EERSTE KAMER

Eerste Kamer houdt debat over Europese onderwerpen

De Eerste Kamer heeft het Europa-debat met de regering verschoven naar februari 2004 vanwege de wisseling van de wacht op Buitenlandse Zaken. Daar zal minister De Hoop Scheffer op 1 december plaats maken voor zijn opvolger Bot. Het leek de Kamer beter om met de nieuwe minister van BZ het traditionele, jaarlijkse debat te houden, zeker wanneer de prioriteiten voor het Nederlandse voorzitterschap van de EU concreter bekend zijn.
Toch zijn er ook volgende week, dinsdag 4 november, debatten in de Eerste Kamer over Europese onderwerpen. Met de nog zittende minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken, staatssecretaris Nicolaï van Europese zaken en minister-president Balkenende, lid van de Europese Raad van regeringsleiders, bespreekt de Eerste Kamer dan de resultaten tot nu toe van de Intergouvernementele Conferentie (IGC) onder Italiaans voorzitterschap. Ook de inzet van de Nederlandse regering bij de IGC wordt uiteraard besproken.
Enkele onderwerpen die zeker aan de orde komen zijn het wel of niet opnemen in de Europese grondwet van joods-christelijke waarden, de samenstelling van de Europese Commissie na de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten en het vetorecht bij de opstelling van de meerjarenbegroting van de Europese Unie.
Over dit laatste onderwerp zijn de meningen verdeeld. De regering wil vooralsnog vasthouden aan het vetorecht van elke lidstaat, terwijl in de Eerste Kamer veel wordt gevoeld voor het loslaten van dit vetorecht
Over de samenstelling van de Europese Commissie in de toekomst leven in de Eerste Kamer andere denkbeelden dan in de Tweede Kamer. Deze Kamer wil aan minstens een lid per lidstaat vasthouden, waardoor de Commissie zou groeien van 20 naar 32 leden. De Eerste Kamer vindt dit te veel en lijkt op dit punt het eens te zijn met wat de regering nastreeft: een kleinere, meer efficiënte Commissie. In de Eerste Kamer houdt een aantal senatoren zich actief bezig met werkzaamheden van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa. De senatoren D. Dees (VVD), E. Jurgens (PvdA) en R. van der Linden (CDA) hebben bereikt dat er een afzonderlijk debat wordt gevoerd over het Nederlands voorzitterschap van de Raad van Europa dat per 7 november as aanvangt. Zij vinden dat er vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de aanpak en de prioriteitenstelling van de regering bij dit voorzitterschap.