtenaar stond op dat moment en in die situatie geen ander middel ter beschikking en er was geen andere mogelijkheid om zich te verdedigen.

De politieambtenaar zal door het Amsterdamse Openbaar Ministerie niet worden vervolgd.