College Bescherming Persoonsgegevens


4 november 2003

ING Groep zal cliënten extra informeren

De ING Groep heeft het College bescherming persoonsgegevens (CBP) voorgesteld de cliënten van ING Bank, Postbank en RVS aanvullend te informeren over de aanleg van het centrale klantenbestand van ING Cliëntenadministratie Nederland BV. Dit zal uiterlijk december 2003 gebeuren. Het CBP heeft met dit voorstel van de ING Groep ingestemd.

De klanten ontvangen de extra informatie via bijsluiters. RVS stuurt zijn klanten een nieuwe mailing. Bovendien plaatsen de bedrijven uitgebreide mededelingen op hun websites. Hiernaar verwijzen zij in de bijsluiters. Het CBP gaat er vanuit dat klanten van de ING groep die alsnog bezwaar maken tegen opname van hun gegevens in het centrale klantenbestand, op dezelfde wijze behandeld zullen worden als de klanten die hiertegen in eerste instantie bezwaar hebben gemaakt. De ING Groep geeft met dit voorstel gevolg aan de uitspraak van het CBP op 20 maart 2003 ingevolge het op 12 september 2002 gestarte onderzoek naar het centrale klantenbestand.

In maart 2003 oordeelde het CBP dat de ING Bank, Postbank en RVS - onderdelen van de ING Groep - in strijd met de WBP gehandeld hadden. Het betrof de brief van deze bedrijven aan hun cliënten over het plan hun gegevens voor marketingdoeleinden voortaan ook in één centraal systeem vast te leggen. De weinig specifieke informatie bood cliënten onvoldoende waarborgen om hun rechten goed te kunnen uitoefenen. Hierdoor was er geen sprake van een verstrekking die verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt - onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) - toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.