European Commission

IP/03/1463

Brussel, 28 oktober 2003

Textiel en kleding: de Commissie stelt maatregelen ter bevordering van het concurrentievermogen voor

De Europese Commissie heeft een mededeling goedgekeurd met maatregelen om in het licht van de nakende afschaffing van de WHO-invoercontingenten (in januari 2005, na bijna vier decennia) het concurrentievermogen van de textiel- en kledingsector in de EU te versterken. Deze belangrijke wijziging in de textielhandel komt vlak na de uitbreiding van de EU, waardoor het aantal van 2,1 miljoen mensen die momenteel in de EU in de textiel- en kledingsector werkzaam zijn in een klap met een half miljoen werknemers wordt uitgebreid. De Commissie heeft gebieden aangewezen waar de dynamiek en de concurrentiepositie van de EU-industrie een stimulans nodig hebben, en zal hiervoor na overleg met alle belanghebbenden concrete maatregelen voorstellen.

EU-commissaris Erkki Liikanen, bevoegd voor het ondernemingenbeleid, verklaarde het volgende: De Europese textiel- en kledingindustrie is door de jaren heen in staat gebleken om zich te moderniseren en zich aan belangrijke wijzigingen aan te passen. Ook nu staat de textiel- en kledingindustrie voor belangrijke ontwikkelingen, nl. de uitbreiding, diepgaande wijzigingen in de internationale handelscontext en een significante terugval van de economische activiteit. De industrie richt zich vooral op vernieuwing, onderzoek, kwaliteit en concurrentievoordelen door creativiteit. Wij moeten nu zorgen voor een passend kader dat deze industrie de voorwaarden biedt om ook in een uitgebreid Europa een industrie met toekomst te blijven.

EU-commissaris Pascal Lamy, bevoegd voor handel, voegde daaraan toe: De textielsector heeft ook een toekomst in Europa en de belangen ervan staan hoog op de Europese handelsagenda. In 2005 zijn er geen invoercontingenten meer, maar onze belangstelling voor deze industrietak blijft bestaan: we moeten voorwaarden en kansen voor de handel creëren, zodat de Europese industrie op internationaal vlak concurrerend is. De textielindustrie is echter ook van levensbelang voor de ontwikkelingslanden. We moeten ervoor zorgen dat de nieuwe handelsvoorwaarden voor textiel alle arme landen ten goede komen en in het bijzonder de armste en meest kwetsbare onder hen. Daarnaast gaan we ook onze banden met onze buren in het Middellandse-Zeegebied verder versterken.

EU-commissaris Anna Diamantopoulou, bevoegd voor werkgelegenheid en sociale zaken, voegde hieraan nog het volgende toe: "Een belangrijk aspect van de voorstellen van de Commissie voor de textielindustrie is de aandacht die besteed wordt aan kwesties als maatschappelijk verantwoord ondernemen (dit impliceert ook respect voor de internationale arbeids- en milieunormen) en een verantwoord beheer van industriële ontwikkelingen, m.i.v. een tijdig raadplegen van de werknemers."

De mededeling stelt maatregelen voor die gebaseerd zijn op zowel het industrie- als het handelsbeleid voor de textiel- en kledingindustrie, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke factoren die het concurrentievermogen van deze sector bepalen. Dit zijn onder meer onderzoek en ontwikkeling, innovatie en beroepsopleiding. Daarnaast bevat de mededeling suggesties voor het regionale beleid, aangezien in bepaalde regio's deze sector een bijzonder sociaal-economisch gewicht heeft.

De mededeling wijst diverse terreinen aan waarop de efficiëntie en doeltreffendheid van de industriële beleidsmaatregelen door een bevordering van de concurrentiepositie van de sector concreet verbeterd kunnen worden:

* onderzoek en ontwikkeling; innovatie: O&O op gebieden die specifiek relevant zijn voor de textielsector zoals de ontwikkeling van nieuwe materialen (m.i.v. technisch textiel), nieuwe productieprocessen en milieuvriendelijke technologieën die bijdragen tot een duurzame ontwikkeling. Innovatie zou gericht moeten zijn op het stimuleren van creativiteit en mode;
* onderwijs- en opleidingsbeleid: een betere toegang van kleine en middelgrote bedrijven tot de bestaande financieringsmogelijkheden door vereenvoudigde aanvraagprocedures, de verspreiding van informatie en de coördinatie van maatregelen om doublures te vermijden;

* regionaal beleid: programma's en initiatieven voor regio's die bijzonder afhankelijk zijn van de textielsector, zowel in het kader van de discussies over de toekomst van de structuurfondsen na de uitbreiding als van de discussies over de nieuwe financiële perspectieven van de Unie voor 2007-2013.

De mededeling stelt ook maatregelen op het gebied van de buitenlandse handel voor:

* in het kader van de Doha-ontwikkelingsagenda van de WHO een significante reductie en harmonisering van de douanerechten bevorderen met het oog op een gemakkelijker markttoegang en het wegwerken van alle niet-tarifaire handelsbelemmeringen;
* de Euro-mediterrane zone voltooien voor 2005, om zo het vrije verkeer van textiel te verzekeren voor de landen die dezelfde oorsprongsregels hanteren en een systeem voor administratieve samenwerking zijn overeengekomen;

* de handelspreferenties van de EU speciaal richten op de armste landen en deze in de gelegenheid stellen om intermediaire producten voor de productie van kleding te verschaffen, die naar de EU kan worden geëxporteerd zonder dat de handelspreferenties verloren gaan;

* onderzoeken of door middel van etikettering de toegang tot de EU kan worden vergemakkelijkt voor producten die overeenkomstig internationale arbeids- en milieunormen worden gemaakt;
* maatregelen om de intellectuele eigendom effectief te beschermen en fraude en vervalsingen tegen te gaan;

* verhoogde waakzaamheid om het hoofd te bieden aan oneerlijke handelspraktijken;

* het gebruik van een oorsprongslabel Made in Europe onderzoeken om Europese kwaliteitsproducten te bevorderen en de consument beter te informeren.

De Commissie zal al deze maatregelen nu met de belanghebbende partijen bespreken. Daarnaast zal zij een werkgroep van hoog niveau met vertegenwoordigers van de Europese Commissie, de lidstaten en belanghebbenden oprichten om mogelijke initiatieven te onderzoeken en aan de beleidsmakers in de EU en de lidstaten over deze kwesties advies te verstrekken. De Commissie is van plan in het voorjaar van 2005 en vervolgens uiterlijk eind 2006 verslag uit te brengen over de bereikte resultaten.

Achtergrond

De Europese textiel- en kledingsector met zijn 177.000 bedrijven, een totale omzet van 200 miljard euro in 2002, ongeveer 4% van de totale industriële productie in de EU en 7% van het personeelsbestand in de industrie (2,1 miljoen werknemers), staat momenteel voor gigantische uitdagingen: de uitbreiding van de EU, de afschaffing van de invoercontingenten op 1 januari 2005 en een toenemende liberalisering van de handel in het kader van de Doha-ontwikkelingsronde van de WHO. Deze uitdagingen zorgen, gecombineerd met een belangrijke vertraging van de economische activiteit, nu al voor een teruggang van de productie en de werkgelegenheid, nog voor de volledige impact van de afschaffing van de contingenten concreet voelbaar is geworden.

Samen met de Verenigde Staten is de EU 's werelds grootste handelaar in textiel- en kledingproducten. In het jaar 2002 liep de totale handel op tot 115 miljard euro. De EU is ook de grootste exporteur van textielproducten ter wereld en na China de grootste exporteur van kleding. In 2002 exporteerde de EU textiel en kleding voor een totaal van 43,8 miljard euro. Het saldo van de handelsbalans bedroeg -27,8 miljard euro; in de kledinghandel bedroeg het saldo -36,7 miljard euro, maar in de textielsector was het saldo positief: +8,9 miljard euro. De handel in textiel- en kledingproducten maakt 5,8% van de totale EU-handel uit.

De handel in textiel- en kledingproducten vertegenwoordigt 5,7% van de uitvoer in de wereld. Een groot aantal ontwikkelingslanden is sterk afhankelijk van de export van textiel- en kledingproducten, daaronder enkele van de armste landen ter wereld en diverse landen van het Middellandse-Zeegebied. Het grootste aandeel van textiel- en kledingproducten in de totale uitvoer van industrieproducten komt voor rekening van Bangladesh (95%), daarna volgen Laos (93%), Macao (89%), Cambodja (83%), Pakistan (73%), Sri Lanka (71%), Nepal (61%), Tunesië (46%), Marokko (43%), Turkije (38%), India (30%) en Roemenië (27%); voor China bedraagt het cijfer slechts 12%.

De volledige tekst van de mededeling is beschikbaar op het volgende adres:

http://europa.eu.int/comm/enterprise/textile/COM2003.htm

Meer informatie:

http://europa.eu.int/comm/enterprise/textile/index.htm

http://trade-info.cec.eu.int/textiles/index.cfm